Triomf der genade
Meditatie
Velen ook dergenen die ijdele kunsten gepleegd hadden brachten de boeken bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid en berekende de waarde derzelve en bevonden vijftig duizend zilveren penningen. Handelingen 19 : 19.
Toen de Reformatoren met alle klem opkwamen voor het „Sola fide" — alleen door het geloof — kregen zij prompt het verwijt te horen, dat deze leer zorgeloze en goddeloze mensen maakte. Op dit verwijt bleef de Reformatie het antwoord niet schuldig. Onze Heidelbergse Catechismus geeft in een van haar antwoorden hieraan op klassieke wijze uiting: „Het is onmogelijk, dat zo wie Christus door een oprecht geloof is ingeplant, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid". Onmogelijk ...! Niet, omdat er nu ineens van de gelovige mens zoveel te verwachten is, maar omdat Jezus Christus door Woord en Geest in de harten der Zijnen heerst. En waar Hij koning is, daar blijft het niet bij het oude, daar komt het tot bekering. Daar heeft de gehoorzaamheid des geloofs zijn uitlopers tot in het gewone leven.
Dat zien we in Efeze. Wanneer Jezus Christus daar de overwinning behaalt op de daemonische practijken van Scaeva's zonen en daarmee op de Vorst der duisternis zelf, blijft dit niet zonder uitwerking. Het gebeuren wekt vrees en ontzag onder Jood en heiden. De Naam van Christus wordt groot gemaakt. En binnen de gemeente leidt het tot verdieping van het leven der geloofs. Mensen die vroeger dat heidense leven hadden meegeleefd, maar tot geloof gekomen waren, gaan dit alles nu belijden als schuld voor God en ze bekeren zich van hun duistere practijken. IJdele kunsten zegt de tekst.
Zoals die met name in Efeze gepleegd werden. De zwarte kunst, de magie tierde welig. De handel in magische voorwerpen, amuletten, toverkunde en toverdranken bloeide. De zogenaamde Efezische tekens waren in de antieke wereld beroemd. Toverpapyri en toverboeken met geheimzinnige formules vol magische kracht waren kostbaar en vele mensen werden door deze handel dan ook schatrijk vooral als men de kunst verstond de toverwaar op de juiste wijze aan de man te brengen. Door middel van deze en dergelijke practijken zocht de heidense mens zich te beveiligen tegen allerlei grillige machten, tegen ziekte en dood. De magie moest dienen om een uitweg te vinden voor de angst en onzekerheid waarin men verkeerde. Voor ons besef een vreemde wereld, waar we als nuchtere mensen ons boven verheven wanen. „Primitief heidendom!", zeggen we. Toch kunnen we er niet zo gemakkelijk aan voorbij gaan. In deze ijdele kunsten, deze toverpractijken openbaart zich de zucht om je zelf zekerheid te verschaffen. En een mens, die de levende God in Christus niet kent zoekt zijn houvast in allerlei machten en mensen. Dat is maar niet een uiting van een zekere primitiviteit. Het is de neiging van het van God vervreemde mensenhart om z'n zaligheid en geluk buiten de Heere God te zoeken en te vinden. Toen en vandaag. Het bijgeloof tiert nog altijd. Allerlei occulte practijken worden druk beoefend. Tenslotte zoekt de angst voor leed en nood, ziekte en dood een uitweg. Ook onder een godsdienstige dekmantel. Is veel onechte vroomheid in wezen geen ijdele kunst? En hanteren ook wij niet allerlei middelen om onszelf te verlossen en zich wat zekerheid te verschaffen. Wordt ook onder ons — net als in Efeze — de Naam des Heeren niet menigmaal misbruikt voor eigen practijken?
Van de mensen in Efeze lezen we dat zich van deze magische practijken bekeren. Ze brengen hun toverboeken en toverpapyri bijeen en richten een brandstapel aan. De schuldbelijdenis gaat gepaard met de concrete daad. Bekering is dan ook: de zonde haten en laten. Ziehier de vrucht van Gods genade. De triomf van de Koning der Kerk, Die door Woord en Geest hun ogen opent voor de heerlijkheid van Zijn werk, zodat ze hun oude-gewaande-zekerheden prijsgeven en er mee breken. Om te leven uit Hem, Die waarlijk redt van zonde, duivel en dood. Die door Zijn Kruis en Opstanding verlossing verworven heeft voor zondaren. Door het geloof in Zijn Naam komt het tot de daad der bekering.
Zie hier wat Gods genade vermag. Mensen, gekluisterd in heidensbijgeloof in de afgoderij verzonken, komen door de kracht van Gods genade tot de overgave aan Hem. Zo is Hij vandaag nog. In Zijn Woord laat Hij het ons verkondigen, dat er in Jezus Christus waarlijk redding en geborgenheid is. Dat Woord roept tot geloof en bekering. Kwam het ook in ons leven tot een breuk, zodat we ons vertrouwen leerden stellen op Zijn genade? Denk niet gering over de macht van Zijn genade. Wie — zo verloren als hij is — daarop pleit, doet, geen vergeefs beroep.
Is Zijn Naam ons alles waard geworden? Dan komt het tot de overgave. Dan ziet ge zoveel heerlijkheid in Hem, dat ge door Gods genade uit Hem begeert te leven. Zeker, dat gaat in tegen ons eigen ik, tegen de begeerten van ons hart. Bekering betekent ook, dat ons eigen ik de doodssteek krijgt en het onze er aangaat. De Heere Christus vraagt de radicale overgave van ons hart en leven aan Hem.
Radicaal. Immers door de boeken te verbranden, geven de Efezëers al hun oude zekerheden prijs. Ze hebben niet gezegd: „Laten we maar eens beginnen met die boeken op te bergen, je weet nooit, hoe ze nog eens van pas komen". Neen, ze verbrandden al hun zekerheden waar ze jaren lang op gesteund hadden. Er is geen weg terug. Als straks de nood aan de man komt en het geloof beproefd wordt door ziekte en tegenslag kunnen ze niet meer terugvallen op hun toverboeken. Dan is er maar een houvast: Jezus Christus en Zijn volbracht werk. Maar dan zullen ze ook ondervinden: Dat is genoeg.
Hun daad is een uiting van geloofsvertrouwen, een belijdenis, waarin ze uitspreken: „Gij alleen, o Heere Jezus Christus, zijt onze toevlucht". Zo verheerlijkt Gods Geest in hun hart Christus. Laat dat ook onder ons veel sterker mogen zijn: Om het alleen te verwachten van Hem en Zijn genade. Moeten we niet beschaamd erkennen, dat we zo graag een achterdeur openhouden en zo vaak blijven hinken op twee gedachten.
Het gaat om een radicale overgave aan Hem door het geloof. Dat geloof wil beoefend zijn in de dagelijkse levenspractijk. Het blijft niet opgesloten in de binnenkamer. Neen, de boeken worden publiekelijk verbrand. In het bijzijn wellicht van hun heidense kennissen en buren. Ze schamen zich de Naam van Christus niet, maar belijden die voor de mensen.
Dat geloof gaat ook in tegen onze logica. Want verstandelijk bezien handelen deze mensen dwaas. Een waarde van ƒ 20.000, — wordt prijsgegeven aan het vuur. Mogelijk zijn het winkeliers geweest, die hun hele winkelvoorraad — en daarmee een rijke bron van inkomsten — verbrand hebben. Hier blijkt de vrucht van een levend geloof, dat met Paulus alle ding schade en drek leert achten om Christus te gewinnen.
Neen, dat „ligt" ons niet. Ons zelfzuchtig hart is veeleer bedacht op eigen voordeel. Demetrius had het uit zakelijk oogpunt veel beter bezien. Maar waar de Heere door Woord en Geest de ogen opent voor Christus en Zijn genade daar gaan we verstaan: Wat baat het een mens, als zou hij de gehele wereld winnen en schade lijden aan zijn ziel". Die toverboeken mochten nog zo kostbaar zijn, ze bevrijdden niet van de angst en de onzekerheid. Ze laten een mens doodarm en voeren steeds verder van God af. De dienst der zonde lijkt voordelig, maar is in werkelijkheid een arm, uitzichtloos bestaan. De waarachtige bevrijding en het ware leven liggen in Hem, Die door Zijn volbracht werk het leven verlost uit de kluisters van zonde, angst en pijn. Die uw leven vernieuwen wil tot een leven in Zijn dienst.
Wie door het geloof Zijn vastigheid vindt in Hem, Die Zijn gemeente gekocht heeft voor de dure prijs van Zijn bloed leert ook prijsgeven alles wat hem van Christus aftrekt. Ook al gaat dat in tegen de berekeningen van het eigen hart, ook al kost dat het een en ander. Dan ontwaakt de begeerte om meer en meer te leven uit Hem en Zijn genade.
Ook wij worden geroepen de boeken van ons oude leven — onze „ijdele kunsten" — prijs te geven. Gods Woord en Geest dringen ons daartoe. Geef er acht op. Laat u leiden door Zijn Woord. Opdat Jezus Christus de heerschappij van Zijn genade ook in ons hart en leven oprichte. En onder Zijn heerschappij zijn wij zalig, waarlijk vrij en geborgen. Geborgen in Hem, Die uw leven verlost van het verderf.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 1964
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 1964
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's