Dag van vreugde
Waarde van de rustdag – sabbat na Christus’ opstanding (3, slot)
De opstanding van de Heere Jezus is het belangrijkste scharnierpunt in de heils- en wereldgeschiedenis. Er breekt een nieuwe tijd aan, een nieuwe schepping. Dit zet ook de sabbat in een ander licht, namelijk het licht van de vervulling in Christus. Dat raakt zowel de inhoud als de vorm.
De opstanding is te vergelijken met de eerste dag van de schepping. Wat een heerlijk licht straalt er uit het open graf. De nieuwe tijd zou je met een hedendaagse term een update kunnen noemen, zoals die bij computerprogramma’s wordt toegepast. Het programma blijft in zijn kern intact, alleen wordt het bijgewerkt naar de nieuwste stand van zaken om zo des te beter te kunnen functioneren.
Arme moedergemeente
Een van de aanwijzingen die hierop wijzen, vinden we in Johannes 20. Hier wordt beschreven hoe de Heere Jezus op de dag van Zijn opstanding in de discipelkring verschijnt en een week later opnieuw. Ze zijn weer samengekomen en opnieuw verschijnt de Opgestane in hun midden om Zijn vrede uit te delen. Dat is niet toevallig keer op keer op deze eerste dag van de week. Daarom kwamen ze telkens weer op deze gedenkwaardige eerste dag bijeen om hun samenkomst te houden, hun prille kerkdienst. De aanduiding ‘de eerste dag van de week’ is een staande uitdrukking geworden. Uit andere plaatsen in het Nieuwe Testament maken we op dat de christelijke gemeente op de eerste dag van de week bijeenkwam. Zo lezen we in Handelingen 20:7-12 dat de discipelen in Troas op de eerste dag van de week bijeenkwamen. Niet zomaar voor een neutrale ontmoeting, maar voor prediking, sacrament en gebed; duidelijk dus een gemeentelijke samenkomst. Met een zekere vanzelfsprekendheid wordt verteld dat de gemeente op de eerste dag, de dag van Christus’ opstanding, bijeenkwam.
Hetzelfde vinden we in 1 Korinthe 16, waar een ander vast onderdeel van de wekelijkse samenkomst van de gemeente wordt genoemd, namelijk de collecte voor de arme moedergemeente in Jeruzalem. In dat verband merkt Paulus op dat de gemeente niet pas met de inzameling moeten beginnen als hij bij hen is gekomen, maar nu alvast: ‘Op elke eerste dag van de week moet ieder van u bij zichzelf iets opzijleggen.’ (vs.2)
Het was een vast patroon: de gemeente kwam elke eerste dag van de week bijeen. Dit gold trouwens niet alleen voor de gemeente te Korinthe, maar Paulus geeft dezelfde richtlijn aan alle gemeenten in Galatië.
De dag des Heeren
In dit verband moeten we ook kort ingaan op de vermelding van ‘de dag des Heeren’ in Openbaring 1:10. Johannes beschrijft hoe de verheerlijkte Christus aan hem verscheen op de dag des Heeren. De vraag is of hiermee de eerste dag van de week is bedoeld als verwijzing naar de dag van Christus’ opstanding. In het Oude Testament kennen we immers de uitdrukking de dag des Heeren ook als een toekomstige dag van gericht en heerlijkheid.
In de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta (LXX), wordt dit weergegeven als ‘de dag van de Heere’ (hèmera tou kuriou). In Openbaring 1:10 treffen we echter een andere manier van uitdrukken aan: ‘de aan de Heere toebehorende dag’ (kuriakè hèmera).
In vroegchristelijke geschriften, zoals de Didachè (het onderwijs van de twaalf apostelen, een geschrift uit het begin van de tweede eeuw), komt deze zelfde uitdrukking voor als verwijzing naar de eerste dag van de week, waarop de gemeente samenkomt.
Dat kan erop wijzen dat dit vroegchristelijke spraakgebruik teruggaat op Openbaring 1:10. Met de dag des Heeren wordt daar dus de dag bedoeld waarop de gemeente samenkomt en de opstanding van Christus herdenkt. Dit betekent dat er aan het eind van de eerste eeuw al een vaststaande uitdrukking circuleerde om de dag van de samenkomst van de gemeente, die op de eerste dag van de week plaatsvond, de dag des Heeren te noemen.
Let wel: het gebeurt op aanwijzen en op gezag van de apostelen en zonder kritiek of vermaning dat het eigenlijk op de sabbat had moeten zijn. Het gezag van de apostelen is een afgeleid gezag van het gezag van Christus Zelf. Nadrukkelijk heeft Christus tijdens Zijn omwandeling Zijn gezag over de sabbat geopenbaard. Hij gaf na Zijn opstanding de apostelen opdracht om aan hen die het Evangelie gehoorzaam zijn, te leren onderhouden ‘alles wat Ik u geboden heb’ (Matt.28:20) – daarbij is Zijn Heer-zijn over de sabbat niet uitgesloten.
Tegen deze achtergrond kan gesteld worden dat het ondenkbaar is dat de eerste dag de dag des Heeren genoemd kon worden, zonder dat dit gezag van Christus erachter staat. Hiermee is uiteraard niet alles gezegd. In de eerste eeuwen van het christendom was er – ook afhankelijk van de context waarin een jonge christelijke gemeente functioneerde – niet een eenduidige praktijk. Niettemin loopt het spoor dat in het Nieuwe Testament begint, verder door in de geschiedenis.
Nieuw woord
Tot slot staan we stil bij Hebreeën 4. Het thema in dit hoofdstuk is ‘ingaan in de rust’. De apostel trekt een parallel met het oudtestamentische verbondsvolk, waarvan het merendeel niet is ingegaan in het beloofde land, het land van de rust, vanwege hun ongeloof. Laat dat waarschuwende voorbeeld ons aansporen om ernst te maken met het Evangelie, zegt vers 11. Laat niemand in hetzelfde voorbeeld van ongeloof vallen.
Samenvattend zegt vers 9: ‘Er blijft dus nog een sabbatsrust over voor het volk van God.’ Er is iets bijzonders met vers 9. In andere verzen in Hebreeën 4 lezen we steeds het woord katapausis (rust), maar hier gebruikt de apostel een ander woord, namelijk sabbatismos.
Dat woord komt alleen hier in het Nieuwe Testament voor en men neemt aan dat het een nieuw woord is, door de schrijver van de brief bedacht. Het kan het beste worden weergegeven als sabbatsrust, of sabbatsviering.
Laten we bedenken dat de schrijver deze brief richt aan de tweede en derde generatie christenen aan het eind van de eerste eeuw van onze jaartelling. Tegen hen zegt hij: er is een nieuwtestamentische sabbatsviering. Dit ene woord sabbatismos als zodanig laat iets zien van wat we tot dusverre in Gods Woord hebben gevonden: er is en blijft een sabbat en sabbatsviering, maar dan voor de nieuwtestamentische gemeente en in nieuwtestamentisch licht.
Sportevenementen
We hebben een summiere verkenning gedaan van enkele bijbelse gegevens inzake de sabbat. Er zou uiteraard nog meer van te zeggen zijn; ook de kerkgeschiedenis biedt veel stof tot verdere bezinning. Laat onze slotsom zijn: dank God voor de rustdag. Laat het een dag van vreugde zijn. Een christen dient zich verre te houden van de invulling die de wereld in toenemende mate aan deze dag geeft als het gaat om sportevenementen, congressen, tentoonstellingen en beurzen.
De zegen van Zijn dag wordt bepaald door het feit dat zij een telkens terugkerende gedachtenis bewaart aan de voltooide schepping en aan het volbrachte verlossingswerk, en de belofte bevat van een heerlijke toekomst.
De rechte viering en beleving van de sabbatsrust doet ons terugblikken naar het begin, en vooruitzien naar het einde, in doorleefde verwondering over de verlossende genade in Christus.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's