
CHRISTELIJKE ETHIEK
Bij Aristoteles was de Ethiek een practische philosophie (naast natuurkunde en redeneerkunde, waarmee de Grieksche wijsgeeren zich vooral bezig hielden) om richting te geven aan het menschelijk handelen (prattein) bij het nastreven van het hoogste goed en het vervullen der levensplichten als staa ...

CHRISTELIJKE ETHIEK
Natuurlijk hebben onderscheidene wijsgeeren, theologen en niet-theologen, beproefd een juiste definitie te geven van Ethiek; om een antwoord te geven op de vraag : wat is Ethiek?
Reinhard (Duitsch Luthersch theoloog 1753—1812, supra naturalist en bestrijder van Kant, schreef „System der Chris ...

CHRISTELIJKE ETHIEK
De naam Ethiek is van Griekschen oorsprong. Het is eigenlijk een bijvoegelijk naamwoord, want het werd gebruikt in de omschrijving : ta ethikè epistèmè, d.i. de wetenschap rakende het ethische of zedelijke leven des menschen ; en Aristoteles (384—322 voor Chr.) bracht het woord Ethiek voor de beo ...

CHRISTELIJKE ETHIEK
De Naam. Omschrijving van het object, waarmee we ons bij dit studievak bezig houden, is noodig. Daarom is de eerste vraag : Wat is Ethiek ? We moeten een definitie, begripsbepaling, geven. Dan weten we, wat we met dit vak bedoelen.
Waarbij we ons óók rekenschap zullen moeten geven van andere ...

CHRISTELIJKE ETHIEK
Het theïsme, het Christelijk geloof kan zich met al die onchristelijke- of antichrisitelijke moraal-systemen in het minst niet vereenigen. Het verwerpt alles wat den mensch tot maatstaf van het zedelijlkleven wenscht te verheffen. De grond, de diepste grond der zedelijkheid ligt voor den Christen ...

CHRISTELIJKE ETHIEK
De Christen wil van de nieuwe zedelijkheid van den modernen mensch daarom niet weten, omdat de Christelijke grondslagen van het leven in al z'n vertakkingen worden omgewoeld en veracht en verworpen. Van die autonome Ethiek, met het zelfbeschikkingsrecht van den mensch, wil de Christen, die God al ...

CHRISTELIJKE ETHIEK
Ethiek is naar den oorsprong van den Griekschen naam : wetenschap der zeden. Niet om te geven een historisch relaas en te geven een beschrijving van zeden en gewoonten van verschillende volkeren en tijden. Dat wordt een historisch vak, een stuk volkenkunde. Ethnographic. Folklore.
Hoe nuttig ...

GEESTELIJKE OPBOUW
In Plato's Staat zijn drie standen. Tot den laagsten stand behooren de boeren en handwerkslieden ; die naar hun (lagen) aanleg moeten arbeiden (het handwerk, de arbeid werd als minderwaardig door de wijzen veracht), en de twee hoogere standen van leeftocht, van voedsel en kleeding, moeten voorzie ...

GEESTELIJKE OPBOUW
Dat bij Plato (geb. 427 voor Chr. te Athene) de Sociale-Ethiek een breede plaats inneemt kunnen we aanstonds begrijpen, als we weten, dat Plato den mensch vooral als deel-van-de-gemeenschap en dus als sociaal-wezen nam. Niet als individu, maar als mensch in de gemeenschap levend kon de mensch tot ...

GEESTELIJKE OPBOUW
Plato heeft vooral het oog op de gemeenschap, op de samenleving, waar het leven van de individuen pas tot z'n recht kan komen. De mensch is aangelegd op de samenleving. In zijn bloeitijd heeft hij dan ook z'n bekend en beroemd boek geschreven Politeia, over den Staat handelend. De wijsgeer schept ...