DOGMATIEK
Het geloof in de scheppingAls wij spreken van het geloof in de schepping, is dat een verkorte wijze van uitdrukking. Bedoeld is het geloof, dat God de Heere den hemel en de aarde geschapen heeft met alles, wat er in is. Anders gezegd : dat wij gelooven, dat alles wat ademt zijn bestaan te ...
Het politiek probleem
De politieke situatie is met name aan de Protestantsche zijde ingewikkeld. Zij wordt in hoofdzaak bepaald door het feit, dat het Protestantisme voor een groot deel ontrouw aan de kerkelijke belijdenis in den weg van het Libertinisme is gegaan, dat zich reeds sedert de dagen van de Reformatie meer ...
DOGMATIEK
Het geloof in de schepping.De Heilige Schrift leert ons nog veel meer, hetwelk voor velen verborgen blijft, hoewel het daarom niet minder waar is. Zoo laat zij haar profetisch licht opgaan over het Woord, hetwelk ons in den aanvang der openbaring slechts als spreken ...
DOGMATIEK
En God schiep den mensch naar Zijn Beeld. Naar het Beeld Gods schiep Hij hem. (Gen. 1 : 27). Over beeld en gelijkenis hebben wij ook te spreken. Laat ons menschen maken naar ons Beeld en naar onze gelijkenis. (Gen. 1 : 26)? Sedert Clemens maakte men onderscheid tusschen beeld en gelijkenis en de ...
DOGMATIEK
De eerste en hoogste gave van de schepping naar Gods Beeld is zonder twijfel in de kennisse Gods gelegen. Het behoeft na het voorafgaande ook geen betoog, dat de kennisse Gods door den Schepper werd voorbereid in de schepping van den mensch tot een levende ziel. Want daarin is de voorwaarde gegev ...
DOGMATIEK
Zoo leert dan de Heilige Schrift, dat God, de Heere, den mensch heeft geschapen naar Zijn Beeld. En het is van groot belang niet alleen voor de kerk, maar ook voor de gansche menschelijke saamleving, deze goddelijke leer in voortdurende gedachtenis te houden. Zij geeft toch een antwoord op een de ...
DOGMATIEK
Nog altijd zijn wij bij den mensch. Thans hebben wij ons nog nauwkeuriger bij zijn oorsprong en wezen te bepalen. Want hebben wij er in het voorafgaande op gewezen, dat het wezen van den mensch in Christus onverderfelijk is bewaard gebleven, over het wezen alszoodanig werd nog slechts terloops ge ...
DOGMATIEK
De Vader heeft den Zoon gegeven het leven in Zich zelven te hebben. (Joh. 5 : 26). Daarom kan ook de Zoon zeggen : Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. (Joh. 14 : 6).In het licht van het voorafgaande kunnen wij iets verstaan van den rijkdom en van de goddelijke heerlijkheid, welke daar ...
DOGMATIEK
De gestelde vraag n.l. waarom heeft God den mensch niet zoo geschapen, dat hij niet vallen kon? moet haar antwoord vinden in de schepping naar Gods Beeld. Immers zij raakte bepaaldelijk den mensch (en ook de engelen). Bij het overig schepsel doet zich die vraag niet voor. En indien God ons had ge ...
DOGMATIEK
Het is een ontstellend kenmerk van den modernen mensch, dat hij zoo ganschelijk vervreemd is van de theologische levensbeschouwing. Hij leeft uit een geheel andere gedachtenwereld en dat heeft zijn gevolgen voor de waardeering van den mensch, van de saamleving, van den staat, van het recht, van d ...