
De nieuwe mensheid
PROF. DR. J. SEVERIJNDe zonen van Noach nu, die uit de ark gingen waren Sem, Cham en Jafeth; en Cham is de vader van Kanaän. Deze drie zijn de zonen van Noach, en uit hen heeft zich de gehele bevolking der aarde verspreid (Gen. 9 : 18 en 19).Dat is dus de nieuwe mensheid. In Genesi ...

GOD GEDACHT NOACH
PROF. DR. J. SEVERIJNDe wateren hadden de overhand boven de aarde honderd en vijftig dagen. En God gedacht aan Noach en aan al het gedierte, dat met hem in de ark was.Het oordeel des Heeren was voltrokken, vijf maanden lang dreef de ark op de wereldzee, die gevormd was. De toppen de ...

IN DEN BEGINNE
II. „In den beginne" heeft iets met de tijd te maken, zoals we gezien hebben. En tijd heeft iets uit te staan met de geschapen orde. Alles heeft zijn tijd. Er is een tijd om te zaaien en een tijd om te maaien. „Alles heeft een bestemde tijd, en alle voornemen onder ...

EN ZIET, HET WAS ZEER GOED
Zo sprak God, toen Hij zag, al wat Hij gemaakt had. Het was zeer goed, de mens, het kroonwerk der schepping ingesloten: zeer goed.Hoe lang die mens in de „staat der rechtheid", zoals de theologen dat noemen, geleefd heeft, weten wij niet. De Schrift deelt het niet mede en de historie zwijg ...

GENESIS I
Prof. dr. J. SeverijnEn God zeide: Ziet, Ik heb ulieden al het zaadzaaiende kruid gegeven, dat op de gansche aarde is, en alle geboomte, in hetwelk zaadzaaiende boomvrucht is, het zij u tot spijze, (vs. 29).Maar aan alle gedierte der aarde en aan al het gevogelte des hemels, en aan ...

GENESIS I
Prof. dr. J. SeverijnEn God zeide: Laat Ons mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte des aardbodems naar zijn aard. ...

GENESIS I
Prof. dr. J. SeverijnDe zesde dag.Het eerste bevel Gods op deze dag was: „De aarde brenge levende zielen voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard. En het was alzo".En God maakte het wild gedierte der aarde naar zijn aard, en al het v ...

GENESIS I
Prof. dr. J. Severijn„En God zeide, dat er lichten zijn aan het uitspansel, de hemel, om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij zijn tot tekenen en tijdsbepalingen, en voor dagen en jaren, en dat zij tot lichten zijn aan het uitspansel, de hemel, om licht te geven op de a ...

GENESIS I
Prof. dr. J. Severijn De derde dag. Het droge noemde God aarde en de vergadering van wateren noemde Hij zee. (vs. 10)God zag, dat het goed was. (vs. 10)Dat betekent dus, dat het overeenkwam met de wil en bedoeling Gods. Het was geschikt om de ta ...

GENESIS I
Prof. dr. J. SeverijnGod noemde het licht dag, en de duisternis nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de eerste dag. (vs. 5).De morgen, die hier genoemd wordt, is dus de morgen, die geweest is, niet de op de avond volgende, maar de aan de avond voorafgaande. W ...