
Zieleklanken.
III. Gij gaat, zegt gij, steeds neergebogen. Omdat gij vreest dat g' u bedrogen Zult hebben, dat slechts alles schijn Geweest is, dat uw vragen nimmer Oprecht was, dat gij daardoor immer Verstoken zijt van 't bij Hem zijn.Maar, mijne ziele, zeg m' eens even. ...

Pinkstergebed.
Aan den morgen van dit feest, Der herdenking dat G' Uw Geest, Op deez' aard deedt nederdalen. Die de Uwen onverpoosd Zijn zou tot een zaal'gen troost. Met Zijn licht hen steeds bestralen.Buig ik mij, der heeren Heer', Voor Uw heilig aanschijn neer, Smeekend : Laat Uw Geest ook dalen In mij ...

Licht in den nacht.
't Was nacht in Beth'lems velden,
Als d' engel kwam vermelden :
'k Breng blijde tijding U,
'k Mag 'heden U doen hooren :
De Christus is geboren,
Hij is op aarde nu.'t Was nacht in Beth'lems velden,
Als d' engel dit kwam melden,
Doch bij diens komst verdwe ...

Zieleklanken.
VII. Nooit zult g' u kunnen overgeven Aan 's werelds dienst, nooit kunnen leven In 's werelds maalstroom, nooit de paan Betreden, waar slechts enkel zonden, Waar niets dan 't kwade wordt gevonden, Daar zult gij nimmer kunnen gaan.Nooit, nimmer zult gij kunne ...

Zieleklanken.
IX. Gij stemt mij toe, dat nooit, wie zuchtend Dien Koning zoekt, wie tot Hem vluchtend, Hem om gena, ontferming smeekt, In 't eeuwige verderf zal dalen. Dat nooit des Heeren Woord zal falen. Dat Hij dit nimmermeer verbreekt.Maar waarom dan bij u dat vreezen ...

Pinksterbêe.
Heere, bij 't opnieuw herdenken,
Dat G 'Uw Geest hebt willen schenken,
Opdat die het zondaarshart,
Weer tot U zou komen leiden,
Sterken in het kwaad bestrijden,
Troosten in der zonden smart;Buig ik neder voor Uw hoogen
Hemeltroon, richten mijn oogen
zich tot U, ...

Wat nimmer vergaat.
Al mijn vroeg're idealen, Waar 'k mijn hoop op had gesteld, Die 'k verwachtte telkenmale, Zijn als rook voorbij gesneld ; Niets daarvan is meer gebleven, Als een droom is 't al vergaan ; Niets verwacht ik meer van 't leven, Doelloos zie ik 't voor mij staan.Maar ik heb geleerd te zwijgen, ...

Als 't leven slechts smart brengt.
Ach, Heere, Gij, Die alles weet, G' Aanschouwt toch ook het bitter leed. De diepe smart, het naamloos lijden, De groote droefheid van Uw kind. Dat in dit leven niets meer vindt, Waarin het zich nog kan verblijden.Gij ziet het immer voorwaarts gaan, Verlangend dat het uur zal slaan, Waarin ...

Dan alleen.
Kom Gij aan mijn zijde, Koning Jezus, en vat Mijn hand, wil mij leiden Bij het gaan op mijn pad.Wil Gij mijne schreden Steeds bestieren bij 't gaan, Doe Gij mij steeds treden In Uw spoor op mijn paan.Dan slechts zal mijn, leven Steeds aan U zijn gewijd. Dan zal ik het geven Aan Uw d ...