De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

10 minuten leestijd

Ushirika
Deze vreemde term, ontleend aan het Swahili, een afrikaanse taal, is de naam van het vormingscentrum te Eldoret, waar de GZB werkt in het verband van de Hervormde Kerk van Oost-Afrika. 'Ushirika' betekent zoveel als gemeenschap, en dan gaat het in dit kerkelijk vormingswerk uiteraard niet om de gemeenschap van stam of clan, maar om de gemeenschap der heiligen. Ik ontleen deze gegevens aan een artikel van ds. G. W. van Tricht, hervormd predikant in Amsterdam-Watergraafsmeer, die een drieweeks bezoek heeft gebracht aan projecten van werelddiakonaat en zending in Afrika, in het maandblad Diakonia. De schrijver wijst er op hoezeer het te betreuren is dat de europese bewoners van Kenia zo weinig contact hebben met het werk van zending en diakonaat in hun land. Dat contact behoeft en mag zelfs niet voortvloeien uit de wens: Wat hebben we als Nederlanders elkaar te laten zien? Het gaat immers om werk dat gedaan wordt in Christus' naam. Over de 'ushirika' de gemeenschap rondom het woord van de opgestane Christus schrijft ds. Van Tricht:

En daarom gaat het in deze ushirika niet om de trots op Nederlands werk, of de trots op het werk Van de Gereformeerde Zendingsbond, of die van Kikoejoe-onderwijzers en Nandi-ouderlingen, maar om de volharding in het onderwijs van de apostelen, de breking des broods en de gebeden (Hand. 2).

'Kom over de brug' heeft hier twee of drie jaar geleden geld geschonken voor een kraamkliniek. Alles is zo simpel, zo zonder enige luxe of vlagvertoon, zo essentieel en broodnodig, dat het mij de zoveelste bemoediging was om te zeggen: wie hier een gulden geeft, krijgt voor twee vijftig waar voor zijn geld. Ik kom niet zo dagelijks in verloskamers, maar hier is precies wat nodig is en niets meer. Hetzelfde geldt van de apotheek, de couveuse-afdeling, de instructieruimte voor de jonge moeders (voor hygiëne en voedingsleer). En het geldt van de veelheid van initiatieven, die hier worden ontplooid. De ene na de andere school komt uit de grond — met lange wachtlijsten —, er is een middelbare school, die in de wijde omtrek de beste leerlingen levert aan b.v. verdere theologische opleidingen, er is een centrum in aanbouw voor opleiding van evangelisten met daaromheen de ruimten voor studie en de slaapruimten, in het vormingscentrum maakten we het einde mee van een cursus voor ouderlingen (gemiddelde leeftijd 25!), en een uur catechisatie ... en alles gaat met een enthousiasme en een vriendelijkheid, die je menige gemeente in ons goede vaderland zou toewensen. Daarbij is er een uitstekend gastverblijf (we bleven er twee nachten), waarvan je zou willen, dat het altijd vol was met belangstellenden uit Nairobi of de omtrek. En dat je er zelf wat langer had kunnen blijven.

Waarom? Om méé blij te zijn, met de zwarte medewerkers en de blanke, met de Nederlandse dominees, met arts en verpleegster, met de Kikoejoe-onderwijzers en de vele jongeren — weet ik waar ze vandaan komen — die zich betrokken weten bij het Evangelie. Om een paar woorden meer Swahili te leren, zodat je met wat meer mensen zou kunnen praten, om een kerkdienst mee te maken en de vragen te horen die op catechisatie gesteld worden, om te horen van de plannen van de Nederlandse verpleegster, die hard bezig is zichzelf zo snel mogelijk overbodig te maken zodat zij naar het ruige Noord-Oosten kan, het land van de Turkana, waar nog geen enkele zending tot nu toe heeft gewerkt. Om te beleven wat ushirika is, gemeenschap, om er iets van te ervaren hoe het Evangelie binnengaat in de concrete omstandigheden van een volk, om het gemak te bewonderen waarmee je collega met het Swahili omgaat en te luisteren naar de ellenlange en welgemeende redevoeringen van zwarte ouderlingen, die al geen uitzondering op de regel zijn, dat alle Afrikanen geboren sprekers zijn. Om in een schoollokaal te zitten en naar het zingen te luisteren en te kijken wat er gedaan zou kunnen worden met Afrikaanse melodieën. Maar zelfs na deze veel te korte tijd durf ik het aan om in dit blad te schrijven — of in welk blad ook — dat hier door zwart en niét-zwart wordt samengewerkt in een sfeer, die de gemeenschap van de stam of het volk te buiten is gegaan, omdat zij te maken heeft met het nieuwe volk, de vergadering der gelovigen, het volk van God onderweg, de ushirika der heiligen. En tegen de lezer te zeggen: in dit werk doet u mee, door uw voorbede en uw gaven voor zending en werelddiakonaat. Wees er maar blij mee.

We dachten dat het zin heeft een gedeelte uit dit sympathieke artikel aan u door te geven. Informatie inzake datgene wat er gebeurt in de jonge kerken, waarmee we ons zo verbonden weten, is een goede zaak.

Als wij nu nog over de Reformatie spreken ... 
Dat is de titel van een bijdrage in Woord en Dienst van 19 oktober waarin theologen van verschillende kerken en richtin­gen hun visie geven. De vraag die zich daarbij opdringt of in deze stemmen ook de wezenlijke bedoelingen van de Reformatie doorklinken. Wanneer prof. dr. F. Haarsme, de r.k. hoogleraar uit Nijmegen opmerkt, dat de historische reformatie uit de zestiende eeuw opgenomen is in een vernieuwingsbeweging waarin alle kerken betrokken zijn, dan kan men vragen: Wat wil deze vernieuwing? Is zij hetzelfde als wat Luther bedoelde, toen hij de kerk terugriep tot het evangelie van de rechtvaardiging van de goddeloze? We wagen dit toch te betwijfelen. Vernieuwing is nog wat anders dan reformatie. De hervormde, predikant, drs. N. K. v. d. Akker schrijft in deze bijdrage het volgende:

Zelfs een goede verstaander heeft aan deze halve zin niet genoeg. Je zou er de suggestie uit kunnen halen, dat het weinig zin meer heeft om over de Reformatie te spreken. Nu dan wijs ik zo'n suggestie van de hand. Het heeft wel degelijk zin om over de Reformatie te blijven spreken; het hangt er alleen van af hoe je het doet. De 200 woorden, mij toegemeten, kunnen slechts enkele gedachten bevatten, in het voorbijgaan snel genoteerd.
Krachtens oorsprong is de Reformatie een beweging; zij wilde geen nieuwe kerkformatie, maar een hervorming volgens de kernelementen van het evangelie van de kerk, tóen — in de 16e eeuw — heel concreet de rooms-katholieke kerk. Als beweging behoudt ze haar waarde; zij wil, om in een term van Schillebeeckx te spreken, 'het verhaal van de levende' getrouw en zuiver doorvertellen. Uit dit élan vital kan een mens in 1974 gelukkig leven.
Op het moment evenwel dat zij zich liet verleiden — of misschien door de omstandigheden het dwingen— tot een nieuwe kerkformatie, zette zich een innerlijke tragiek in haar leven vast, die zich uitte in verstarring, in een tot heden ongeneeslijke splijtzwam, en in een concentratie op de plaatselijke en landelijke gemeenschap ten koste van haar verbondenheid met de wereldkerk.
Ik kan het niet beter zeggen dan met het woord van Fiolet: 'De Reformatie is gevallen in het zwaard, — waarmee ze Rome moest bevrijden! Zij heeft belijdenis tegenover belijdenis en kerkorde tegenover kerkorde geplaatst (...) Daardoor is zij geen geloofsuitdaging aan de Rooms-katholieke kerk gebleven. Zij heeft het reformatorisch referentiekader van de Rooms-katholieke kerk verduisterd door zich op even onevangelische wijze als kerk en nog wel als verdeelde kerken te gaan gedragen'. (De Tweede Reformatie, blz. 27).
Nu nog sprekend over de Reformatie zou ik zeggen, dat zij met nieuwe inzet en taaie volharding haar roeping tegenover die kerk alsnog moet trachten waar te maken. Hèt vervelende is, dat voorshands de mogelijkheden aanzienlijk ongunstiger lijken dan, laten we zeggen, een jaar of tien geleden. En toch zullen wij met niet minder toe kunnen, waarbij het besef van een kritische solidariteit met uitgerekend die kerk de testcase van waarachtig reformatorisch leven is. Daarover zou nog veel gezegd kunnen worden, maar ik moet helaas ophouden.

Ook hier rijzen toch een aantal vragen: De Reformatie is van beweging verstard tot kerkformatie, volgens ds. v. d. Akker. Is dit historisch vol te houden? Ik meen wel dat in de opkomst van de 17de eeuwse scholastiek binnen de reformatorische kerken, dus na de kerkformatie, een element van verstarring en verrationalisering ligt, waartegen de nadere Reformatie met klem geprotesteerd heeft. Maar kan men historisch volhouden dat de synode van Embden, of het Geneve van Calvijn, of de vluchtelingenkerken na hun institutaire vormgeving in een innerlijke tragiek zijn vastgelopen?
Bovendien: Wat voor kerkbegrip hanteert v. d. Akker? Beweegt hij zich soms ergens op de lijn van die r.k. theologen die de Reformatie best een plaats willen gunnen binnen het gebouw van de Romana, maar dan onder het dak van de kerk die vanuit Rome geleid wordt, hoe men deze leiding ook definieert. Als Luther inderdaad gehandeld zou hebben zoals v. d. Akker en Fiolet willen dan zou de breuk wellicht niet plaats gevonden hebben, maar dan zou er van de wezenlijke bedoelingen van de Reformatie ook weinig of niets terecht gekomen zijn. Dan zou de Reformatie verzand zijn zoals verschillende vernieuwingsbewegingen binnen de laat-middeleeuwse kerken op de duur verlopen zijn. Ik meen dat de reformatorische kerkformatie, inclusief vorming van belijdenis en kerkorde geen kwestie van splijtzwam is, maar wezenlijk voortvloeit uit het nieuwe verstaan van, ja de ontdekking van het Evangelie van de verzoening. Rome in de 16de eeuw heeft dat beter begrepen dan bepaalde protestantse voorgangers in de 20ste eeuw. De kritiek van Luther op de kerkstructuur van zijn tijd (het pausdom) was immers maar geen bijkomstigheid, waarbij men elkaar nog wel had kunnen vinden, maar hing samen met de diepste motieven van zijn prediking. Luther heeft immers niet voor niets gesproken van de babylonische gevangenschap van de kerk waaruit hij door Gods genade bevrijd was, n.l. 'bevrijd uit de automatisering en de mechanisering van het sacrament, waarbij het aanbod van Gods genade tot een juridisch systeem verworden is' (W. J. Kooiman).

N. K. v. d. Akker citeert met instemming Fiolet, die spreekt over 'een zich op onevangelische wijze als kerk gedragen'. Wil men hiermee zeggen dat alleen binnen het verband van de wereldkerk (lees Rome) men pas evangelisch kerk kan zijn? Als dat inderdaad de bedoeling is dan is het zaak niet alleen in 1974 over de Reformatie te spreken, maar in alle duidelijkheid te herhalen wat Luther en Calvijn in de 16de eeuw ten aanzien van evangelie en kerkvorming gezegd hebben.
Deze herhaling bedoelt geen repetitie te zijn. Natuurlijk zij er verschuivingen, en is er ook inzake de verhouding Rome-Reformatie een en ander gebeurd. Natuurlijk weten we dat binnen de r.k. kerk volop beweging is. Maar het kernpunt is, of deze beweging inderdaad een terugkeer is naar het Woord, naar 't evangelie van de radicale genade door Christus alleen. Het gaat niet om een protestants gelijk-willen-hebben. Het moet ons wel gaan om de zuiverheid van de rechte prediking. En bij alle beweging die er ook binnen Rome is, zijn we allerminst gerust over de ontwikkeling der dingen. Is er wezenlijk wel zoveel veranderd? Is het reformatorisch protest tegen de verwettelijking van de prediking ook vandaag — in een andere contekst weliswaar — niet voluit op zijn plaats? Niet alleen als vraag aan Rome. Ook als vraag en appèl aan onszelf. Want — en dat geven we de scribenten in Woord en Dienst graag toe — voor een triomfalistisch gedenken van de kerkhervorming is allerminst reden. Juist een dergelijke triomfalisme zou een verduistering betekenen van het 'sola gratia, sola fide'!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's