
Verschoppelingen
Daarop drukte hij Hillebrands hand gevoelig en ging voort :
„Moge God mij genadig zijn, dat ik iets goed kan maken, van wat ik slecht deed."
Op weg naar Winnewoud had het drietal veel te vragen en te vertellen. Doch de kuiper hield de leiding : later kon er wel gebabbeld worden ; nu moest ...

Verschoppelingen
Hillebrand sprak er nu met de eigenaars der schapen over en allen vonden het goed. De nieuwe herder zou dan weer kost en onderdak vinden bij de verschillende belanghebbenden. Slechts de vier eerste dagen zou hij nog bij den kuiper thuis zijn.
Met de komst van Pauls vader kwam er nieuw leven i ...

Verschoppelingen
Stevelaar wist goed, van hoe groot belang het was, dat Paul spoedig in zijn eigen onderhoud kon voorzien, en zorgde dat hij het vak goed leerde. Voor een eigen zoon had hij niet beter kunnen zorgen.
En in den zomer reeds hield Paul een aardig centje van zijn weekgeld over, als hij zijn kostge ...

Verschoppelingen
Slechts één bouwkundig leerling, een paar jaar ouder dan hij, overtrof Paul in schranderheid, 't Was Gerard Wüsting, een zeer aantrekkelijk jongmensch met een edel voorkomen en hoog beschaafde manieren. Hij sprak Fransch, Duitsch en Engelsch en beschikte meestal over een goed gevulde beurs. Toen ...

Verschoppelingen
„Jongen, ik geloof niet, dat er nog één op de heele wereld is, die zooveel vertrouwen in mij stelt als jij. Ik weet niet, of ik je daarvoor bedanken, of daarover berispen moet. Vest op prinsen geen betrouwen : zoo staat er in een Psalmversje, dat we thuis wel eens zongen ; ik ben nog veel minder ...

Verschoppelingen
„Jij hebt dus wél den Bijbel gelezen en gelooft er niet aan. Ik lees er veel In, en voor mij is 't zeker, dat God daarin tot mij spreekt. Houd je mij voor gelukkig, of ongelukkig ? "
Ze keken elkander vlak in de oogen.
„Ik houd he voor nog al gelukkig."
,,Ben jij gelukkig, Wüsting ! m ...

Verschoppelingen
In zijn redeneeren met Wüsting was hij nooit een stap geweken, doch inwendig voel de hij zich wankelen. Eerst schermutselde met hem de vraag : als eens niet alles in den Bijbel Goddelijke waarheid was ? — Nu, wat zou dat dan nog ? — Er bleef waarheid genoeg over ! — Maar wat was dan wèl, en wat w ...

Verschoppelingen
De baas kniikte goedmoedig met het hoofd en na een poosje zwijigen zei hij
„Er is veel van waar, wat je zegt ; maar je moet ook je menschen aanzien. Als ik als ouderling bij sommige menschen kom, denk ik vaak : arme stakkerds, wat moeten jullui je met een beetje tevreden stellen ! — Want jij ...

Verschoppelingen
Ja, dat was het, wat hem bezwaarde, wat hem somber stemde ; de onscheidbaarheid van die twee, die hij ja, die hij — liefhad. Maar die liefde tot beide — hoe echt en hecht ook — was niet gelijk, omdat freule Virginie iets heel anders voor hem was dan Marie. In de nabijheid van Marie bleef hij op d ...

Verschoppelingen
Zijn moeder had reden genoeg, om het verstand van haar zoon nog al hoog te schatten : hij was zeer zuinig — zei zij — gierig — zeiden de menschen. Nog meer prijs stelde ze er op, dat hij Clara Diedriks tot vrouw begeerde. Want werkelijk was Clara een meisje met veel natuurlijk verstand, aangenaam ...