
DAAR BLIJFT EEN RUST
Daar blijft in d' onrust dezer tijden een ruste voor het volk van God. Al wie aan Hem zich toe mocht wijden, weet in Zijn hoede heel z'n lot.
Die ziet in 's levens wisselingen de leiding der Voorzienigheid, en hoopt in groote en kleine dingen op Hem, Dien nooit vergeefs men beidt.
Die wee ...

HEMELVAART
I.
Hij leidde ze uit, buiten de drukke stad, de Kedron over, langs Gethsémané ; bestegen toen den berg langs 't smalle pad, naar 't sitil Bethanië Het bitter wee van menschenhaat en Godverlatenheid lag verre achter Hem ; de azuren bogen der hooge heem'len welfden ruim en ...

PINKSTEREN
I.
o, Wond're gave van den Heil'gen Geest Nu komt God-Zelf in onze harten wonen, en dolen wij niet langer als verweesd in deze dorre wereld, maar als zonen en docht'ren van Uw huis, o eeuw'ge Vader. — En, wat Gij immer over ons beschikt, Gij voert ons - daag'lijks de eindbestemming nader: De ...

IN DE WERELD.
In de wereld u verdrukking wacht: Volk des Heeren, houdt u voorbereid ! Door heel 't Godswoord klinkt eenzelfde klacht Dood'liik is de haat en fel de strijd tusschen 't slangenzaad en 't Zaad der vrouw. Liet niet Abel reeds het jonge leven. Bracht zijn vroege dood geen bitt're rouv/ ? — En de haa ...

WEERZIEN
Ze rusten op den stillen akker van 's levens lust en lasten uit, tot eens der englen stem hen wakker roept bij het jongst bazuingeluid.
Rust, rust gij dooden van uw zorgen, rust van uw moeiten en uw leed, tot gij, bij 't dagen van Gods morgen, voor eeuwig van geen smart meer weet.
Dan zie ...

TIJDSTEM.
I.
o, als deez' aard zal zijn voorbijgegaan, en zij met al haar werken is verbrand, om den vloek Gods, waarmee zij is belaan, en Gij een nieuwe schepping brengt tot stand, —
Dan zal de wereld, schooner dan voorheen het Paradijs, een oord der vreugden zijn. Geen dood, ...

NIET GIJ, MAAR IK
(Joh. 15 vers 16).
„Gij hebt niet Mij, maar Ik heb u verkoren", hoe diep beschamend is dit woord, o Heer'. Aan zonde en wereld heb ik mij verloren, en van mijzelf keer ik tot U niet weer. Maar tevens, trouwe Heer', hoe rijk in troost! Waar Gij, in vrije gunst mij hebt be ...

T VLIEDT...
Gods schoonste bloemen welken dikwijls, eer de teêre kelk ten volle is ontplooid. De broze blaadjes zijgen dwarr'lend neer en worden op der winden aêm verstrooid.
Wat immer u op aard bekore, — 't vliedt! Het blank der leeljen en de gloed der rozen, de teere schoonheid van 't vergeet-mij-niet, ...

NIET GIJ, MAAR IK
III.
In Uwen Naam mag ik vrijmoedig vragen al wat, o Heer', 'k tot vruchtbaarheid behoef. Den Vader mag ik eigen dorheid klagen, en 't kwaad, waarmee 'k gestaag U nog bedroef.
Gij, Geest des levens, kom van de vier winden en waai, doorwaai geheel mijn doodschen hof. ...

UW KONING LEEFT
Vreest niet! Uw Koning leeft; Zijn eng'len u omzweven ; Uw eng'len, die gestaag des Vaders aanzicht zien. Wil al wat u bezwaart, toch in de handen geven van Hem, Die zee en wind, en wolken kan gebiên.
Gaat opwaarts 't smalle pad, door storm en donk're nachten, en wordt het stiller, angstig-st ...