De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FEUILLETON

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FEUILLETON

5 minuten leestijd

Kleine Luijden SCHETSEN UIT HET FRIESCHE DORPSLEVEN
door IDSARDI.
24)
In algeheele zelfverliezing vervolgde Egbert zijn weg. Wat was die wereld mooi, en wat was dat heelal onmeetlijk, en wat was de mensch een nietige aardworm te midden van die grootheid der natuur. Zou het waar zijn wat de bijbel zegt dat er geen muschje ter aarde valt, en geen hoofdhaar gekrenkt wordt zonder den wil des hemelschen Vaders? Zooals zijn moeder onlangs schreef, in een brief vol teere moederzorg en ernstig vermaan? En weer klonk het in zijn ziel:
Het is bestemd in Godes raad.
Te scheiden.
Doch ook aanstonds daarop herinnerde hij zich dat andere couplet vol blijden geloofsroem:
Geen nood slechts, zoo we aan Jezus' hand,
Den weg betreên naar 't Vaderland
Daar boven.
Moog dan 't leven vliên,
Ons wacht een eeuwig wederzien
Ja wederzien. Ja wederzien.
O, dat te kunnen gelooven! Daaraan zich te kunnen vastklemmen! En daarmede het leven door te gaan! Wat zou hij dat wenschen.
Plots werd de stilte verbroken; Uit een nabije straat klonk een angstig gegil van een hooge vrouwenstem, en het volgend oogenblik zag hij haar bij het licht van een lantaarn in wilde wanhoop zich trachtend los te rukken van een beschonken manspersoon, die de vreeselijkste verwenschingen tegen haar uitbraakte en met geweld haar zocht terug te krijgen in de woning. Een tooneel, zooals zich zoovele in de groote steden afspelen, waarop de wereld geen acht meer geeft. 
Zonder te weten wat hij deed, alleen gedreven door de zucht om het zwakke te hulp te komen, vloog Egbert er op in met het doel de vrouw van haar belager te bevrijden, doch nauw had hij een hand ter redding uitgestoken of met een flikkerend mes werd hem een stoot toegebracht, die hem ter aarde deed storten.
Wat er verder met hem gebeurde, heeft hij zich later slechts zeer flauw kunnen herinneren. Alleen wist hij te vertellen van die vrouwengestalte, die zich over hem heen boog, en van stemmengeroes, en het snerpend geluid van een politiefluit, en van een wegzinken als in een diepen vloed. Toen hij voor het eerst zijn oogen opsloeg, lag hij in een ziekenvertrek, met een pleegzuster aan zijn bed, die oogenblikkelijk om assistentie belde, hem tevens alle spreken belettend. Vermoeid heeft hij daarop weer de oogen gesloten, eerst langzamerhand begrijpend dat er iets vreeselijks met hem gebeurd was en dat zijn leven als aan een zijden draad hing. Daarna was zijn temperatuur opgenomen en een opwekkende drank hem toegediend. Verder werd hem gezegd waar hij was, doch tevens dat hij zich rustig moest houden en den volgenden dag verder kon gesproken worden.
Daarop is hij weer ingesluimerd, waarbij het hem was alsof hij o zoo ver weggleed en van heel uit de verte stemmen tot hem opklonken. Af en toe merkte hij, dat er bij zijn bed gewaakt werd, doch het bleef hem een raadsel hoe hij hier kwam en wat hij hier deed. Tot de verklaring kon volgen. Allereerst was hem gevraagd naar zijn naam en woonplaats, en vervolgens of hij zich niets herinnerde van 't geen dien nacht was voorgevallen. Toen kwam het langzaam bij hem boven. Als opkomend uit de diepte, als naderend uit een droomenwereld. Die wandeling. Die stille, zwijgende natuur. Die machtige bekoring van de groote werken Gods. Dat lied van het carillon, 't welk zulke verlangens bij hem had opgewekt. En toen, die angstkreet. En toen die worsteling tusschen een beschonken man en een zwakke vrouwenfiguur, waarop hij ingeloopen is. En toen? Maar meer wist hij niet.
,,Ben ik gewond?" heeft hij gevraagd. En het antwoord was bevestigend.
„Ernstig?" Maar hetgeen daarop gezegd werd, deed hem begrijpen dat hij lag als voor de poorten des doods. Trouwens dat behoefde men hem niet te zeggen. Dat voelde hij aan de vermoeiïng bij de geringste inspanning; bij elke beweging van hand of voet, en dat sprak voldoende uit de teere zorg, waarmede hij dag en nacht omringd werd. Maar toen is meteen een andere gedachte door zijn ziel gegaan. Als hij nu eens zóó de eeuwigheid in moest. Bijna even plotseling, althans onverwacht, als vader. Hoe dan? Waar ging hij dan heen?
Een ontzettende angst maakte zich van hem meester. Hij moest wellicht sterven en wist niet wat er dan komen zou. Afreizen van deze wereld zonder te weten waarheen te gaan! Neen, men moest hem niet beletten te spreken, noch minder verbieden zich ongerust te maken over zijn toestand. Hoe zou hij rusten kunnen aan den rand der eeuwigheid, zonder zeker te zijn van zijn toekomstige bestemming? Of men oogenblikkelijk zijn moeder wilde gaan telegrafeeren en zijn boezemvriend wou laten komen, ook een theologisch student, met wien hij den laatsten nacht vóór dit ongeval nog zoo gesproken had over de zekerheid van de geloofszaken.
Daarop is nog een lange dag en een angstige nacht gevolgd, 't Was alsof de uren omkropen, terwijl de koortsgloed al maar deed vragen om water. Eerst tegen den morgenstond, toen hij wist dat moeder op reis naar Utrecht was, kwam er eenige rust. Wat was dat een ontmoeting geweest tusschen moeder en zoon! Hoe was zij, de eenvoudige dorpsvrouw, geschrokken bij 't krijgen van een telegram, maar nog meer van den inhoud. En toen die verre reis, naar die groote, verre stad, met den spoortrein, waarin zij nog nooit gezeten had.
(Wordt vervolgd).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

FEUILLETON

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's