
Zieleklanken.
Maar waarom dan dat" droevig klagen ? Dat zuchten ? Waarom dan dat vragen Om van het kwaad verlost te zijn ? Waarom die smart wanneer gij toefdet In 't kwade, als gij Hem bedroefdet ? Is dat dan alles niets dan schijn ? Waarom dan steeds weer dat begeeren, Om alle dagen te verkeeren, In dienst va ...

Zieleklanken.
VI. Mij aan de wereld overgeven ? In haren dienst gedurig leven ? Daar slechts naar jagend bij het gaan ? Aan haar mij gansch en al verbinden ? Daar lust, vermaak, genot in vinden ? Daar vreugd in scheppen, op mijn paan ?Aan 's werelds dienst mijzelven geven ...

Feuilleton.
Van 's levenspad door COR. Rijp voor de eeuwigheid. Nauwelijks was de zon opgegaan, of Andries, een boerenzoon, stapte het huis uit en begaf zich naar den boomgaard, waar hij de rijpe appels en peren moest verzamelen, welke naa ...

Zieleklanken.
VIII. Neen, 's Heeren Woord zal nimmer falen. Geen ziel zal Hij doen nederdalen In 't eeuwige verderf, , wier klacht Vernomen werd, die tot Hem vluchtte. Die naar Hem uitging, tot Hem zuchtte. Die Zijne hulpe heeft verwacht.Ik weet, Hij zal Zijn Woord niet b ...

Zïeleklanken.
Zou ik dan ook nog hopen mogen, Dat Koning Jezus Zijne oogen Op mij zal slaan, mij Zijne stem Doen hooren, dat Hij mijne zonden Heeft weggenomen door Zijn wonden, Daarvan gereinigd ben in Hem ?Zou 't kunnen zijn, dat ik mag hooren, Zijn stem weerklinken in mijn ooren. Die tot mij spreekt, ...

Zieleklanken.
XI. Gij 't niet verdiend, gij niets meer waardig, Dan dat die Koning, gansch rechtvaardig, U van Zich stoot in d' eeuw'gen nacht, Daar waar berouw en wroeging knagen Aan u, mijn ziel, waar steeds uw klagen Vernomen wordt, waar smart u wacht.Gij niets verdien ...

Zonder verwachting.
Bij 't dwalen en zwerven. Totdat ik moet sterven, In 's levens woestijn ; Zijn mijne gedachten Bij dagen en nachten Wat 't einde zal zijn. Een eeuwig verkeeren. Om eindloos te eeren Mijn Schepper en God ; Of eeuwig verzinken. Als 't vonnis zal klinken : „Rampzalig uw lot." 'k Moet d ...

Feuilleton
Van 's levenspad door COR. Een schrijnende wonde. Waarom toch, werd Johannes gevraagd, keert gij immer den Naam van den Borg en Middelaar om, spreekt gij altoos van Christus Jezus en niet van Jezus Christus, zooals het toch beh ...

Zieleklanken.
• Xll. Dien Koning mij in gunst gedenken. Mij straks de eeuw'ge vreugde schenken Slechts om Zijns Naams wil, mij alleen Om Zijnentwille doen ervaren, Dat, schoon mijn zonden vele waren. Ik toch Zijn Woning in mag treên.Mij, slechts uit liefde en genade, Beto ...

Feuilleton
Van 's levenspad door COR. Nog tot arbeid geroepen. Nog maar pas genezen van een zware operatie, mocht Clara voor het eerst een wandeling maken. Zij had niet kunnen en durven denken, dat zij weer zóó ver zou komen, daar zij dag ...