
Verschoppelingen
De kuiper, 'n klein manneke, liep met korte, stevige stapjes en keek stroef naar den grond. Als die akelige Teun Dolle maar niet in hun gezelschap was, zou hij met Paul plannen kunnen bespreken voor de verzorging van diens vader, en in elk geval hem eenige allernoodigste raadgevingen meededen. Wa ...

Verschoppelingen
Den anderen dag had de herder van Winnewoud wel zijn breiwerk meegenomen naar de hei, maar 't bleef in den zak. Nu en dan liep hij met het geopende N. Testament achter de schapen. Hoe langer hoe meer begon hij te voelen, dat hij niet meetelde voor de Gemeente des Heeren op aarde, en al was het, d ...

Verschoppelingen
Hillebrand sprak er nu met de eigenaars der schapen over en allen vonden het goed. De nieuwe herder zou dan weer kost en onderdak vinden bij de verschillende belanghebbenden. Slechts de vier eerste dagen zou hij nog bij den kuiper thuis zijn.
Met de komst van Pauls vader kwam er nieuw leven i ...

Verschoppelingen
In zijn redeneeren met Wüsting was hij nooit een stap geweken, doch inwendig voel de hij zich wankelen. Eerst schermutselde met hem de vraag : als eens niet alles in den Bijbel Goddelijke waarheid was ? — Nu, wat zou dat dan nog ? — Er bleef waarheid genoeg over ! — Maar wat was dan wèl, en wat w ...

Verschoppelingen
„Wil je nog koffie, Marie? "
„Heb je nog een beetje ? Maar ze is koud; je moest ze warm kunnen maken !"
„Als 't niet zoo Iaat was, zou ik nog wel een vuurtje maken ; maar ik ben te ver van mijn stookpaats. Je mag 't niet overal doen: er zou brand komen en al de hei ging verbranden en de g ...

Verschoppelingen
„Nu ben ik zoo blij, mijnheer! Ik dank u, en ik dank freule Virginie en ik dank u allemaal. Nu zal ik gauw naar huis loopen en 't Marie vertellen."
Hij begon reeds te groeten en zette zich in beweging om heen te gaan.
„Maar jongen, dat is bijna drie uur loopen, en 't is nacht. Je hebt het ...

Verschoppelingen
Paul gaf zoo goed acht op alles, dat de herder al spoedig de heele kudde aan hem alleen toevertrouwde. En intusschen leerde hij zóó met breien aan, dat hij weldra ook wol en naalden meenam naar de hei.
lederen morgen trof hem bij vernieuwing de gelijkheid van zijn wandeling achter de schapen ...

Verschoppelingen
„Dan zal je zeker den Goeden Herder niet kennen ? "
Ze moest het zijn !
„Nou, of ik Dien ken ! Dat is Jezus de Zaligmaker !"
Hij zag een blijden glans over 't gelaat der dame komen.
„Ken je Hem wel goed ? "
„Goed juffer ? Ik ken Hem nog beter dan de schapen mij kennen. Bleutje ...

Verschoppelingen
Paul bewonderde zijn vriendin. Wat had zij den Heere veel lief! Hij had dat nooit kunnen toonen, omdat hij nooit iets zijn eigen had kunnen noemen : niets dan dat kwartje van Ferdi, dat Hilda zich had toegeëigend.
„En vindt je moeder het ook goed, dat je nu weggaat ? "
„Nou ! die is 't he ...

Verschoppelingen
's Avonds vertelde hij aan Hillebrand de ontmoeting met Marie, en deelde hem het goede mee, dat hij gehoord had : dat er in Delberg een mooi gebouwtje werd gezet, waar Zondagsschool gehouden en 's avonds het Evangelie gepredikt zou worden ; dat het aantal leerlingen nog altijd toenam en Mark Mons ...