
De Catechismus van Calvijn.
ZONDAG 55.
Vraag : Aan wie komt het toe, de Sacramenten van Doop en Avondmaal te bedienen?
Antw. : Aan hen, die in de Kerk de opdracht hebben van het publieke predikambt, want het Woord prediken en de Sacramenten bedienen zijn zaken, die bij elkander hooren.
Vraa ...

De Catechismus van Calvijn.
ZONDAG 30.
Vraag : Het achtste gebod luidt : „Gij zult niet stelen". Verbiedt dit gebod nu alleen de diefstallen, die men straft door middel van de justitie of strekt het zich verder uit ?
Antw. : Het achtste gebod : „Gij zult niet stelen", verbiedt alle kwade practi ...

De Catechismus van Calvijn.
ZONDAG 32.
Vraag : Wat is de beteekenis van het tweede deel van de Wet ?
Antwoord : Daar wij van nature zóó zeer geneigd zijn, ons zelf lief te hebben, dat deze genegenheid alle andere overtreft, is het noodzakelijk, dat de naastenliefde zoo sterk in ons harte heersc ...

De Catechismus van Calvijn.
ZONDAG 33.
Vraag : Volgt daaruit niet, dat de Wet een dubbele bestemming heeft, naar gelang de twee soorten van menschen, die er zijn, de geloovigen en de ongeloovigen ?
Antw. : Ja, want wat betreft de ongeloovigen, dient zij slechts daartoe, om hun hunne zonden te v ...

De Catechismus van Calvijn.
ZONDAG 35.
Vraag : Hoe moeten wij tot God bidden ? Is het voldoende, om met den mond te bidden, of moet men ook bidden met den geest en het hart ?
Antwoord : Het is niet altijd noodzakelijk met den mond te bidden, maar men moet wel altijd bewust en met gevoel bidden. ...

De Catechismus van Calvijn.
ZONDAG 36.
Vraag : Wanneer wij tot God bidden, doen wij dat op goed geluk, zonder te weten, of wij er iets mee bereiken zullen, of moeten wij er van verzekerd zijn, dat onze gebeden verhoord zulten worden?
Antw. : Wij moeten aan onze gebeden dit altijd als grondslag ...

De Catechismus van Calvijn.
ZONDAG 37.
Vraag : Aangaande nu den inhoud van onze gebeden, mogen wij alles vragen, wat ons voor den geest komt, of hebben wij een bepaalden regel in acht te nemen?
Antw. : Indien wij onze fantasie vrij spel laten, zal het met ons bidden slecht gesteld zijn, want wi ...

De Catechismus van Calvijn.
ZONDAG 38.
Vraag: Vóórdat we overgaan tot de uiteenzetting van het gebed des Heeren, Iaat ons eerst vragen : waarom wordt God als onze Vader aangesproken en niet met een anderen naam ?
Antw. : Daar tot bet rechte bidden een vast vertrouwen behoort, noemt God Zich met ...

De Catechismus van Calvijn.
Vraag : Wat is de beteekenis van de eerste bede van het : Onze Vader ?
Antw. : Hier is sprake van den Naam van God, waaronder wij verstaan de vermaardheid, waarmede Hij onder de menschen geëerd wordt ; en wij vragen dan in de eerste bede : „Uw Naam worde geheiligd", dat Zijn heerlijkheid alom ...

De Catechismus van Calvijn.
ZONDAG 40.
Vraag : Wat wil het zeggen, wanneer gij bidt : „Uw wil geschiede" ?
Antw. : Wij bidden dan, dat alle schepselen Hem in gehoorzaamheid mogen dienen en dat zoo alles zich gewillig mag gedragen naar Zijn wil.
Vraag : Kan er dan iets tegen Gods wil gedaan ...