
UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. Broeders, ik spreek naar den rnensch : zelfs eens menschen verbond, dat bevestigd is, doet niemand te niet, of niemand doet daartoe. Vers 15. Na de hoofdzaken te hebben besproken, komt Paulus tot een nieuw betoog, ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. (XX).Opdat de zegening van Abraham tot de Heidenen komen zou, in Christus Jezus, vers 14. Steeds heeft Paulus de plaats op het oog: „in uw zaad zullen alle volkeren gezegend worden", omdat de aan Abraham belo ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. Het doel der Wet. Vers 19—29. (II). Vervolg vers 19. Wanneer gezegd wordt: „als de Wet toch niet rechtvaardigen kan, laten we dan maar geen goede werken meer doen", dan is dat een euvel, dat we niet aanstonds verhelpen kunnen. Toe ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. (IV) Vervolg vers 19. Het typeerende der Wet is, dat zij, evenals op den berg Sinaï het geval was, door bliksem, donder en bazuingeschal de gemoederen verschrikt; als met een bliksemstraal werpt zij het ondier, dat e ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. Het doel der Wet. Vers 19—29. (VII) en zij is door de engelen besteld in de hand des middelaars. Slot vers 19. De apostel maakt hier geen uitstapje ; ook brengt hij niet iets ter sprake, dat hij zoomaar in het voorbijgaan aanstipt ...

UIT DE HISTORIE
Luthers verklaring van Paulus' Brief aan de Galaten Hoofdstuk III. Vervolg vers 20. (VIIl) De naam „middelaar"' heeft dus betrekking op twee partijen, waarvan de eene beleedigt, en de andere beleedigd wordt. Wij ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III.Het doel der Wet. Vers 19—29. (IX) Is dan de Wet tegen de beloftenissen Gods ? Dat zij verre; want indien er een Wet gegeven ware, die machtig was levend te maken, zoo zou waarlijk de rechtvaardigheid uit de Wet zijn. Vers ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. Het doel der Wet. Vers 19—29. Vervolg vers 23. Een christen kent dus in zijn hart een tijd der Wet en een tijd van genade. De tijd der Wet is het, wanneer deze mij kwelt en plaagt; wanneer zij mij tot kennis der zonde brengt en deze doet to ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III.Het doel der Wet. Vers 19—29. Maar als het geloof gekomen is, zoo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester. Vers 25. Dit wil zeggen: wij zijn vrij van de Wet, van kerkers en van tuchtmeesters. De Wet verschrik ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk IV. De vrucht van het Evangelie, dat vrijmaakt van de Wet. Vers 1—7. Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijnen Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de Wet, op ...