
GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
1. In onderscheiding van de Roomsche-, Luthersche-, Remonstrantsche geloofsleer spreken wij van Gereformeerde geloofsleer, als wij bedoelen het systeem of de ordelijke uiteenzetting van de geloofswaarheden, zooals het Gereformeerd Protestantisme dat nader uiteengezet heeft overeenkomstig Gods Woo ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
20. Dogma en Dogmatiek. Het Grieksche woord dogma (dokein) beteekent meening, besluit, stelling. Voor ons doel moeten we dan hebben een stelling in de engere begrenzing van: „een met kerkelyk gezag bekleede stelling in geloofszaken". Het is een kerkelyke leerstelling in den loop der tyden door de ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
10. Psalm 8 — Psalm 19 — Psalm 29 — Psalm 104 — Psalm 148 zijn mooie natuurpsalmen, die ons de sprake Gods in de schepping verkondigen.
Psalm 8 : „O HEERE, onze HEERE, hoe heerlijk is Uw naam op de gansche aarde : Gij, die Uwe majesteit gesteld hebt boven de hemelen!"
Psalm 19 : „De hemel ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
15. In zijn opkomst in de vorige eeuw was het Socialisme zeer beslist anti-godsdienstig, bepaald anti-christelijk. „Wij zijn Godloochenaars", zei Liebknecht; „Christendom en socialisme staan tegenover elkaar als vuur en water", zei Bebel; „Godsdienst is opium (ter bedwelming) voor het volk", spra ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
19. Het Geweten. Het geweten is niet een evolutionistisch product, naar de theorie van Darwin te verklaren, zijnde een soort aanwensel of gewoonte bij den mensch en dus vrij willekeurig zijnde, als product der omstandigheden. Dan zou ook héél de moraal, de zedeleer, willekeurig zijn en de zedelij ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
23. De Vrijheid van consciëntie.
Indien één ding vrij moet zijn, dan is het de oonsciëntie des menschen, als rechtstreeks verantwoordelijk voor God, den Schepper en Wetgever. Consciëntiedwang, door wien ook geoefend, is altijd te veroordeelen en werkt ook de verschrikkelijkste misstanden. Ech ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
26. Ingeschapen en verkregen. Godskennis. We onderscheiden de Godskennis bij den mensch in „ingeschapen"-en „verkregen" Godskennis. 1. Ieder mensch heeft eenig besef van God. Er is altijd, misschien onbewust, een zoeken naar iets hoogers. Dat noemen we ingeschapen-of aangeboren Godskennis. Hand. ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
29. De bewijzen voor 't bestaan van God liggen op 't terrein van de natuurlijke Godskennis en vallen onder de algemeene Godsopenbaring, 't Is een pogen van den mensch, die het Godsbewustzijn en het zedelijkheidsbewustzijn in zich omdraagt, in den weg van beschouwing, vergelijking, redeneering en ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
33. Het ontologisch-en het moreel bewijs vormen 't tweede tweetal der bewijzen (argumenten of waarschijnlijkheidsbewijzen) voor het bestaan van God en zijn ontleend aan het verstand (het denken) en aan de zedelijke natuur van den mensch. (We hebben het dus nu niet over de Schepping, maar over den ...

GEREFORMEERDE GELOOFSLEER
37. Bezwaren worden daartegen ingebracht. Want men voert aan, dat de geschiedenis ons telkens weer voor onoplosbare raadselen stelt. En zoo schijnt het, dat het pessimisme zich evengoed beroepen kan op de geschiedenis, om te bewijzen dat het alles zonder plan gaat en hopeloos verward ligt — zooda ...