
Verschoppelingen
HOOFDSTUK XXV.Dat was toch echt Christelijk ; ware beoefening van de gemeenschap der heiligen ! Want er waren er toch immer, die altijd, Zondag en in de week, de zorg hadden voor zieken en zuigelingen, en dus nooit naar de kerk konden gaan, hoe gaarne ze dat ook wilden. Zóó hielpen de meis ...

Verschoppelingen
Even nog en de wereld zou aanvangen te wankelen, de aarde zou schudden en schokken en de beroering zou al 't werk van 's menschen handen vergruizelen, en — de mensch zelf zou daar staan, alleen, van allen en alles verlaten ; alleen mét — of, tegenover God, den Allesvervullende.
Gelukkig ! God ...

Verschoppelingen
Later schreven een paar zoons van Hillebrand aan Paul, dat ze gaarne in de groote stad zouden wonen ; en hij antwoordde ze onder anderen terug :
„Heb je de rust van je ziel lief, kom dan nooit naar een groote stad ; heb je aardsche rust en aardsch genot lief, wil je werkelijk rustig, veel van ...

Verschoppelingen
In zijn smartgevoel over de leegheid zijns harten, over 't verwijderd zijn van zijn God en zijn heil wenschte hij zich terug naar de hei en naar zijn schapen. Alsof God daar meer ware dan overal elders I Maar nu wist hij 't beter. Indien hij met zijn kudde had gedaan, waartoe hij met de studie wa ...

Verschoppelingen
ls hij b.v. in December of Januari eens kon komen. De schrijver wilde iets degelijks en fijns, en had gehoord, dat men daar voor moest zijn bij mijnheer Van Emmerick (Pauls patroon) of bij zijn eersten teekenaar F. Dilleman. En als dat nu toch zooveel als 't zelfde beteekende, gaf de burgemeester ...

Verschoppelingen
Eén dag had Paul twaalf bezoeken afgelegd : overal had hij móéten eten en drinken, en werkelijk had hij er niet aan kunnen ontkomen. Want men wist geen beter bewijs van hartelijke vriendschap te toonen dan door hem bij een volle tafel te ontvangen, 's Lands wijs, 's lands eer. Maar Paul zei den v ...

Verschoppelingen
„Wacht even, Marie ! Zie eens, misschien past het de freule beter, dat ik eerst naar mijnheer Terlingen Boss ga. Dan kan ik straks op mijn gemak hier zijn, en ik kom dan niet zoo onverwacht "
„Goed, ik zal 't even met haar bespreken."
„Neen, dat is niet noodig ! jij weet zelf wel, wat de ...

Verschoppelingen
„Die dag, Paul ! — dat jij hier des avonds laat voor Marie kwaamt, is ons geworden tot een gedenkdag, hooger dan mijn geboortedag. Vader en ik meenden Marie een weldaad te bewijzen ; we beseften in de verte niet, welk een weldaad zij voor ons, voor mij voor al, zou worden. ...

Verschoppelingen
Nu — och Paul, jongen ! je weet zelf wel, hoe 't hier gaat : de zonde woont in ons vleesch. En we vechten en strijden tegen de zonde ; maar de kroon der overwinning wordt ons maar daar op 't hoofd gezet, en zoodra zal ze ons hoofd niet tooien, of we nemen ze weer af en leggen ze voor Zijn voeten ...

Verschoppelingen
Paul was niets gerust op de paarden, als de koetsier met gebogen rug en 't gelaat in de opening van 't neergelaten raampje zat te babbelen.
„'t Tocht zoo, koetsier ! ik kom vandaag of morgen wel eens bij je : dan zou ik graag naar je luisteren."
De koetsier knikte beleefd en trok het raam ...