
Gij hebt niet gewild!
Jerusalem, Jerusalem, hoe menigmaal hebt gij die stem, waar zooveel liefde in trilt, hoe menigmaal hebt gij dat woord, zoo teeder-lokkend, wel gehoord, en — gij hebt niet gewild IWat hartetaal, wat hartetaal: , hoe menigmaal, hoe menigmaal heb Ik uw kroost gjezocht te garen, lijk de hen ha ...

Hosanna!
Jes. 40 : 3b. — Ps. 51:19. Hoe zal ik U ontmoeten,o Leeuw uit Juda's stam? Hoe zal ik u begroeten,gezegend Offerlam? Zal 't zijn met jubelpalmenen blijden welkomstgroet, Met meien en met palmen,U wuivend tegemoet?Zal 't zijn met glans in 't oogeen huppele ...

Psalm LXXXIX.
(Vervolg en Slot.) 'k Vond David, mijnen knecht, en zalfde hem het hoofd met heilige olie, hem van ouden tijd beloofd.Met hem zal steeds mijn hand in voor en tegen blijven, hem zal mijn machtige arm de kracht ensterkte stijven. Geen vijand zul hem ooi ...

Psalm LXXXIX.
'k Zal eeuwig zingen van Jehovah's trouwverbond, Uw goedheid al het volk verkonden met mijn mond. 'k Zeg: met den Hemel zelf hebt Gij, wiens lof 'k ontvouwe, genade vastgesteld en eindelooze trouwe, „Ik heb een vast verbond met David, mijn verkoren, mijn welbeminden Knecht, met duren eed bezworen ...

Ondank.
Hoogl. 5 : 2—8 (vgl. Openb. 3:20 en Matth. 25 : 1—13).Wie ben ik toch, dat Gij zoo moeizaam trachten wilt naar mijn wederliefde, o Jezu-mijn, en dat ik aan myn deur, in koude en pijn trouw wachtend, U zoo vaak zag overnachten?Ach, zulk een trouw bestond ik te verachten? U liet ik bu ...

Psalm LXXVI.
God is in Juda welbekend, Zijn Naam is Isrels Koning; Hij stichtte in Salem Zich een tent, in Sion is Zijn woning.Bliksems, flitsend van het koord, schilden, zwaarden, schichten, de oorlog-zelf moet op het woord Zyner almacht zwichten.Hoe heerlyk blinkt Uw Majesteit, van 't roofgebe ...

Niet ver!
Marc. 10:17—23.Gij zijt „niet ver" van 't Godsrijk; neen, maar nochtans niet er in; gij koost het smalle pad alleen, gij bleeft aan zijn begin.En als dan straks uw doodsuur slaat, reeds morgen, heden al, of dan, te vroeg en toch te laat, 't „niet ver" u baten zal?„Niet ver"; ...

Psalm CXXXVIII.
Uit 's harten grond zing ik U lof; U zal mijn harpspel prijzen; aan 't hoofd der goón, in 't Tempelhof zal ik U dank bewijzen. Daar neergeknield, loof ik Uw Naam Om Uw genade en trouwe saam,Want heerlijk hebt Ge Uw roem vermeerd, vervullende Uw beloven: toen ik Uw bijstand had begeerd en s ...

Naar Kribbe en Kruis.
o, dat gij 't weet; o, dat wij 't allen weten: voor God geldt waarheid, nimmer schijn; niet slechts in naam een Christen heeten, doch inderdaad een Christen zijn.Alle eigen wil en wijsheid dient verloren, ons eigen-zelf moet weggedaan, want niemand kan, dan wêergeboren, het Godsrijk zien e ...

Psalm XXIV.
Heel de aard met al wat daarop leeft en in de wereld woning heeft behoort den Heer', Wiens wyze vonden haar op den wijden oceaan en de omgestuime waterbaan der breede stroomen wilde gronden.Wie klimt tot 's Heeren berg omhoog; wie durft-voor Zijn ontzaglijk oog Zijn heiligdommen binnentred ...