
Gedicht
Uit de chaos van het wereldleven heft de Hemelladder hoog zich op; lichtende eng'len op en neder zweven, en Gods heeriijkheid omstraalt de top. Over 't mensdom in zijn duizend noden daalt met dreigend duister nu de nacht... ...

GEDICHT
I. O, onrust o onrust, die mijn morrend hart vervult, en wrange wrevel over Uwe daden, waar Gij me voert langs ongewilde paden, en staag mijn levensweg in neev'len hult.... o F ...

Gedicht
In der aarde donk're schachten schuilt diep weg het fijne goud.... En in bange smartennachten werd mijn ziel met U vertrouwd. Zondeschuld boog diep mij neder, 'k Zag verkocht mij onder 't kwaad ; en geen ste ...

Gedicht
Mijn genade is u genoeg, kind'ren van mijn welbehagen ! Ik, Die u tot hiertoe droeg, zoude Ik u niet verder dragen ? Is mijn machtig' Arm verkort, om te slaken uwe banden ? Denk, dat gij gedragen wordt op der eng'len handen ! Mijn genade is ...

gedicht
Schoon zal het zijn, straks weer te mogen wonen van overheersing en geweld bevrijd, in dit schoon land, dat zoveel dierb're zonen voor de heil'ge zaak ten offer heeft gewijd. O, Land, mijn Nederland, gij hebt vergeten de God van uwe vaad'ren, di ...

GEDICHT
Want Uwe liefdie is sterker dan de dood. En elke ziele, die Gij kwaamt verwonden tot stervens toe, heeft in Uw Naam gevonden méér vreugde, dan hij ooit op aard genoot. Uw luister drijft de doodsschaduwen henen; een nooit aanschouwde Levenszo ...

gedicht
Wie stilt de onvreê van dit morrend hart, en brengt tot rust de opstandige gedachten ? Zult Gij 't niet wezen, Die, als Man-van-smart, eenmaal mijn kruis droeg ? Zult Gij niet verzachten de stage pijn van onges ...

gedicht
In avondschemer liggen d' aardse landen, op donzen wieken daalt de lome nacht, ik hef tot U, o God, de smekende handen, tot U, die rust aan 't rust'loos harte bracht. Aan donk're hemel duizend lichten branden, wier zilverschijnsel flonkert t ...

GEDICHT
GODS voog'len juub'len in die lichte morgen, en heerlijk welven de azuren bogen; de ganse schepping wil haar God verhogen.. . . . Heilsprofetie van d' eeuwig-klare morgen.En, wat al smart er immer is geleden, de gouden zonnelach glanst overal Heur stralen dringen door in t diepste dal . . ...

GEDICHT
Ze trokken hong'rig voort van hoef tot hoeve: mannen en vrouwen uit de grote steen. ' t Vervuld uw hart met deernis, al die droeve gezichten, zeggend, wat er was doorleên ... Aan veler huisdeur werd vergeefs gebeden . .. teleurgesteld trok d ...