
Bede
Erbarming, HEER'! Zwaar troffen ons Uw slagen.....
En wie durft spreken: Onverdiend, o Heer!
Hoe hebben wij, ná d' oorlog, ons gedragen?
Wie onzer leefd' er waarlijk tot Uw eer?
Erbarming, HEER', voor de verscheurde harten
van moeders, vaders, — wenend om ...

LEED EN VREUGD
Hoe wisselen leed en vreugd in 't leven elkaar gestadig af : Nauw is de wensch des harten ons gegeven, of reeds genaakt de droefenis.
En — treurende terneer gezeten, daar doet Gods goedheid onverwacht. ons alle ellende weer vergeten door 't geen Zijn liefde ons weer bracht.
Zóó wisselen d ...

OVERGAVE
Met trage hand nam zij uit d' oude laad' 't vergeeld portret en lang zag zij 't aan. Toen, één verteedering heur stil gelaat, lei ze het weder zonder zucht of traan.
Heur zacht gelaat sprak van verwonnen leed. Had zij niet al haar dierb'ren heen zien gaan ?
Maar 't weten, dat een Vaderhan ...

DE PELGRIM
Troost u, o Sion, want uw Koning leeft. Wat bange vrees u immer 't hart doe beven, mèt de verzoeking zal Hij d' uitkomst geven. Wacht u, dat gij zyn leiding niet weerstreeft.
Wie eens zal binnentreên in 't Vaderhuis, dien wachten op deez' aard bijzond're nooden; hij sterft in stee van één wel ...

BEKLAAG HEN NIET...
I.
Beklaag hen niet, die reeds de ruste vonden, die 't schaduwdal voor immer zijn ontvloön, en eeuwig vrij van allen last der zonden, verheerlijkt staan voor 's Allerhoogsten troon.
Want véle zullen zijn de donkere dagen, zoolang de wankele voet een aard betreedt, di ...

O, DAAR ZIJN DAGEN.
En ik zie Eénen, Die veel zwaarder leed Wiens zweet veranderde in dropp'len bloed ; Die, stervend, 's werelds schulden heeft geboet, en nimmer Zijn ellendigen vergeet.
Gedenk, genadig Heer, Uw zv/oegend kind Verlicht den last, waaronder — diep gebogen — ik derf de zoete troost der gunstrijke ...

MORGENSTOND
Gods voog'len juub'len in den lichten morgen, en heerlijk welven de azuren bogen; de gansche schepping wil haar God verhoogen... Heilsprofetie van d' eeuwig-klare morgen.
En, wat al smart er immer is geleden, de gouden zonnelach glanst overal. Heur stralen dringen door in 't diepste dal Licht ...

ONGELOOF
o Ongeloof, dat dagelijks mij kwelt, hoe koom' ik nog Uw tyrannie te boven ! Hoe dikwijls kwaamt ge mij den vrede rooven, en hebt mij met verschrikkingen ontsteld.
Schoon ik er mij toe zet, 'k kan niet gelooven Een donker, dreigend heir van ongelukken komt d' innerlijke vastheid mij ontrukken ...

EEUWIG UWE
Heb dank. Heer', dat ik eeuwig Uwe ben, en dat het wielend went'len mijner dagen mij stadig voert naar de eindpaal aller plagen, waar 'k nimmer meer Uw heil'ge wetten schen.
Want — schoon ik uiterlijk Uw wet mag eeren, mij willig buigend voor Uw godd'lijk woord, — diep in mij werkt een bronwe ...

IN UW GEMEENSCHAP
Alleen in Uw gemeenschap ligt het leven, en in U is een eeuw'ge volheid. Heer' ! En, waar Ge U immer aan een ziel wilt geven, blijft er voor niets en niemand plaatse meer.
En, schoon ik dagelijks U blyf wederstreven. Uw wond're liefde lokt my telkens weer in de eenzaamheid, waar ik in vreugde ...