
De Puritein van de Hertenpolder
XV. HET ZOMERSE WERK.Janus Veldstroo kan van alles. Weet zichzelf bizonder licht te redden. Maar er is één karwei, waar hij het land aan heeft en waarin hij dan ook zwak moet geheten worden. En dat is in het scheren van zijn baard. Daarom maakt hij tweemaal per week een ritje naar het dorp ...

De Puritein van de Hertenpolder
— Je ben me er zo één! — zegt hij.— Mer um ter zaoke te komme, gooit Janus 't over een andere boeg, ik zeuk nog een gresmeijer, weet jullie die?De mensen kijken elkaar eens aan. Dan worden er namen genoemd.De boer van Waterhof kan een uitstekende maaier aanrecommanderen, en w ...

De Puritein van de Hertenpolder
Govert van Huppelschoten vat gretig het glaasje op.— Dat smaakt, smakt mij. Nou jij!— Ik drink 't alleen as 'k us vurkouwe bin, zegt Janus.Dan stappen ze op. Elk hun zeis aan de arm en de strekel op zij van de broek.Janus is evenwel niet bizonder tevreden over de houdi ...

Samuël, een zoon der Wet
93) Hij ging er langzaam heen. Een schare kinderen vloog hem vooruit, door zijn woorden aangespoord. Mannia Zalig liet zich dpor de vreemde dame zelfs heel dichtbij lokken, en over haar zwarte haren strijken, en zij bracht drie of vier bedrukte blaadjes mee terug. ...

Samuël, een zoon der Wet
94) Inmiddels was Samuel, die zo juist de Synagoge had aangeveegd, er ook bij gekomen; hij keek ook in het boek en werd nu vlammend rood. Hij vroeg of hij het hebben mocht, hij wou het eens doorkijken en dan zou hij het daarna de herbergier teruggeven om het door h ...

Samuël, een zoon der Wet
95) Er waren een menigte mensen daar ter plaatse uit Tire, een Mohammedaans dorp ten Zuiden van Haïfa, —- mensen, die berucht waren om hun fanatisme wel honderd in getal. Zij klaagden hun nood tegen hun geloofs- en stamgenoten en eisten met dreigende houding wraak. ...

Samuël, een zoon der Wet
96) De officier was weer omgekeerd en riep de gendarmes aan, die met niet al te grote haast de vervolging ter hand namen. Maar toen bekeek hij Mandel met nieuwe opmerkzaamheid, en deed hij hem nog allerlei vragen. Hij beval hem half-luid om, als hij de kast in het ...

Samuël, een zoon der Wet
97) En de blinde zei evenzo gelaten : „Hij zal wel heel spoedig terugkomen. Hij en Rea zijn de stam en het merg van de kolonie; hoe zouden we hem kunnen missen, als de kolonie toch zal moeten groeien ? " Samuel moest haar maar dadelijk hierheen halen en — toen zij ...

Samuël, een zoon der Wet
98) De gendarmes maakten het zich gemakkehjk en aangenaam in hun geluier. Zij betrokken wat hun geleverd moest worden ook uit Baitjisraël, omdat men volgens hun zeggen daar ook genoot van hun beveiliging. En al spoedig begonnen zij vrijpostig op te treden tegenover ...

Samuël, een zoon der Wet
99) Zij stond er wat versteld van, toen hij zo sprak en het drong tot haar door, hoe deze man, die overigens zo'n hard leven had, uit het fijn gevoel van een trouwe en tere vriendschap tot zulk een vriendelijke bezorgdheid was gekomen. Ze moest daarover wenen. En d ...