
IN DE SPELONK.
PSALM 142.
Hij school in 't somber duister weg. Hij, die het licht zóó minde ; en angstig vlood hij ginds en her, als een gejaagde hinde.
In donkere diepte der spelonk Gods dienstknecht biddend nederzonk.
Geen plaats onder Gods wijde heem'len voor den Gezal ...

Paasmorgen
In de bleke, stille morgen trekt een kleine vrouwenschaar, neergebukt door leed en zorgen naar de stille hof, alwaar 't dierbaar lijk is neergevlijd, na de laatste, bange strijd.Liefde brengt haar laatste gaven aan de grote Dode, Wien zij éénmaal heur harte gaven en voor 't laatst nu zulle ...

IK HEB LIEF...
(Psalm 116 vers la).
Ik heb Hem lief, Die mij zag ommedwalen in 's levens woestenijen, dor en naakt;
Die van den doolweg mij wou wederhalen, van uur tot uur mij moederteer bewaakt.
Ik heb Hem lief. Die mij Zich openbaarde, toen zondelast mij diep ternederboog, toen 'k troost'loos omzw ...

NIET GIJ, MAAR IK
(Joh. 15 vers 16).
„Gij hebt niet Mij, maar Ik heb u verkoren", hoe diep beschamend is dit woord, o Heer'. Aan zonde en wereld heb ik mij verloren, en van mijzelf keer ik tot U niet weer. Maar tevens, trouwe Heer', hoe rijk in troost! Waar Gij, in vrije gunst mij hebt be ...

Ik ben al dicht bij d' eeuwigheid....
Ik ben al dicht bij d' eeuwigheid,
ik hoor der klokken klare klank,
mij nodigend tot lof en dank,
aan 's hemels blije stranden.
En lichter valt mij 't 'levenskruis,
en minder deert mij 't aards gedruis.
Godlof, ik ben al dicht bij huis,de lichten zie ik brande ...

TOEN GING HIJ STERVEN
I.
Toen ging Hij sterven En zijn Heilandshart brak open in de overwinningskreet: „Het is volbracht!" —en mensch noch engel weet de bitterheid van Zijn doorleden smart.
„Vader, in Uwe handen beveel Ik mijnen geest" Toen steeg Zijn ziel, op eng'lenwiek gedragen, omhoog ...

TOEN GING HIJ STERVEN
Toen ging Hij sterven En zijn Heilandshart brak open in de overwinningskreet: „Het is volbracht!" — en mensch nog engel weet de bitterheid van Zijn doorleden smart.
„Vader, in Uwe handen beveel Ik mijnen geest" Toen steeg Zijn ziel, op eng'lenwiek gedragen, omhoog, in 's Vaders schoot. En 't ...

BEKLAAG HEN NIET...
I.
Beklaag hen niet, die reeds de ruste vonden, die 't schaduwdal voor immer zijn ontvloön, en eeuwig vrij van allen last der zonden, verheerlijkt staan voor 's Allerhoogsten troon.
Want véle zullen zijn de donkere dagen, zoolang de wankele voet een aard betreedt, di ...

IN MEMORIAM
Wij hebben hem niet weergezien, sinds de heugelijke dag, dat helder door de kamer klonk zijn hartelijke lach.
Z'n tint'lend oog, zijn blije stem, dat vriendelijk gezicht — Wij hebben 't toen voor 't laatst aanschouwd....
God deed die oogen dicht Hij sloot dien vriendelij ken mond, verstar ...

NOOD.
Vergeef me ! — Ik kan Uw heilwoord niet gelooven, O Gij, Die toch alléén waarachtig zijt. Mijn ongeloof kan slechts Uw eere rooven, hoewel ik met mijn lippen U belijd.„En niemand neemt iets aan, tenzij 't van Boven hem word' geschonken".
Werk G'U dan, o Heer,
in mijn wantrouwend ha ...