
Uit den Schat des Bijbels.
De Kaïnieten en Sethieten. (2) In Abels plaatsvervanger, Seth, zien we een ander beginsel dan in Kaïn, wiens os waren. Seth blijft wonen in de schaduw van het paradijs, dicht bij de plaats, waar de Heere aan Adam en Eva en ook Abel Zijn tegenwoordigheid had geopenb ...

Uit den Schat des Bijbels.
De Kaïnieten en Sethieten. (1) In Kaïn blijkt zoo duidelijk, dat de Schrift waarheid spreekt, - wanneer we daar lezen: „wie de zonde doet is een dieMtknecht der zonde."Neen, dan is de mensch niet meer wij, als hq Satans heerschappij heeft aanvaard en zich ia ...

Uit den Schat des Bijbels.
Het huisgezin van Adam en Eva. (3) Beiden offeren. Uitwendig is er in deze weinig verschil tusschen de beide broeders. De zonen van hetzelfde huis schikken zich tot het volbrengen van éen en dexelfde plicht. Maar het wezen van de zaak is zoo zeer verschillend! Want ...

Uit den Schat des Bijbels.
Het huisgezin van Adam en Eva. (2) Niet alleen verschillenden werkkring zien we bij Kaïn en Abel, we bemerken ook, dat de keuze huns harten zoo zeer uiteenloopt; dat zij leven uit een .oo onderscheiden levensbeginsel.Wonderlyk toch! Ze zijn uit één vader en ...

Uit den Schat des Bijbels.
VII. Het huisgezin van Adam en Eva. (l) En Adam bekende Eva zijne huisvrouw en zij werd zwanger en baarde Kaïn en: eide: k heb een man van den Heere verkregen " (Gen. 4:1).De mensch is uit het Paradijs verdreven en beladen met ...

Uit den Schat des Bijbels.
Een verlosser beloofd. Door de zonde is de mensch losgescheurd van den God des levens en ligt midden in den dood, een prooi van satan en de hel.De aarde zal hem geen vreugd berei^ den, wel 't zweet op z'n aangezicht te voorschijn roepen en het uitaemendste v ...

Uit den Schat des Bijbels.
Een verlosser beloofd. Door de zonde is de mensch losgescheurd van den God des levens en ligt midden in den dood, een prooi van satan en de hel.De aarde zal hem geen vreugd berei^ den, wel 't zweet op z'n aangezicht te voorschijn roepen en het uitoemendste v ...

Uit den Schat des Bijbels.
De val. (2) Wat zal de beelddrager Gods, die geen onwetende is en hét in 's Heeren nabijheid zoo goed heeft, nu doen? Hoe zal de rijk béweldadigde en wonder-heerliji toegeruste poortwachter van den hof des Heeren zich gedragen, tegenover alles wat z'n God komt bela ...

Uit den Schat des Bijbels.
De val. (1) Wij zijn van Gods geslacht. Wij zijn Koningskinderen.Zóo heeft de Heere den mensch geschapen, We lezen toch: , EnGodzeide: laat ons menschen maken, naar ons beeld, naar onze gelijkenis. En God schiep den mensch naar Zijn beeld, naar het beeld God ...

Uit den Schat des Bijbels.
1. De Schepping. In de Schrift gaat het niet om het werk dea menschen, maar, om het werk Gods; en daarom vangt de Schrift ook aan dé, ar waar de mensch nog niet is, om te doen gevoelen dat alles wat geworden is, uit God is. Hierin moet de christen al dadelijk belij ...