Gemeenschap met Jezus
Christus’ aanwezigheid in het avondmaal – bijbelse lijnen (1)
Mijn ervaringen bij het avondmaal als predikant en als gemeentelid zijn wel verschillend. Soms raakt het je diep, soms gaat het toch wat langs je heen. Bij de vraag hoe we de gemeenschap met Christus dieper tot onszelf door kunnen laten dringen, concentreer ik mij op het woord gemeenschap.
Laten we een recente avondmaalsdienst in gedachten nemen. Hoe hebben we daarin de aanwezigheid van Christus ervaren? Ervaringen kunnen heel verschillend zijn. Misschien denk je wel: het gaat toch helemaal niet om de ervaring, maar om de versterking van het geloof? Daar heb je gelijk in. We geloven in de werkelijke aanwezigheid van Christus in het avondmaal, ook als we die niet ervaren.
Ene lichaam
Toch gaat die daadwerkelijke aanwezigheid van Christus, de presentia realis, ook niet buiten ons om. Het is niet best als we er nooit iets van merken.
In 1 Korinthe komt het woord gemeenschap tweemaal voor in de vraag van Paulus: ‘De drinkbeker der dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is die niet de gemeenschap met het bloed van Christus? Het brood dat wij breken, is dat niet de gemeenschap met het lichaam van Christus?’ (1 Kor.10:16)
Het woord staat daar in een polemische context. Je kunt niet deelnemen aan de offermaaltijden voor de afgoden én deelnemen aan de maaltijd van de Heere. Het is opvallend dat daarbij het ene brood als teken van het ene lichaam van Christus benadrukt wordt: ‘Omdat het brood één is, zijn wij, die velen zijn, één lichaam, want wij allen hebben deel aan het ene brood.’ (1 Kor.10:17)
Communie
Misschien dat het woord gemeenschap ook in Handelingen 2 staat voor het avondmaal. De bekeerlingen van de eerste pinksterdag ‘volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden.’ (2:42) Je kunt het breken van het brood lezen als een verklaring bij gemeenschap. Dan is de gemeenschap de breking van het brood. De gemeenschap kan echter ook slaan op de gemeenschap van de goederen en de eensgezindheid uit de verzen die volgen. Hoe het ook zij, de avondmaalstafel en de gemeenschap van goederen zijn nauw aan elkaar verbonden. Gemeenschap is een actief woord. In het Engels spreekt men wel van een event word. Misschien zouden we het ook wat actiever kunnen vertalen. ‘Het brood dat wij breken is het deelnemen aan het lichaam van Christus’ en ‘de drinkbeker der dankzegging is het participeren in het bloed van Christus’. In het avondmaal ontvang je iets, dat is de genade die vooropgaat. Maar door op te staan, te eten en te drinken, doe je ook iets. Als je ter communie gaat – het is een beetje jammer dat we dat woord communie kwijtgeraakt zijn – dan geef je daarmee aan dat je deelt in het lichaam van Christus, in de gemeente en in het bloed van Christus, Zijn lijden.
Als Paulus het woord gemeenschap gebruikt bij het avondmaal, dan herneemt hij ook wat hij in de eerste verzen van 1 Korinthe daarover schrijft. Ondanks de verdeeldheid, de verwarring en de onheiligheid van de Korinthiërs, is God trouw. Hij heeft hen geroepen tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere. De Korinthiërs zijn door het Evangelie als het ware ingetrokken in de gemeenschap van Christus. Zoals een magneet het ijzer aantrekt, zo trekt Christus ons naar Zich toe.
Meer dan herinnering
Die gemeenschap is ook altijd een gemeenschap aan het lijden en sterven van Christus. Hij is het Lam van God Dat de zonde op Zich nam en het avondmaal herinnert ons aan Zijn eenmalige offer. Het woord gedachtenis in ‘doe dat tot Mijn gedachtenis’ wijst ook in de richting van de aanwezigheid van Christus Zelf. De rooms-katholieke traditie neigt ertoe om de betekenis te maximaliseren door het te lezen als het objectief present stellen van Christus in de eucharistie, terwijl sommige protestanten het minimaliseren tot een herinnering aan dat wat Christus voor ons gedaan heeft. Ik laat de details van die discussie nu maar rusten.
Het woord gedenken wordt alleen door Lukas en Paulus – niet door Mattheüs en Markus – gebruikt in verband met het avondmaal. Het werkwoord betekent meer dan een herinnering. Het gaat ook om het actief present zijn. Gedenken is vieren. Gedenk de sabbatdag...
Bij Paulus komt de gemeenschap ook tot uitdrukking in het voorzetsel met. De gelovigen lijden met Hem, zij zijn met Hem gekruisigd en met Hem begraven. Zij worden ook met Hem levend gemaakt en staan met Hem op uit de doden. Het voorzetsel ‘in’ drukt ook de gemeenschap met Christus uit. Hij in mij en ik in Hem. Het geloof verenigt met Christus en het avondmaal drukt die vereniging uit.
Maranatha
De avondmaalsgemeenschap heeft ook een eschatologisch karakter. Het avondmaal wijst heen naar de toekomst van Christus. Zo dikwijls als wij dit brood eten en deze drinkbeker drinken, verkondigen wij de dood van de Heere, totdat Hij komt (1 Kor.11:26). Door de mystieke unie met Christus, door het geloof als gave van de Geest, delen we nu reeds in het leven van de toekomende eeuw.
Dat aspect van de presentie van Christus komt het sterkst naar voren in de Aramese uitdrukking ‘maranatha’ (1 Kor.16:22): ‘Onze Heere, kom!’ of ook ‘Onze Heer is gekomen’.
Deze uitroep is in ieder geval al heel vroeg met de avondmaalsviering verbonden geraakt. In een onderwijzing uit ongeveer 120 na Christus staat het woord aan het eind van een eucharistisch gebed: ‘Laat de genade komen, en laat deze zondige wereld voorbijgaan. Hosanna aan de God van David! Als iemand heilig is, hij kome, als iemand dat niet is, laat hij zich bekeren. Maranatha. Amen.’ (Didachè 10:6) Bij de gemeenschap gaat het ten slotte natuurlijk ook om de onderlinge verbondenheid in Christus. Misschien dat het woord juist daarom in de brieven aan de Korinthiërs gebruikt wordt. De gemeenschappelijke gemeenschap met Christus maakt de verdeeldheid tot een onmogelijkheid. Paulus druk dat uit met het beeld van het lichaam. Het avondmaalsbrood staat symbool voor het ene lichaam van Christus.
Volgens de nieuwtestamenticus Henk Jan de Jonge (1943-2022) is de gemeenschap zelfs het meest fundamentele element van de avondmaalsviering. Het avondmaal beeldt de corporatieve eenheid van Jezus en Zijn volgelingen uit, die verbeeld en beleefd wordt in het nuttigen van brood en wijn.
Joodse achtergrond
Je kunt het avondmaal ook benaderen vanuit de Joodse achtergrond. Paulus schrijft: ‘Want ook ons Paaslam is voor ons geslacht: Christus. Laten wij dus feestvieren.’ (1 Kor.5:7-8) Het breken van het brood en de drinkbeker van de dankzegging zijn onderdelen van de Joodse paasmaaltijd. Enige voorzichtigheid is hier wel geboden, omdat we niet precies weten hoe de paasmaaltijd er in Jezus’ dagen uitzag. Het rabbijnse Jodendom heeft zich ontwikkeld in reactie op het christendom.
De eerste christenen hebben de avondmaalsviering wel in lijn gezien met het oudtestamentische Pesach, maar Pesach is vooral een gedachtenismaaltijd met betrekking tot de bevrijding uit Egypte en de redding van de eerstgeborenen, die daarom aan God toebehoren.
Misschien kun je nog wel iets zien van die gemeenschap in de oproep van Hizkia aan de inwoners van Efraïm en Manasse om het paasfeest te vieren: ‘Geef de Heere de hand en kom naar Zijn heiligdom.’ (2 Kron.30:8) Je kunt de gemeenschap in ieder geval wel verbinden met het eten van een offerdier als uitdrukking van de innige verbondenheid met God. Zo schrijft Paulus dat degenen ‘die de offers eten, gemeenschap hebben met het altaar’ (1 Kor.10:18), waarbij het altaar als een soort eufemisme verwijst naar God. Voor Paulus is dat in ieder geval een argument om niet met de heidense offerfeesten mee te doen.
Eruit leven
De essentie van het avondmaal is gelegen in de gemeenschap met Christus, Die gekomen is om als het Paaslam voor ons geslacht te worden en Die is opgestaan in de nieuwe werkelijkheid van het Koninkrijk van God. Het is niet zozeer de vraag wat we ervan beleven, maar of we dit ook echt geloven en eruit leven. Telkens als we het avondmaal vieren staan we in de meest nauwe verbinding met Christus, Die voor ons gestorven is en Die nu in de hemelse heerlijkheid verkeert.
Christus en het avondmaal
1. Bijbelse lijnen
2. Historische lijnen
3. Praktijk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's