
Zieleklanken.
IX. Gij stemt mij toe, dat nooit, wie zuchtend Dien Koning zoekt, wie tot Hem vluchtend, Hem om gena, ontferming smeekt, In 't eeuwige verderf zal dalen. Dat nooit des Heeren Woord zal falen. Dat Hij dit nimmermeer verbreekt.Maar waarom dan bij u dat vreezen ...

Zïeleklanken.
Zou ik dan ook nog hopen mogen, Dat Koning Jezus Zijne oogen Op mij zal slaan, mij Zijne stem Doen hooren, dat Hij mijne zonden Heeft weggenomen door Zijn wonden, Daarvan gereinigd ben in Hem ?Zou 't kunnen zijn, dat ik mag hooren, Zijn stem weerklinken in mijn ooren. Die tot mij spreekt, ...

Zieleklanken.
XI. Gij 't niet verdiend, gij niets meer waardig, Dan dat die Koning, gansch rechtvaardig, U van Zich stoot in d' eeuw'gen nacht, Daar waar berouw en wroeging knagen Aan u, mijn ziel, waar steeds uw klagen Vernomen wordt, waar smart u wacht.Gij niets verdien ...

Zonder verwachting.
Bij 't dwalen en zwerven. Totdat ik moet sterven, In 's levens woestijn ; Zijn mijne gedachten Bij dagen en nachten Wat 't einde zal zijn. Een eeuwig verkeeren. Om eindloos te eeren Mijn Schepper en God ; Of eeuwig verzinken. Als 't vonnis zal klinken : „Rampzalig uw lot." 'k Moet d ...

Zieleklanken
XIII. Zou Koning Jezus dan niet hooren, Mijn ziele, zou Hij Zijne ooren Niet neiigen, luist'rend naar 't gebed Waarmede gij tot Hem komt vlieden, Oni u Zijn zaal'ge vree te bieden, Betoonend dat Hij op u let ?Zou dan die .groote, dierb're Koning, Die eenmaal ...

Onwaardigheid.
Onwaardigheid. Daag'lijks wil de Heere mij Zijnen zegen schenken ; led'ren dag opnieuw wil Hij Mijner nog gedenken.Voedsel, kleeding, arbeidskracht. Wil Hij altijd geven ; Niets ontbreekt mij dag en nacht Voor dit tijd'lijk leven.'Maar niet slechts voor dezen tijd Schenkt Hij alle d ...

Zieleklanken
XIV. Neen, neen, thans durf ik weer vertrouwen, Dat 'k Koning Jezus mag aanschouwen, Dat 'k bij Hem zijn zal, dat ik Hem Straks ook mag danken, eer bewijzen, Hem juichend, jubelende prijzen. Hem roemen, loven met mijn stem.'k Durf thans weer hopen en verwach ...

Als een dag ten einde is.
Als ik bij 't nad'ren van den nacht. Voor mijne sponde nederkniel ; Ontglipt zoo vaak een bange klacht. Een klagend zuchten mijne ziel.Dan toch is weer een dag vergaan, Van mijn zoo korten levenstijd ; Waarin al wat ik heb gedaan, Bestond in enkel ijdelheid.Beschaamd buig ik mij dan ...

Gebed.
Genadig God, die in mijn boezem leest I Ik vlied tot U, en wil, maar kan niet smeeken . Aanschouw mijn nood, mijn neergezonken geest, Ën zie mijn oog van stille tranen leken IIk smeek om niets, hoe kwijnend, hoe bedroefd. Gij ziet me een prooi van mijn bedwelmde zinnen ; Gij weet alleen he ...

Na de zonden.
Mijn leven Gegeven Aan zondigen spot ; Aan jagen En vragen Naar ijdel genot.Aan daden Op paden In 't duister gehuld ; Aan 't tarten En smarten Van 's Heeren geduld.Doet zwervend. Steeds dervend De rust en de vree ; Mij klagen Eu vragen Bij iedere schreê :Gedenk toch, Ach sche ...