Wonderlijke geboorte
En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou, en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. Lukas 2:6,7
Kerstfeest is het feest van de verwondering. We verwonderen ons over het heilsplan van God, dat de Zoon tegen de Vader zei: ‘Ik zal gaan.’ Dit beslissende moment – de eerste trap van Zijn vernedering – vraagt erom geloofd te worden en tot vernieuwing te brengen.
Er is een lied dat zingt:
Wat moet het stil geweest zijn in de hemel toen de Vader opstond van de troon en de woorden sprak, vol mededogen: ‘Nu is het tijd dat U moet gaan, Mijn Zoon.’ Wat moet het stil geweest zijn in de hemel toen de Zoon zei: ‘Vader, Ik zal gaan. Om Uw trouw en eeuwig welbehagen zal Ik Mens zijn, in het menselijk bestaan.’ Wat moet het stil geweest zijn in de hemel toen Gods Geest over Maria kwam en Zijn kracht als schaduw haar bedekte terwijl de Zoon Zijn plaats als Mens innam. Wat moet het stil geweest zijn in de hemel toen de dag kwam waarop werd vervuld wat God lang geleden al beloofd had en de kribbe met Genade werd gevuld.
Feitelijke geschiedenis
Zou het waar zijn? Met heilige eerbied buigen we ons neer bij de wonderlijke geboorte van de Zaligmaker. Kerstfeest is het antwoord van de Zoon aan de Vader: ‘Vader, Ik zal gaan!’ En het geschiedde... Alleen die paar woorden al. Het is geschiedenis geworden. God is mens geworden. Je zou zeggen: Lukas schrijft het zo droog, zo feitelijk op. Het wordt niet opgesmukt, het is feitelijke geschiedenis.
En toen was het tijd, een tijd door God gesteld, een punt in de wereldgeschiedenis. Het moet stil geweest zijn in de hemel, toen Gods Geest over Maria kwam en Zijn kracht als schaduw haar bedekte, terwijl de Zoon Zijn plaats als Mens innam.
De dagen waren vervuld dat zij baren zou. Letterlijk: de dagen waren volgemaakt, zoals het met een moeder gaat. Je kijkt ernaar uit. Als het goed is, groeit het kindje elke dag. En dan komt het moment van bevallen. Toch gaat het hier om een diepere vervulling van Gods beloften. Sommige moderne vertalingen hebben het woord ‘vervullen’ weggelaten, maar wat een verarming is dat.
Verzorging
En zij baarde haar eerstgeboren Zoon. Het is maar één klein zinnetje. Toch ligt in dat ene zinnetje heel mijn heil besloten. Het is de vervulling van het eeuwige raadsbesluit van God. Dat begon in de hemel. Van dat ene zinnetje hangt mijn hele ziel en zaligheid af. Als Jezus niet was geboren in Bethlehem, dan zou mijn leven geen zin gehad hebben. Maria wikkelt Hem in doeken, een normaal gebruik voor die tijd. Toch zit hier iets kostbaars in. Christus mocht ondanks deze eerste trap van Zijn vernedering de verzorging van een liefdevolle moeder hebben.
De profeet Ezechiël zegt: ‘Toen Ik voorbij u kwam, zag Ik u, en zie, uw tijd was de tijd van de liefde. Zo spreidde Ik Mijn vleugel over u uit en bedekte uw naaktheid.’ (16:8) De daad die Maria betoont aan haar Kind en Zaligmaker toont iets van deze tekst. Zoals zij deed, deed de Heere met Zijn volk. Hij bedekt hun naaktheid en spreidt Zijn vleugels over hen uit. We lezen dat Maria het ingebakerde Kindje Jezus in de kribbe legt, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. ‘Voor hen’ staat er. Lukas had dit weg kunnen laten, maar het toont aan dat er onderscheid gemaakt werd. Dat had alles te maken met de portemonnee. Als je maar genoeg geld neertelde, was er plaats, maar dat geld was er niet. Hij werd arm om ons rijk te maken.
Reactie
Met de geboorte van Jezus Christus heeft God beslissend ingegrepen in de geschiedenis. De Messias ís gekomen. Tegelijkertijd vraagt dat in het heden van ons om een heel persoonlijke reactie. ‘Zie, nu is het de tijd van het welbehagen, zie, nu is het de dag van het heil!’ (2 Kor.6:2) Het gaat erom dat dit geloofd wordt, dat dit tot verandering en vernieuwing brengt, want het is een van de twee: of het maakt ons leven nieuw, of het glijdt van ons af en we raken verhard. Kom zo tot Hem en zing het mee:
O Zoon van God, de mens gelijk,
Voor wie verlaat G’ Uw troon en rijk,
Voor wie wordt Gij in stof verneêrd,
Die met een wenk ’t heelal regeert?
Voor wie? Voor heilig’ englen? Neen!
Die zingen ’t heil der aard alleen:
Voor zondaars daalt der eng’len Heer,
Voor arme zondaars daalt Hij neer.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 2024
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's