
DE DAG DES HEEREN
IV. De belijdenis geeft daaromtrent weinig licht, zooals zij in het algemeen weinig van de laatste dingen leert. (Zie art. 37). En men zou kunnen vragen, wat dan de vraag omtrent den toestand na den dood met de laatste dingen heeft uit te staan. Toch ligt dat niet ...

DE DAG DES HEEREN
VI. Na den dood. Van den toestand na den dood wordt ons, zooals werd aangetoond, niet veel medegedeeld. Daarin ligt wellicht ook de aanleiding van het feit, dat velerlei gedachten daaromtrent zijn ten beste gegeven. Omtrent een lo ...

DE DAG DES HEEREN
XIII. Het derde wee komt. Het wordt ingeleid door de klank van de zevende bazuin. (Openb. 11 : 15). Johannes werd een blik gegund in den hemel op het moiment, dat de zevende bazuin gaat. Groote stemmen loven den Christus, die als Koning zal heerschen in alle eeuwi ...

DE DAG DES HEEREN
XIV. Johannes stond op het zand der zee. Het voorafgaande gezicht was een gezicht in den hemel. Thans wordt hij wederom naar de aarde verplaatst. Het volgende gezicht laat de dingen zien, die op aarde zullen geschieden en heeft inzond ...

DE DAG DES HEEREN
XV. De macht, welke aan het beest gegeven wordt, zal groot zijn over alle geslacht en taal en volk, zoodat allen, die op aarde wonen, hetzelve zullen aanbidden, met uitzondering van hen, welker namen geschreven zijn in het boek des levens des Lams, dat geslacht is ...

DE DAG DES HEEREN
XVI. De gezichten van Openb. 13 geven een plastische voorstelling van de openbaring der wereldzonde op haar hoogtepunt. Alle gaven en talenten, welke God aan de wereld schonk en alle macht, welke Hij aan het gevallen schepsel geeft, worden dienstbaar gemaakt aan h ...

DE DAG DES HEEREN
XVII. De zeven fiolen. De zeven fiolen brengen de zeven laatste plagen, welke in het zevende zegel begrepen zijn. En ik zag een ander groot en wonderlijk teeken in den hemel, n.l. zeven engelen, hebbende de zeven laatste plagen, w ...