Gedicht
Hij is van hem gezien; het grote in zijn leven. Het laatst van al kwam Jezus ook tot hem, . Nu moet die Saul van Tarsen sidderende beven; Hij hoort voor 't eerst nu 's Heeren liefdestem. Dat Woord van boven heeft zijn hart gebroken: „Saul! S ...
HIJ BIDT VOOR MIJ
Refrein: Hij bidt in de Hemel voor mij Zijn handen, die dragen mijn naam. Hij bidt in de Hemel voor mij. En eenmaal dan zijn wij tesaam. Er is in mijn hart zo'n heerlijke blijheid. Ik weet nu wat Liefde vermag. Want Hij kwam voor mij hier benede ...
AAN DE SCHONE POORT
Men had hem naar de schone poort gedragen. Waardoor de mensen gingen al maar uit en in. Hier kon hij iedereen om aalmoes vragen. Een tempelganger kent toch mensenmin. Als Petrus en Johannes daar passeren. Vraagt hun de kreupele om een kleini ...
PINKSTEREN
Wat tal van scheuren in de netten hier op aarde! De boetsters op het strand kunnen het werk niet aan. 't Was niet alleen slijtage, die hun zorgen baarde. Soms trok een scheur in 't nieuwe al een baan.Ach! 't net van de aardse kerk vertoont ook vele scheuren. De vissers op de zee geven elka ...
O, lelie - blank der dalen...
o Lelie — blank der dalen. Uw zuiv're pracht licht in deez' donk're zalen zo wonderzacht! Uw onvolprezen luister. Uw ted're glans doorstraalt het wereldduister van trans tot trans. Ik zie de volk'ren komen tot Uwen vree ' van 's aardrijks ve ...
TROUW - VERBOND
Gij, Gij waart d' Eerste — en zult de Laatste getrouwe Heer', die op het eenzaam pad van 't wereldleven hebt mijn hand gevat en mij bevrijdt van felle levenspijn.... zijn, Wat in en om mij wissel' of verdwijn'. Uw trouwverbond houdt onbewoge ...
ZIJN NAMEN
„O wonder Kind, wat zijt Gij arm geboren! Waarachtig God van eeuwigheid! Hoe hebt Gij eens mijn beestenstal verkoren. Boven eeuwige hemelheerlijkheid!"„Wilt Gij met mensenkindren U vermaken En niet met heilige engelen om Uw troon? Met mensen, die U iedre dag verzaken; Die altijd weer U ste ...
UITWONEN - INWONEN
Is 't niet teveel, mijn God, dat 'k bij U in mag wonen, Voor Wien de engelen dekken 't heilig aangezicht? Dat Gij een arme slaaf nog met uw gunst wilt kronen? Hem bergen wilt in eeuwig, zalig licht? Mijn aardse huis toont overal gebreken, 't ...
Het zwaar tempeest
Het duurde niet lang, of terug kwam de nacht,
de schaduwen vielen, 't werd donker.
Ik beefde en zei: o God, geef mij kracht!
Ik zie slechts wat starrengeflonker. Ik wist niet, dat alles voorbij weer kon gaan.
de vreugde zo spoedig verdwijnen.
Maar Petrus, hij zonk ...
GEDICHT
Ze trokken hong'rig voort van hoef tot hoeve: mannen en vrouwen uit de grote steen. ' t Vervuld uw hart met deernis, al die droeve gezichten, zeggend, wat er was doorleên ... Aan veler huisdeur werd vergeefs gebeden . .. teleurgesteld trok d ...