
Zielenacht.
Het zwarte duister van den nacht Is weder door de wondre pracht' Van 't zonnelicht verdreven.De donk're nacht is weer voorbij, Verdreven door de zon, nu zij Zich weder heeft verheven.Haar purperen, haar gouden gloed, Doet alles, alles wat z' ontmoet, in wond're schoonheid pralen, Wa ...

Gena, o God, gena.
Ach Heere, 'k heb zoo lange mij vermaakt In 't ijdele genot, 'k heb in de zonden Zoo langen tijd mijn grootsten lust gevonden, 'k Heb jaren lang alleen daarnaar gehaakt. Daarin vertoefde ik van dag tot dag. Dat was het^eenigst wat mij kon behagen, Vergetend dat Uw oog mij immer zag. En dat Gij m' ...

Hy droech onse smerten
T en zijn de Joden niet, Heer Jesu, die u cruysten, Noch die verradelijck u togen voort gericht. Noch die versmadelijck u spogen int gesicht. Noch die u knevelden, en stieten u vol puysten.Ten sijn de crijchs-luy niet die met haer felle vuysten Den rietstock hebben of den hamer opgelicht, ...

Spero.
Veel is er dat in 't leven, Den mensch tot klagen stemt, Dewijl bij al zijn streven. De vrees hem 't hart beklemt, Want dikwijls moet hij leeren, Dat niets bestendig is, Daar alles kan verkeeren, Al schijnt de vrucht gewis.Er is zoo meen'ge wonde, Die nooit of nimmer heelt. Als bitter loon ...

Pasen
Hij was twee nachten in het graf geweest toen God Hem riep: 'Sta op. Mijn Zoon! de hele hemel viert nu feest, de engelen staan juichend om Mijn troon. Ga, zeg de mensen dat Ik door Uw lijden hen uit de macht van dood en zonde wil bevrijden.' ...

’k Was vergeten ....
Zal de Heere, klonk vol smart, 't Vragen van 't bedroefde hart, Het in Hem gesteld vertrouwen. Dan beschamen ? Zal 't zoo gaan. Dat 'k moet klagen op mijn paan : 't Was vergeefs op Hem te bouwen ?Hoort de Heere dan niet meer Naar de klacht, die telkens weer Tot Hem opstijgt ? Neigt Hij d' ...

Dan alleen.
Kom Gij aan mijn zijde, Koning Jezus, en vat Mijn hand, wil mij leiden Bij het gaan op mijn pad.Wil Gij mijne schreden Steeds bestieren bij 't gaan, Doe Gij mij steeds treden In Uw spoor op mijn paan.Dan slechts zal mijn, leven Steeds aan U zijn gewijd. Dan zal ik het geven Aan Uw d ...

Ach was ’t als weleer
Ach, Heere, het was mij zoo goed toen, [weleer Mijn hart, schoon vol droefheid en smart, [telkens weer, Aanschouwend mijn schuld en mijn zonden. Slechts uitging naar U, slechts verlangde [te gaan Ontvliedend het kwade, de zondige paan, Aan U en Uw dienst steeds verbonden.Toen was het zoo g ...

De Herders
’Kom vrienden, ga met mij het Kindeke zoeken. Godzelf zal de Wachter der kudde wel zijn. Het ligt in de kribbe. in doeken gewonden. Dat zou - sprak de engel - het teken toch zijn? ’Zij spoeden zich voort in het nachtelijk duister. Nóg klinkt in hun oren de engelenzang. Zij jubelden: 'Ere z ...

En toen de engel
En toen de engel bij Maria kwam. De heilige Geest haar in Zijn hoede nam, vroeg zij beschroomd en stil: 'Hoe zal dat zijn? God is zo gróót - Zijn dienstmaagd is zo klein'; Toen sprak de engel: 'God, Die 't hart doorziet Zegt u: - Vrees niet. Mijn kind, vrees niet! - ’ ...