De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

8 minuten leestijd

DE EENHEID DER KERK (3)
Maar ook in het Westen gingen de splitsingen steeds verder. Er traden mannen op, die de Kerk aan het Apostolische levensideaal toetsten en den „stedehouder van Christus" vergeleken met de dienaren der Kerk en toen beiden. Kerk en Paus, veroordeelden. De Waldenzen, de Wicleffieten, de Hussieten enz., kwamen tegenover de verwereldlijkte Kerk op voor het geloof van de Apostolische Kerk. Zij hielden daar door wel den voortgang der ontaarding van de Kerk tegen, maar zij zelf werden door de Kerk — vervloekt. Een man als Franciscus van Assisi, die zich van de Waldenzen maar heel weinig onderscheidde, bleef in de Kerk. En het een en het ander, ook de splitsingen en deze sectevormingen, hebben de Kerk behoed voor de algeheele verwereldlijking, die haar altijd weer bedreigt.
In de 16de eeuw komt de groote splitsing, die geen vrijwillige scheiding was, maar een uitstooting. Haar uitgangspunt ligt in de leer. Immers streed Luther niet zoozeer tegen ontaarding in het leven, als wel tegen die in de leer. Hij ging van de opvatting uit, dat, als de leer zuiver is, wij ook een slechten en zondigen paus nog wel zouden kunnen verdragen. Want het komt volgens Luther alleen aan op de zuivereverkondiging van het Evangelie der rechtvaardig makende genade, die den mensch zonder zijn toedoen, zonder eenige verdienste zijnerzijds, zonder de werken, als een goddelooze zalig maakt in en door het geloof in Christus.
Dat hij wegens deze leer van de rechtvaardiging des zondaars alléén uit genade, in den ban werdegedaan, was voor Luther een groote ontgoocheling ! Hij wilde geen nieuwe Kerk, maar hij wilde de zuivering der oude, naar de leer van Paulus en het geloof der Apostelen. De uitbanning vervulde hem met zulk een smart, dat hij zich daarna alleen in hartstochtelijke taal tegen den paus kon uiten. De paus werd voor hem de Antichrist, omdat hij de zuivere leer verhinderde en verbood. Met ongebreidelden hartstocht spreekt hij tegen het pausdom, dat hij kenschetst „als door den duivel gesticht". En van de andere zijde trad men nu even hartstochtelijk tegen Luther op ; men noemde hem „het wilde dier, dat den wijnberg des Heeren verwoestte". Wat door Luther als zuivere leer verkondigd werd, gold voor de Kerk als verderf der ware leer, en hij, die door de Hervormden voor den grootsten profeet werd gehouden, heette in Rome „de duivelachtigste van alle ketters".
En deze kloof, als een afgrond zoo diep, tusschen Lutheranisme en pausdom, bestaat tot heden nog ; deze wederzijdsche afkeer heeft maar een geringe aanleiding noodig om tot nieuwen wederzijdschen haat te ontvlammen.
Evenwel is het bij deze groote splitsing niet gebleven. Bij dien, die zich van 't pausdom hebben losgemaakt, is de eene afscheiding gevolgd op de andere. Telkens nieuwe splitsingen en nieuwe groepvormingen. Het werk der reformatoren was verschillend gericht Zwingli vertegenwoordigde een vrij, humanistisch-Christelijk levensideaal. Calvijn verkondigde den Godsstaat, die, Gods heerlijkheid en Zijn wet op aarde moet verwerkelijken. De Doopers wilden de zuivere gemeente der heiligen vormen. De Spiritualisten kwamen op voor de aanbidding Gods in geest en in waarheid" — aldus prof. Heiler. „Luther bestreed al deze afwijkende uitleggingen van het Evangelie niet minder scherp dan hij dat het pausdom en de papisten deed. Hij noemde Zwingli een blinden heiden en Godslasteraar. Hij bestreed Calvijn, ofschoon Calvijn tegenover Luther de uiterste verdraagzaamheid betoonde en verklaarde, dat, ook al zou Luther hem voor een duivel uitmaken, hij dan toch niet zou ophouden in Luther een grooten knecht Gods te zien. Hoe groot het wederzijdsche elkaar-niet-begrijpen onder de strijdende partijen was, toonde een zoo vrome en fijnzinnige man als, Paul Gerhard, de groote Luthersche dichter, die aan de Calvinisten de mogelijkheid ontzegde om zalig te worden.
(Wordt voortgezet).

DE LEERSTOF VOOR DE CATECHISATIE
Prof. dr. H. Bouwman van Kampen schrijft in „De Bazuin" een artikelenreeks over het Catechetisch Onderwijs. Wat de leerstof voor de Catechisatie betreft zegt hij 't volgende :
Zooals wij tot nu toe gezien hebben is het doel van het Catechetisch onderwijs het bewuste geloof aan te kweeken, en de gedoopten tot het deelnemen aan het avondmaal te leiden. Om die reden moet het onderwijs van dien aard zijn, dat niet alleen uitwendige kermis wordt bijgebracht, maar ook en bovenal, dat de belangstelling voor de hoogere dingen, de liefde tot God en den Heere Christus wordt aangekweekt. Dat het onderwijs op de catechisaties voldoende vrucht gedragen heeft, moet blijken bij de geloofsbelijdenis. De geloofsbelijdenis is in den diepsten grond een beamen van de leer der kerk, welke kennis niet mag zijn een bloot verstandelijke kennis, maar een levende kennis, die zetelt in het verlicht en geheiligd verstand. Nimmer waren de Gereformeerde kerken tevreden met een uitwendige belijdenis en een algemeene toestemming der waarheid, maar zij hebben ter dege den eisch gesteld, dat er zou gevraagd worden naar de toeëigening der waarheid en de levenskeus.
Daaruit blijkt dat de catechisatie ten doel heeft om een band te leggen tusschen het bewustzijn en de leer der kerk, om een bewust geloof aan te kweeken.
De leerstof welke op de catechisatie moet behandeld worden is de H. Schrift en de geloofsbelijdenis der kerk. Allereerst de H. Schrift. De H. Schrift is bron en uitgangspunt onzer kennis. Op haar hebben wij in ons denken en handelen altoos terug te gaan. Zal men de belijdenis der kerk recht verstaan, dan moet allereerst de H. Schrift recht worden gekend. De christelijke kerk kan zonder haar niet worden gedacht. In haar rust ons geloof. Door haar hebben wij kennis van onze verlossing, gemeenschap met God. De jeugd der gemeente moet leeren inleven in de H. Geschiedenis, in de gangen der Godsopenbaring, in de wijze waarop God zijn werk tot overwinning op satan, en tot verlossing door Christus heeft willen tot stand brengen. Een groote steun voor het Catechetisch onderwijs zijn onze christelijke scholen, waar de kinderen der gemeente dagelijks de Bijbelsche geschiedenis hoor en vertellen. Doch ook de catechisatie mag de heilige historie niet verwaarloozen, en moet in 't bijzonder de leerlingen bepalen bij de groote heilsfeiten, en tevens bij hen de liefde voor de schoonheid en den rijkdom van Gods Woord aanwakkeren. Wie liefde tot onderzoek weet aan te kweeken, zal ook vrucht op zijn arbeid zien. De catechumeen moet met den inhoud der Heilige Schrift vertrouwd zijn, met het oog op de kennis van den weg en het verbond Gods, met 't oog op eigen ziele zaligheid. Zal het wél zijn, dan kome de catechisant niet zonder den Bijbel op de catechisatiën.
Het tweede stuk van het onderwijs is dat in den Catechismus. Juist omdat de catechisatie ten doel heeft voor te bereiden voor de deelname aan het Avondmaal, moet het onderwijs uitgaan van de belijdenis der Kerk. Zal de beiydenis leven in het hart der gemeente, dan moet haar inhoud bij de leden der gemeente bekend zijn. Zoo hebben de reformatoren van de 16de eeuw het gezien, daarop hebben ook de mannen van de Reformatie van 1834 en 1886 gewezen. Er zijn na de Dordtsche Synode vele en ook voortreffelijke vraagboeken geschreven, maar de schaduwzijde dezer boeken was, dat zij het officieele kerkelijke leerboek, den Catechismus, op den achtergrond gedrongen hebben. En daar vele der vraagboeken in dienst stonden van een afwijkende richting in Kerk en theolo­gie, en zij met name in de tweede helft der 18de en in de eerste helft der 19de eeuw soms rechtstreeks in strijd leerden met de kerkelijke belijdenis, (Egeling, De weg dei zaligheid ; Doedes, Wester, Brink e.a.) mogen wij wel zeggen, dat die vraagboekjes enorm veel kwaad gedaan hebben.
Tot nog toe leverde geen enkel Catecheet beter werk, dan de Heidelbergsche Catechismus gaf. Zelfs overtreft onze Catechismus als leerboek voor de jeugd verre die van Calvijn en Westminster. In deze laatste treedt het schoolsche element wel wat al te sterk naar voren, maar de Catechismus vereenigt in zich zoo heerlijk den krachtigen toon des geloofs en der kennis, met de practijk der godzaligheid. Voorts heeft de Catechismus dit voor, dat in een kort bestek alle stukken der leer, de inhoud der 12 artikelen, de wet en het gebed, worden behandeld, aan de hand waarvan door den Catecheet ook de dwaalleeringen van vroeger en later, benevens de gewichtige vragen van den dag kunnen worden behandeld. Om die reden is het zeker ni«t gewenscht den Catechismus in te ruilen voor een nieuw vraagboek, tenzij dit als beproefd en zuiver Schriftmatig door al de Gereformeerden op niet lager peil wordt moeten wel bedenken, dat, zal het der Kerk wél gaan, het Calvinisme niet ontaarde In scholastiek en intellectualisme. De Kerk moet levensbrood bieden, levenselixer, zal de warmte des geloofs bloeien, en zal d« liefde niet verkouden, en zullen de christenen vol moed en kracht optrekken ondei de banieren van Christus. Mede daarom blyve de Catechismus het boek voor de catechisatiën.
Wel is 't goed, dat, vooral de gevorderde leerling, een korte verklaring van het kerkelijk leerboek gebruikt naast den Catechismus, of ook dat de Catecheet enkele aanteekeningen bij sommige hoofdstukken door den leerling laat opschrijven, maar toch altijd zoó, dat de Catechismus hel leerboek blijft. En het bezwaar, dat vele Catechismus-antwoorden wat zwaar zijn om te leeren, valt geheel weg, wanneer gezorgt wordt, dat in de schoolperiode reeds de Catechismus wordt geleerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's