
Christo Duce.
Houd Gij mijn hand, o Vader, met kracht omvat. Ik kom geen schrede nader op 't glibbrig pad ; ik ben zoo vaak gestruikeld als 'k U ontvlood, gedoken en geduikeld in slijk en sloot!Zóó ga ik zachtaan verder, bestendig aan. Mij leidt de goede Herder en leert mij gaan. Mij stierf Uw Wolk ten ...

Neemt en leest!
Hebr. 4:12, Hand. 8 : 30, 35. Neemt en leest : gij hoort God spreken ; 't is u zielsspijs ; neemt en proeft; wat een zpndaarsziel behoeft zal als honing daaruit leken tot uw binnenst ingewand, hart verkwikkend en verstand. .Vraagt gij dan : hoe zal ik lezen ...

PINKSTERGEBED.
Wil, Heere, mij bestralen. Met 't licht van Uwen Geest; Dat die mocht nederdalen. Op mij, dit Pinksterfeest. .Opdat in ankst en vreezen, In droefheid en in smart; Die telkens weer kan wezen. De Trooster van mijn hart.Opdat in druk en lijden. Bij twijfel en gemis ; Die mij dan kan ve ...

Levensdoel.
Gedurig klinkt vurig mijn bede tot Hem, Wiens ooren steeds hooren een biddende stemGedenk mij en schenk mij, uit louter gena, een leven welks streven is : U achterna.Welks jagen en vragen, welks eenigst bestaan, is 't haken naar zaken, die nimmer vergaan.Welks gangen verlange ...

Gij weet het.
Wanneer in donk're dagen. Mijn hoop vervlogen schijnt ; Wanneer bij droevig klagen, 't Vertrouwen gansch verdwijnt. Maar toch, toch klinkt dan weder Uit mijn bedrukte ziel ; Als ik mij buig ter neder. Als 'k in de stilte kniel : „Gij weet toch of mijn klagen. Slechts was voor 's menschen oog ; Gi ...

Schuldgevoel.
Mijn gansche jeugd is heengegaan, Met jagen, zoeken naar de zonden ; Geen liefderijk of streng vermaan, Heeft weerklank in mijn hart gevonden.Ik wilde leven in het kwaad. Slechts zondendienst kon mij bekoren ; Ik lachte, spotte met den raad. Dien ik gedurig weer mocht hooren.Ik haak ...

Bij 't dalen der zonne.
De zonne zij daalde, Nog even bestraalde Haar purperen gloed De bloeiende velden, Wier luister vertelde : „De Heer' is zoo goed."Hij is 't Die Zijn zegen Ons schenkt, ons den regen Gedurig beschikt; Door vriend'lijke stralen Van 't zonlicht, die dalen, Gedurig verkwikt^,En als al di ...

ZIELEKLANKEN.
L ZIELESMART. Daar was een dag. Waarin ik zag, Dat 'k had Gods wet geschonden ; Geheel gerust, Met al mijn lust, Verkeerde in de zonden.Toen kwam een nacht, Waarin 'k herdacht, Al wat ik had misdreven ; Terwijl gestaag Weerklonk de vraag : „Wil, Heere, ...

ZIELEKLANKEN.
Zielsverdriet. Mijne ziel zou gansch haar leven, Aan den Heere willen geven. Dag aan dag, door niets gestoord ; Al haar jaren doen passeeren, In een vragen.en begeeren. Naar des Heeren dienst en Woord.Maar in al die vuile zonden, Die mijn ziele zoo doorwonde ...

ZIELEKLANKEN.
ZIELSVERWACHTING. Mijn ziel vliedt alle dagen Tot haren Schepper heen ; Niets kan haar meer behagen, Dan Hij, slechts Hij alleen.Naar zond' en ijdelheden Vraagt, zoekt zij thans niet meer ; Zij wil haar tijd besteden In Zijnen dienst steeds weer.Niets ...