
NIET GIJ, MAAR IK
(Joh. 15 vers 16).
„Gij hebt niet Mij, maar Ik heb u verkoren", hoe diep beschamend is dit woord, o Heer'. Aan zonde en wereld heb ik mij verloren, en van mijzelf keer ik tot U niet weer. Maar tevens, trouwe Heer', hoe rijk in troost! Waar Gij, in vrije gunst mij hebt be ...

T VLIEDT...
Gods schoonste bloemen welken dikwijls, eer de teêre kelk ten volle is ontplooid. De broze blaadjes zijgen dwarr'lend neer en worden op der winden aêm verstrooid.
Wat immer u op aard bekore, — 't vliedt! Het blank der leeljen en de gloed der rozen, de teere schoonheid van 't vergeet-mij-niet, ...

NIET GIJ, MAAR IK
III.
In Uwen Naam mag ik vrijmoedig vragen al wat, o Heer', 'k tot vruchtbaarheid behoef. Den Vader mag ik eigen dorheid klagen, en 't kwaad, waarmee 'k gestaag U nog bedroef.
Gij, Geest des levens, kom van de vier winden en waai, doorwaai geheel mijn doodschen hof. ...

UW KONING LEEFT
Vreest niet! Uw Koning leeft; Zijn eng'len u omzweven ; Uw eng'len, die gestaag des Vaders aanzicht zien. Wil al wat u bezwaart, toch in de handen geven van Hem, Die zee en wind, en wolken kan gebiên.
Gaat opwaarts 't smalle pad, door storm en donk're nachten, en wordt het stiller, angstig-st ...

O DOOD!...
o Dood, die door de landen gaat, terwijl de lente luwt en lacht, wie is het, die u toeroept : „Staat!" Wie treedt u tegen in uw macht ? Daar schrijdt een lijkstoet langs de wegen... Een bloeiend leven ligt geveld, o Sterke dood, wie komt u tegen, wie hoedt ons voor uw wreed geweld ?
Wie troos ...

EEUWIGHEID
o eeuwigheid, o eeuwigheid ! Hoe kunnen kinderen van den tijd U blindelings maar tegengaan, Zonder te worden aangedaan Met vrees voor uw ontzaglijkheid. Waar ge eind'loos wel of wee bereidt!
Hoe diep is onze zielenood, Hoe liggen we in de zonden dood ! O Zieleredder, daal nu neer, En geef den ...

LEED EN VREUGD
Hoe wisselen leed en vreugd in 't leven elkaar gestadig af : Nauw is de wensch des harten ons gegeven, of reeds genaakt de droefenis.
En — treurende terneer gezeten, daar doet Gods goedheid onverwacht. ons alle ellende weer vergeten door 't geen Zijn liefde ons weer bracht.
Zóó wisselen d ...

OVERGAVE
Met trage hand nam zij uit d' oude laad' 't vergeeld portret en lang zag zij 't aan. Toen, één verteedering heur stil gelaat, lei ze het weder zonder zucht of traan.
Heur zacht gelaat sprak van verwonnen leed. Had zij niet al haar dierb'ren heen zien gaan ?
Maar 't weten, dat een Vaderhan ...

DE PELGRIM
Troost u, o Sion, want uw Koning leeft. Wat bange vrees u immer 't hart doe beven, mèt de verzoeking zal Hij d' uitkomst geven. Wacht u, dat gij zyn leiding niet weerstreeft.
Wie eens zal binnentreên in 't Vaderhuis, dien wachten op deez' aard bijzond're nooden; hij sterft in stee van één wel ...

BEKLAAG HEN NIET...
I.
Beklaag hen niet, die reeds de ruste vonden, die 't schaduwdal voor immer zijn ontvloön, en eeuwig vrij van allen last der zonden, verheerlijkt staan voor 's Allerhoogsten troon.
Want véle zullen zijn de donkere dagen, zoolang de wankele voet een aard betreedt, di ...