De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

7 minuten leestijd

John Macleod, Scottish Theology in relation to church history since the reformation, third edition, 1973. Een uitgave van The Banner of Trust, importeur Lindenberg's Boekhandel, Rotterdam. Prijs ƒ 13, 65.

Voor ieder die belangstelling heeft voor de Schotse theologie, is dit een onmisbaar werk. Echter ook voor de bestudering van de gereformeerde theologie in Nederland is dit werk belangrijk. Er lopen immers heel wat verbindingsdraden tussen Schotland en Nederland. Ik noem nu alleen maar Alexander Comrie, die als Schot de Nederlandse Kerk gediend heeft in Woubrugge van 1736 tot 1773. Hij was een verdediger van het zuivere geloof tegenover het opkomende rationalisme, en heeft ervoor gezorgd, dat heel wat werken van de beste Schotse godgeleerden in het Nederlands vertaald werden, onder andere het boek van Thomas' Boston over het Verbond der Genade en de preken van de gebroeders Erskine.

Ik moet bekennen, dat heel wat theologische figuren en werken, waarop ik bij mijn studie in de loop der jaren gestoten was als invloedrijk in de gereformeerde orthodoxie, mij door dit boek van Macleod pas geheel duidelijk geworden zijn. Zo bezat ik onder andere een vertaling van het in 1646 voor het eerst uitgekomen werk: Marrow of Modem Divinity van de hand van Edward Fisher, dat handelt over het werkverbond en het genade-verbond. Omstreeks 1700 is dat werk door Thomas Boston opnieuw uitgegeven en voorzien van vele aantekeningen. Daardoor is toen een grote theologische en kerkelijke strijd ontstaan rondom de 'Marrowmannen'. De inzet van die strijd was de verhouding van Wet en Evangelie, van geloof en wedergeboorte. Het ging om het merg (Marrow) van de rechtvaardiging en de reformatorische prediking. Zoals gezegd is het de betekenis van het boek van Macleod, dat deze tegenstelling historisch en leerstellig helemaal duidelijk gemaakt wordt.

Wat mij daarbij opviel, was dat deze theologische vragen ook in Nederland sterk geleefd hebben, en — dat zij ook nu nog op de achtergrond van veel hedendaagse problemen een rol spelen. Het komt mij voor, dat de hedendaagse Nederlandse theologie aan klaarheid en diepte zou winnen, als zij zich meer met dit verleden zou bezighouden. Er liggen hier vergeten en verborgen rijkdommen, waar de officiële theologie niet dan tot haar schade aan voorbijgaat. Daarom zou het een belangrijke dienst aan kerk en theologie zijn, als één van de jongere gereformeerde theologen zich ertoe zou zetten, om in de trant en in het voetspoor van dit boek van Macleod een boek te schrijven over de geschiedenis van de Nederlandse gereformeerde theologie sinds de reformatie. Ligt hier niet een verwaarloosde en vergeten taak van de Utrechtse theologische faculteit, de Amsterdamse Vrije Universiteit en de Kamper en Apeldoornse Hogeschool?

W.A.

Prof. dr. ir. H. v. Riessen, e.a. Macht en onmacht van de twintigste eeuw, 148 blz. f 12, 50, deel 23 in de serie Christelijk perspectief, Buijten en Schlpperheijn, Amsterdam 1974.

De in deze bundel uitgegeven lezingen behandelen een uitermate belangrijk vraagstuk, n.l. de vraag of de toename van menselijke macht in onze cultuur niet een catastrofale onmacht ten gevolge heeft. En daarmee verbonden de vraag naar de toekomst van het christendom in onze cultuurwereld. Van Riessen behandelt het vraagstuk van de secularisatie, de achtergronden, de consequenties voor de maatschappijvisie. Hij laat zien hoe de moderne mens zijn verwachting stelt op de verabsoluteerde machten. Tegen dit 'geloof' kan men alleen getuigen vanuit het Evangelie van God genade in Christus. Prof. dr. B. Goudzwaard gaat in op het aspect van economische macht, milieubeheer, vooruitgangsgeloof. Prof. Rookmaker geeft een opstel over de moderne kunst, een kunst die spreekt van existentiële angst, en legt in navolging van Hans Jonas verbanden met de oude ketterij van het gnosticisme. De moderne kunst geeft uiting aan de cultuurcrisis van onze tijd. Tenslotte gaat dr. v. d. Hoeven in op de wijsgerige aspecten. De wijsbegeerte is de barometer van het denken en leven van een bepaalde tijd.

Het is een belangrijk boekje, dat ons goede diensten kan bewijzen onze tijd te verstaan. Juist wie geroepen is 't eeuwige Evangelie in deze tijd te verkondigen, zal zijn tijd moeten kennen. Daarom willen we deze studie vooral predikanten, onderwijsmensen, maatschappelijk werkers en jeugdleiders hartelijk aanbevelen.

Utrecht

A. Noordegraaf

M. R. v. d. Berg, Getuigen, de bijbelse opdracht en onze praktijk (Zicht op de Bijbel, deel 7), 108 pag. ƒ9, 80. Buijten en Schipperheijn, Amsterdam 1975.

De auteur van dit boekje poogt zowel aan de bijbels-theologische gegevens recht te doen, als de huidige discussie in zijn onderwerp te betrekken. In menig opzicht acht ik dit pogen geslaagd. Zo trekt V. d. Berg fraaie lijnen van het getuige-zijn van Israel, zoals dat in Jesaja 43 en 44 naar voren komt, naar het N.T.isch getuigenis en de bijbelse opdracht nu. Daarnaast geeft hij een kritische doorlichting van allerlei moderne visies op de zendingsopdracht. Ter sprake komen o.a. de relatie tussen zending en ontwikkelingswerk, de verhouding dialoog en getuigenis, de kwestie van de taal van de moderne mens, de verhouding tot de niet-christelijke godsdiensten, de theologie van de revolutie, de 'hang' naar een universele religie, de bevrijdingsbewegingen enz. Terecht wijst hij op het ongenuanceerde gebruik dat men maakt van de O.T.ische teksten over Kores om allerlei politieke bewegingen als messiaans te bestempelen.

Het is een evenwichtig boekje, waar veel goeds van te zeggen valt. Een bezwaar is wel, dat de schrijver erg veel overhoop haalt en de kwestie wat weinig uitdiept. Maar het is helder geschreven, zodat ook belangstellende gemeenteleden met vrucht van deze studie kennis kunnen nemen.

Utrecht

A. Noordegraaf

C. Rijsdorp, Gefascineerd door het laatste bijbelboek, Poging tot een 'muzische' benadering, 110 blz. ƒ8, 90. (Oecumene-reeks), Bosch en Keuning Baam 1975. 

Wie in dit boekje een verklaring van het laatste bijbelboek zoekt, zal wel bijzonder teleurgesteld worden. De schrijver wil bepaald geen nieuw commentaar aan de reeds bestaande toevoegen. Hij spreekt in de ondertitel van 'n 'muzische' benadering. Rijnsdorp schrijft over de Openbaring niet vanuit de wetenschap, maar vanuit de kunst en de cultuurhistorie. Het is een bekend gegeven dat het laatste Bijbelboek de eeuwen door dichters, schilders, componisten, glazeniers en beeldhouwers geïnspireerd heeft. Denkt u alleen maar aan Albrecht Dürer, aan Haendels Messiah, aan vele kerkliederen. Gefascineerd door de visieoenen der voleinding maakt Rijnsdorp 'n aantal dwarsdoorsneden door dit boek, legt de vinger bij allerlei gegevens, zoals de uitdrukkingen: 'Ik zag' en 'ik hoorde', de teksten over de dieren in de Apocalyps, het halve uur stilte in de hemel, de hymnen, de historische zinspelingen enz. De lezer zal daarbij menig maal een uitroepteken zetten bij verrassende opmerkingen. Ik denk b.v. aan wat Rijnsdorp schrijft over het verschijnsel van de 'stilte', over dieren en beesten in de droom, over techniek en symboliek.

Tegelijk moet ik bekennen dat ik weinig raad weet met een dergelijk boekje. Het is allemaal bijzonder lezenswaard en interessant. Maar dat het boekje zoals de achterflap vermeldt 'een bijdrage kan vormen tot vernieuwde belangstelling' voor dit bijbel­ boek waag ik te betwijfelen. Het geheel laat een wat verwarrende indruk na. Misschien is dat ook wel de bedoeling. Maar dat het boekje ten aanzien van de boodschap van het laatste bijbelboek veel verheldert, kan ik beslist niet zeggen. Men leert er eerder de opvattingen van dr. Rijnsdorp uit kennen dan de boodschap van de Schrift. Maar boeiend en knap geschreven is het ongetwijfeld. En dat Rijnsdorp thuis is in de kunst en de cultuurhistorie wordt door dit boekje nog weer eens bevestigd.

Utrecht

A. Noordegraaf

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1975

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1975

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's