
GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
26. Ingeschapen en verkregen. Godskennis. We onderscheiden de Godskennis bij den mensch in „ingeschapen"-en „verkregen" Godskennis. 1. Ieder mensch heeft eenig besef van God. Er is altijd, misschien onbewust, een zoeken naar iets hoogers. Dat noemen we ingeschapen-of aangeboren Godskennis. Hand. ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
29. De bewijzen voor 't bestaan van God liggen op 't terrein van de natuurlijke Godskennis en vallen onder de algemeene Godsopenbaring, 't Is een pogen van den mensch, die het Godsbewustzijn en het zedelijkheidsbewustzijn in zich omdraagt, in den weg van beschouwing, vergelijking, redeneering en ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
33. Het ontologisch-en het moreel bewijs vormen 't tweede tweetal der bewijzen (argumenten of waarschijnlijkheidsbewijzen) voor het bestaan van God en zijn ontleend aan het verstand (het denken) en aan de zedelijke natuur van den mensch. (We hebben het dus nu niet over de Schepping, maar over den ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
37. Bezwaren worden daartegen ingebracht. Want men voert aan, dat de geschiedenis ons telkens weer voor onoplosbare raadselen stelt. En zoo schijnt het, dat het pessimisme zich evengoed beroepen kan op de geschiedenis, om te bewijzen dat het alles zonder plan gaat en hopeloos verward ligt — zooda ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
1. De bijzondere Openbaring. God leeft God is geen dood ding. De Heere is geen eeuwige onbewogenheid. God leeft en is voor eeuwige expansie. Er is een eeuwige Zelfopenbaring Gods. Dat is : een ópen-breken met een eeuwige uitstraling van majesteit en heerlijkheid, met mededeeling van wijsheid, vre ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
Het Evangelie van Marcus wordt gewoonlijk genomen als het oudste Evangelie. Een verzameling van woorden en gesprekken van Jezus (Logia geheeten) van de hand van Mattheus (Levi, de tollenaar) in het Arameesch (de gangbare taal in Jeruzalem ten tijde van des Heilands omwandeling op aarde) gaat er a ...