
Neemt en leest!
Hebr. 4:12, Hand. 8 : 30, 35. Neemt en leest : gij hoort God spreken ; 't is u zielsspijs ; neemt en proeft; wat een zpndaarsziel behoeft zal als honing daaruit leken tot uw binnenst ingewand, hart verkwikkend en verstand. .Vraagt gij dan : hoe zal ik lezen ...

PINKSTERGEBED.
Wil, Heere, mij bestralen. Met 't licht van Uwen Geest; Dat die mocht nederdalen. Op mij, dit Pinksterfeest. .Opdat in ankst en vreezen, In droefheid en in smart; Die telkens weer kan wezen. De Trooster van mijn hart.Opdat in druk en lijden. Bij twijfel en gemis ; Die mij dan kan ve ...

Levensdoel.
Gedurig klinkt vurig mijn bede tot Hem, Wiens ooren steeds hooren een biddende stemGedenk mij en schenk mij, uit louter gena, een leven welks streven is : U achterna.Welks jagen en vragen, welks eenigst bestaan, is 't haken naar zaken, die nimmer vergaan.Welks gangen verlange ...

BESTRIJDING.
'k Ben bedolven In de golven Van mijn zonden en mijn schuld ; Alle dagen Moet ik klagen. Dat ik daarmee ben vervuld.„'k Sla de oogen Met meêdoogen Op een volk, dat Mij verliet ; Doch wier vragen Alle dagen Thans weer is : Verstoot ons niet." En dan buig ik En betuig ik Hem mijn diep' onwaardighei ...

Gij weet het.
Wanneer in donk're dagen. Mijn hoop vervlogen schijnt ; Wanneer bij droevig klagen, 't Vertrouwen gansch verdwijnt. Maar toch, toch klinkt dan weder Uit mijn bedrukte ziel ; Als ik mij buig ter neder. Als 'k in de stilte kniel : „Gij weet toch of mijn klagen. Slechts was voor 's menschen oog ; Gi ...

Schuldgevoel.
Mijn gansche jeugd is heengegaan, Met jagen, zoeken naar de zonden ; Geen liefderijk of streng vermaan, Heeft weerklank in mijn hart gevonden.Ik wilde leven in het kwaad. Slechts zondendienst kon mij bekoren ; Ik lachte, spotte met den raad. Dien ik gedurig weer mocht hooren.Ik haak ...

Bij 't dalen der zonne.
De zonne zij daalde, Nog even bestraalde Haar purperen gloed De bloeiende velden, Wier luister vertelde : „De Heer' is zoo goed."Hij is 't Die Zijn zegen Ons schenkt, ons den regen Gedurig beschikt; Door vriend'lijke stralen Van 't zonlicht, die dalen, Gedurig verkwikt^,En als al di ...

ZIELEKLANKEN.
L ZIELESMART. Daar was een dag. Waarin ik zag, Dat 'k had Gods wet geschonden ; Geheel gerust, Met al mijn lust, Verkeerde in de zonden.Toen kwam een nacht, Waarin 'k herdacht, Al wat ik had misdreven ; Terwijl gestaag Weerklonk de vraag : „Wil, Heere, ...

ZIELEKLANKEN.
ZIELEKLANKEN. Zieleklacht. IDe droeve klacht, Dat ik versmacht Van nameloos verlangen ; Het eeuwig goed, In 't dierbaar bloed Van Christus te ontvangen ;Klinkt telkens weer, Als keer op keer, Vervuld met duizend zorgen. Ik 't smeekend oog Weer hef omhoog, 'Bij avond of bij morgen. ...

ZIELEKLANKEN.
Zielsverdriet. Mijne ziel zou gansch haar leven, Aan den Heere willen geven. Dag aan dag, door niets gestoord ; Al haar jaren doen passeeren, In een vragen.en begeeren. Naar des Heeren dienst en Woord.Maar in al die vuile zonden, Die mijn ziele zoo doorwonde ...