
BEDE
o God, ik smeek U om gebed. Dat Gij mijn hart vervulle met Uw Geest, die 't bidden leert. Die my bij mijn gemis bepaalt. Mij uit mijn biddeloosheid haalt, Mij weer opnieuw bekeert.
Met heimwee denk ik aan weleer, Toen ik mijn ziel, zoo telkens weer Voor U uitstorten kon. Ach, wierd ik derwaar ...

KOMT, LUISTERT TOE!
Komt, luistert toe, gij godgezinden Gij, die den Heer van harte vreest Hoort wat mij God deed ondervinden, Wat Hij gedaan heeft aan myn geest:
Reeds een'ge jaren is 't geleden. Dat ik in ziele worsteling, Gods troon met smeeking en gebeden aanliep, als zondig sterveling. Als sterveling : den ...

DE EERSTE LIEFDE
„Dit, dit heb Ik tegen u", Zoo klaagt de Bruidegom der Kerk, „Dat Ik van d' eerste liefde Zoo weinig meer in u bemerk".
Die klacht vlijmt door mijn ziele. Want, ach, ze is volkomen waar. Waar is die eerste liefde ? Wat oorzaak toch verkoelde haar ?
En mijn gedachten keeren Weer terug, naa ...

DOOR GODS GEEST
Dan is het koud en kil ; Dan is 't dor en doodsch Zonder Uwen Geest, En zielsbeklemmend stil.
Zonder Uwen Geest Dan heeft het hart geen vat Aan Uw beloften. En troost'loos is het pad.
Zonder Uwen Geest Dan heeft 't gebed geen kracht. Dan geeft de ziele Op vloek noch zegen acht.
Zonder ...

KERSTLIED
Daar is in 't donkerste der tijden Een Ster der hope opgegaan; Een lichtstraal voor het volk in lijden. Die heenwijst naar de rechte baan. Een licht, dat nimmer zal verdooven. Tot troost van 't volk in zondeklem. Dat uitstraalt naar den Hemel boven. En naar den Stal van Bethlehem.
Al gaaft G' ...

ZIJ JUICHEN, OOK ZINGEN ZIJ
Zij juichen, ook zingen zij : de velden vol kudden. De dalen, zoo kostlijk met Gods zegen bekroond. Dat de rijpende halmen van zwaarte gaan schudden. Straks dienend tot voedsel van wat d' aarde bewoont. Zij juichen, zij zingen: zoowel zon, maan, als sterren, Ook wolken en luchten stemmen mee in h ...

DAGON’S VAL
(1 Sam. 5 vers 1—4).
De pelgrim, op den weg naar Sion's zalen, Zal. warmeer Gods Woord zijn aandacht komt bepalen Bij wat in Dagon's tempel is geschied. Daarin een beeld van 't eigen hart ontwaren. Hoe 't was — hoe 't is — en wat de toekomst baren Zal, in het verre of nabij verschiet.
Dag ...

’K GING KERKWAARTS...
'k Ging kerkwaarts op dien stillen Zondagmorgen. Stil was 't daarboven in de wijde luchten. Stil ook beneên, wijl zwegen de geruchten Die samengaan met d' arbeid en haar zorgen. Stil was het ook daarbinnen in mijn ziel. Doch 't was een stilte, die God niet behaagt. Omdat g' o ziel in sluim'ring n ...

AANBIDT DAN’T LAM
Neen, ik kan niet— Ik kan niet peilen, Ter helfte toe. De diepe smart, Van Christus' hart. Onder Gods roe.
't Verstand staat stil Bij 't overpeinzen. Van 't lossingswerk. Gods Liefde kent. Begin noch end. Heeft paai noch perk.
Die Liefde koos Zich een gemeente Ten leven uit. En stelde haa ...

O, KONINGSKIND, IN PELGRIMSKLEED.
O, Koningskind, in pelgrimskleed. Wat is uw toekomst schoon ! De weg toch dien uw voet betreedt Leidt opwaarts tot Gods troon. O, Koningskind, in pelgrimskleed, Niet ijdel is uw hoop. Uw erfenis ligt straks gereed, Aan 't eind van 's levens loop.Wel kan de weg soms moeilijk zijn. En lang e ...