
HET VERBOND GODS
XVIII. Meerdere malen werd er op gewezen, dat de mensch ook na den val een mensch, d.i. een redelijk-zedelijk wezen is gebleven en dat God, de Heere, hem ook als zoodanig behandelt. Een sprekend voorbeeld van dien goddelijken omgang vóór den val vinden wij in de H ...

HET VERBOND GODS
XVI Het nieuwe Verbond, waarvan Israels profeten hebben geprofeteerd, is in de vleeschwording des Woords tot zijn hoogste openbaring en vervulling gekomen. De geestelijke betrekkingen van dit nieuwe Verbond zijn echter niet eerst begonnen na het volbrachte werk van Christus. Daarvan zijn ...

HET VERBOND GODS
XIV. De mensch is een redelijk-zedelijk wezen en daarom is hij een persoonlijkheid. Dit brengt ons tot een kenmerk des Verbonds, dat van groote beteekenis wordt voor alle voorafgaande beschouwingen. Het Verbond is niet alleen waarborg, dat , God Zijn ordeningen en ...

HET VERBOND GODS
XIII. Vindt het aestlietische leven zijn voorbeeld en norm in de werken Gods, zooals die gekend worden door de religie. Ook de eisch van het zedelijke wordt eerst bij het licht der religie ontdekt. Vele zijn de pogingen om een zelfstandige moraal te fundeeren, doc ...

HET VERBOND GODS
XIV. De mensch is een redelijk-zedelijk wezen en daarom is hij een persoonlijkheid. Dit brengt ons tot een kenmerk des Verbonds, dat van groote beteekenis wordt voor alle voorafgaande beschouwingen. Het Verbond is niet alleen waarborg, dat God Zijn ordeningen en d ...