
KERSTLIED
Daar is in 't donkerste der tijden Een Ster der hope opgegaan; Een lichtstraal voor het volk in lijden. Die heenwijst naar de rechte baan. Een licht, dat nimmer zal verdooven. Tot troost van 't volk in zondeklem. Dat uitstraalt naar den Hemel boven. En naar den Stal van Bethlehem.
Al gaaft G' ...

ZIJ JUICHEN, OOK ZINGEN ZIJ
Zij juichen, ook zingen zij : de velden vol kudden. De dalen, zoo kostlijk met Gods zegen bekroond. Dat de rijpende halmen van zwaarte gaan schudden. Straks dienend tot voedsel van wat d' aarde bewoont. Zij juichen, zij zingen: zoowel zon, maan, als sterren, Ook wolken en luchten stemmen mee in h ...

DAGON’S VAL
(1 Sam. 5 vers 1—4).
De pelgrim, op den weg naar Sion's zalen, Zal. warmeer Gods Woord zijn aandacht komt bepalen Bij wat in Dagon's tempel is geschied. Daarin een beeld van 't eigen hart ontwaren. Hoe 't was — hoe 't is — en wat de toekomst baren Zal, in het verre of nabij verschiet.
Dag ...

’K GING KERKWAARTS...
'k Ging kerkwaarts op dien stillen Zondagmorgen. Stil was 't daarboven in de wijde luchten. Stil ook beneên, wijl zwegen de geruchten Die samengaan met d' arbeid en haar zorgen. Stil was het ook daarbinnen in mijn ziel. Doch 't was een stilte, die God niet behaagt. Omdat g' o ziel in sluim'ring n ...

AANBIDT DAN’T LAM
Neen, ik kan niet— Ik kan niet peilen, Ter helfte toe. De diepe smart, Van Christus' hart. Onder Gods roe.
't Verstand staat stil Bij 't overpeinzen. Van 't lossingswerk. Gods Liefde kent. Begin noch end. Heeft paai noch perk.
Die Liefde koos Zich een gemeente Ten leven uit. En stelde haa ...

O, KONINGSKIND, IN PELGRIMSKLEED.
O, Koningskind, in pelgrimskleed. Wat is uw toekomst schoon ! De weg toch dien uw voet betreedt Leidt opwaarts tot Gods troon. O, Koningskind, in pelgrimskleed, Niet ijdel is uw hoop. Uw erfenis ligt straks gereed, Aan 't eind van 's levens loop.Wel kan de weg soms moeilijk zijn. En lang e ...

SCHIER ALS MET GEDOOFDE VUREN...
Schier als met gedoofde vuren, Toeft mijn ziel reeds vele uren, Ja, zelfs dagen op de levenszee. Ach — straks voert de stroom haar afwaarts mee.
Schier als met gedoofde vuren ! Help, o God ! Wil brandstof sturen. Opdat, waar 't oog nu asch aanschouwt. Weer vlammengloed zijn kracht ontvouwt. ...

TOTDAT...
Ik, de Heere, zal henengaan. En keeren weder tot Mijn plaats, Totdat — bij 't zoeken Mijns gelaats, Zij schulderkennend voor Mij staan”.Totdat — door invloed van Gods Geest, 't Geruste volk wordt opgeschrikt. En zich, ontwakend, ziet verstrikt In banden van den dood — en vreest.Totd ...

OP WEG
God is op weg, Bekommerd volk. Hij kent uw strijd, Hoort uw gekrijt. Om zielsbehoud Uit zonde-kolk.
God is op weg, O zuchtend hart. Gods Geest bereidt, In zielestrijd, Gods weg. Hij komt! Ook in uw hart.
Denzelfden gang Dien gij thans gaat. Ging ook Gods volk. Dat als een wolk Van getuige ...

HEMEL-INTOCHT
Eérst hellevaart, nü hemel-intocht, Voor smart en smaad, thans vreugd en eer. Zoo keert ten hoogen hemel weer, De Levensvorst, Die dood en graf vermocht.
Hemel-intocht. Blij gebeuren Voor de schare hemellingen, Die hun schoonste hallels zingen. Open gaan de eeuw'ge deuren.
Hemel-intocht. ...