
Verschoppelingen
Hoofdstuk XV.
Paul was zoo gelukkig, als een mensch op de wereld kan zijn. Er ontbrak hem niets, en bijzondere begeerten had hij niet. Hij kleedde zich naar zijn stand en hield — zoo jong als hij was — heel wat geld over. Wat kon hij meer wenschen ? Aan zijn vader dacht ...

Verschoppelingen
Lachend ging de man naar binnen, waar men zeer vreemd opkeek, dat er nog zoo laat belet werd gevraagd. Gelukkig herinnerde de freule zich terstond het aardig herdertje.
|„Ge moet hem even allen zien — zei ze — dan zal ik alleen wel verder met hem afhandelen."
Haar lachend gelaat deed een ...

Verschoppelingen
„Maar begrijp je 't wel goed? Als de barmhartigheid wreed is, wat is dan wel de hardvochtigheid en boosheid van de goddeloozen ? "
„Daar zeg je wat, Marie ! Daar heb ik nooit aan gedacht."
„Denk daar eens over na ; maar geef mij eerst wat van je koffie, als je over hebt: ik heb dorst en h ...

Verschoppelingen
Wat had hij nu van avond weer veel te vertellen thuis ! En die lekkere reepen chocolade ; ze waren met hun elven, elk een partje van een reep en dan schoot er nog één partje over voor voor Geertje, de kleinste ; die mocht wel twee partjes hebben, omdat ze de kleinste was.
Aan Virginie en Augu ...

Verschoppelingen
En ze had zooveel te vragen en te dragen. Haar moeder was een zwakke, ziekelijke vrouw, die wel het bestuur had over de huishouding, doch meestal niet in staat scheen te zijn om iets meer te doen, dan haar oudste dochtertje van 's morgens vroeg tot 's avonds Iaat te kommandeeren. De andere kinder ...

Verschoppelingen
Ze zong al weer. Paul zag bleek van aandoening : de ontroering sprak uit heel zijn wezen.
„Soms volgen zorgen dreigend elkaar ; God schijnt verborgen ; 't Leed schijnt te zwaar."
De mandoline zweeg nu, en de guitaar zoemde suisend zacht de diepste tonen om zich heen. Alsof het uit zijn ei ...

Verschoppelingen
De arme jongen voelde zijn ziel gescheurd ; niet om dat water —, och, zooiets had hij zoo vaak moeten verdragen, altijd met het gevoel, dat hij niets terug mocht doen, omdat hij de verschoppeling was en de armvoogdij voor hem zorgde — dat water in zijn gezicht en langs zijn kleeren, dat beteekend ...

Verschoppelingen
„Paul, jongen ! als je dat ernstig meent, dan verzeker ik je, dat jij nooit weer van een paard zult vallen".
Nu en dan werd er gerust : daarvoor zorgde het paard zelf ; maar de reis ging toch zóó vlot, dat, eer de zon aan den hemel kwam, het paard reeds in Koens weide liep, en de beide nachtr ...

Verschoppelingen
„Nou! — als ze maar waar gebeurd zijn. Maar 't is haast nooit waar gebeurd; soms is 't wel eens omtrent waar gebeurd, op 't nipje van waar, maar als 't uit is, komt er altijd een kat met een witten snuit en dan is 't uit en is 't maar een vertelseltje. En het spijt je zoo, dat zooiets niet waar g ...

Verschoppelingen
,, Zoo, zei die dat ? — Zeg jij dan aan Klaas Hemke, dat ik gezegd heb, dat hij een uil en een oliebol en een koffieboon is. Ik verzeker je, dat het meer dan onbetamelijk is, om de dingen, waarop zich dat rammelend geraamte vannacht zal voortbewegen of omvallen, om die lompe stijve boomstammen be ...