
Verschoppelingen
Paul zag Mark Mons aan en merkte dat die altijd maar knikte, dat het goed was. Welnu, hij wilde nu ook wel eens wat zeggen, en aarzelend stak hij zijn hand op. Wat Mark Mons daarvan wel zou zeggen ! Want misschien was het vertelsel van de drie wenschen toch wel waar.
De meester knikte hem toe ...

Verschoppelingen
Nu werd er door allen één voor één een tekst opgezegd en daarna op dezelfde wijze nog een andere tekst. Waar de kinderen al die wijsheid vandaan haalden, kon de jongen maar niet begrijpen : ze zeiden allen precies hetzelfde.
Maar nu kwam het!
Aan de kinderen werd gevraagd, of ze een konin ...

Verschoppelingen
„Paul! op zij, jongen!" zei Mark, die nooit de minste vrees voor welken hond ook had gekend, en hurkte terstond zoo !aag mogelijk bij den grond om den hond te lokken.
't Beest raakte daardoor met zich zelf verlegen, schudde even den kop, kwispelstaartte, kwam nader, liet zich door Mark streel ...

Verschoppelingen
„Nou! — als ze maar waar gebeurd zijn. Maar 't is haast nooit waar gebeurd; soms is 't wel eens omtrent waar gebeurd, op 't nipje van waar, maar als 't uit is, komt er altijd een kat met een witten snuit en dan is 't uit en is 't maar een vertelseltje. En het spijt je zoo, dat zooiets niet waar g ...

Verschoppelingen
„Paul, jongen ! als je dat ernstig meent, dan verzeker ik je, dat jij nooit weer van een paard zult vallen".
Nu en dan werd er gerust : daarvoor zorgde het paard zelf ; maar de reis ging toch zóó vlot, dat, eer de zon aan den hemel kwam, het paard reeds in Koens weide liep, en de beide nachtr ...

Verschoppelingen
,, Zoo, zei die dat ? — Zeg jij dan aan Klaas Hemke, dat ik gezegd heb, dat hij een uil en een oliebol en een koffieboon is. Ik verzeker je, dat het meer dan onbetamelijk is, om de dingen, waarop zich dat rammelend geraamte vannacht zal voortbewegen of omvallen, om die lompe stijve boomstammen be ...

Verschoppelingen
Hoofdstuk IV.
Daar kwam het rammelgerij van Koen : nu zou Paul spoedig weten, wat hij te doen had.
Zoodra de jongen zijn baas eenigszins kon opnemen, merkte hij, dat de man goed had verdiend ; want hij was aardig beschonken. Hij hoorde 't ook aan de zware spraak. „Ko ...

Verschoppelingen
De arme jongen voelde zijn ziel gescheurd ; niet om dat water —, och, zooiets had hij zoo vaak moeten verdragen, altijd met het gevoel, dat hij niets terug mocht doen, omdat hij de verschoppeling was en de armvoogdij voor hem zorgde — dat water in zijn gezicht en langs zijn kleeren, dat beteekend ...

Verschoppelingen
Ze zong al weer. Paul zag bleek van aandoening : de ontroering sprak uit heel zijn wezen.
„Soms volgen zorgen dreigend elkaar ; God schijnt verborgen ; 't Leed schijnt te zwaar."
De mandoline zweeg nu, en de guitaar zoemde suisend zacht de diepste tonen om zich heen. Alsof het uit zijn ei ...

Verschoppelingen
En ze had zooveel te vragen en te dragen. Haar moeder was een zwakke, ziekelijke vrouw, die wel het bestuur had over de huishouding, doch meestal niet in staat scheen te zijn om iets meer te doen, dan haar oudste dochtertje van 's morgens vroeg tot 's avonds Iaat te kommandeeren. De andere kinder ...