
De last des Heeren door den Profeet Jeremia tegen Juda.
( Vervolg). Jeremia Cap. VII—X. Cap. VII. Zoo zegt de Heer' der legerscharen, de God van Isrel: 'k heb een lust in wat gij offert op de altaren; eet vleesch en laat uw God met rust! 'k Heb uwen vaadren niets geboden, toen Ik he ...

De last des Heeren door den Profeet Jeremia tegen Juda.
(Vervolg).Hoort dan des Heeren woord, gij vrouwen, en leent uw ooren aan Zijn mond; leert ook uw dochtren klagen, rouwen, want do Engel des verderfs waart rond; hij waart en roeit in al de wijken de kindren uit van armen, rijken, de keur der knapen van de straat. Spreek, zegt de Heer', zóó ...

De last des Heeren door den Profeet Jeremia tegen Juda.
De last des Heeren door den Profeet Jeremia tegen Juda. (Vervolg en Slot).Daar wordt een bang gerucht vernomen, een dof gerommel uit het Noord spelt, dat een onheil dreigt te komen waar nimmer oor van heeft gehoord; verwoesting rept haar schuwe schreden, ver ...

Psalm XLII (Psalm 42)
Geen hinde hijgt ooit sterker naar de stroomen dan zich, o God, mijn ziel uitstrekt en smachtend reikhalst om tot U te komen, den God, die leeft en leven wekt. Mijne ziele dorst om, van haar angst ontladen, in 't licht Uws aanschijns zich te baden.Tot spijze zijn mij dag en nacht mijn tran ...

Psalm XLIII.(Psalm 43)
God, doe mij recht, twist Gij mijn twistzaak tegen een liefd'loos volk en red mij toch van wie me ontrust altoos en allerwegen, den man van onrecht en bedrog. Zoudt Gij, mijn Heul, me afvallen en gedoogen dat mij mijn vijand houdt gebogen?Zend toch Uw licht, gebied Uw trouw; zij moeten. He ...

Psalm LXXIII (Psalm 73)
Ja, goed is God voor Israel, voor hen, die rein van harte, welbevestigd in Zijn wegen treden. Maar ik, schier wankelde mijn voet en — had de Heer het niet verhoed — zoo ware ik zeker uitgegleden.Ik was afgunstig op 't geluk der trotschen, die, bevrijd van druk, tot aan hun dood toe welig g ...

Naar de bergen!
'k Hef omhooge 't harte en 't ooge naar der Bergen majesteit, waarvandaan ik al mijn kracht en al mijn hulpe alleen verwacht en al mijn ziele-zaligheid.Bergen, boden in de nooden van ons arm, ontaard geslacht, naar Gods Woonstee wijst uw top en in Gods Woonstee voert ge ons op en Woonstee ...

Psalm XXXI.(psalm31)
Ik stel, o Heer', mij in Uw handen, vertrouwend op Uw Majesteit. Och, maak niet eeuwig mij te schanden; red mij door Uw gerechtigheid. Neig dan Uw oor en haastig red mij ; wees mij ter rots, ten burg, o Heer'; verhoor mijn zielebede en zet mij in Uwer schuilplaats schaduw neer.Gij-zelf, Gi ...

Nieuwjaar 1914.
(Psalm XXXIX.) Ik zeide: ik zal mijn weg bewaren, dat zonde niet myn tong vervoer'; 'k zal met een toom mqn mond bezwaren zoolang de zondaar mij beloer'.Ik was verstomd door 't lange zwijgen; 'k zag af van 't goede, maar mijn smart werd duldeloos bij 't angs ...

Psalm XXXVIII.
Wil mij niet in toorn vervolgen, noch, verbolgen, onmeedoogend straffen, Heer', want het treffen van Uw schichten doet mij zwichten en Uw hand drukt zwaar mij neer.Ach, niets heels bleef aan rnijn leden, afgestreden door Uw gramschap, weggeweend; niets gezonds wordt om mijn zonden meer gev ...