
In den nacht.
De stilte van den nacht, is thans Een beeld van mijne ziel, die gansch Berusten kan, die stille, Al wat haar opgelegd wordt, draagt. Niet ontevreden mort of klaagt, Eén is met 's Heeren wille.De stilte van den nacht voor mij Een beeld der ziele, nadat zij Van 's Heeren wijze daden, Die Hij ...

Van 's Levenspad.
„Vader".
Ach, kon 'k nog, als vroeger jaren,
Vader, in uwe oogen staren.
Daar uw teed're liefd' in zien
Hoe, ach hoe zou 'k mij verblijden
Zoo gij m', als in vroeger tijden.
Uwen handdruk nog kondt biên.Deze droeve klacht werd-vaak geu ...

Van 's Levenspad.
Zondesmart.
„Hé, hé is dat loopen, maar gelukkig nog juist bijtijds." Deze woorden, waartusschen een groote vloek werd gevoegd, uitte een jongeman die een der groote stations van ons land kwam oploopen, juist op het oogenblik dat de trein, waarmede hij moest vertrekken, ...

Als verdriet komt.
Wanneer opeens een fel verdriet
Het hart komt prangen en benauwen,
Rijst de gedachte : kan ik niet
Meer op den Heere hopen, bouwen?Dan zou in zulk een diepen smart.
De mond het bitt're woord doen hooren
Als uiting van wat woont in 't hart:
Waarom is mij dat nu b ...

O vreugdvolle dagen.
o, vreugdvolle dagen. Te mogen gewagen : „Wat, Heere, Gij doet, Wat Gij komt bereiden, Waarin Gij komt leiden, 't Is goed, alles goed."O, vreugdvolle dagen, Geen ongunst of plagen. Te zien in Uw daan. Te mogen vertrouwen : Straks doet Gij aanschouwen Waarom 't zoo moest gaan,
O, v ...

Een droom slechts.....
Der bange ziele droeve klacht Werd onophoudelijk vernomen, In donkeren, in duist'ren macht : Wacht mij straks niets dan om te komen ?Zal straks mijn deel zijn: eindeloos Van U verlaten en gescheiden ? Zal 't wezen daar, waar ik altoos Ondraagb're smart zal moeten lijden ?Zoo klonk d ...

Na dezen 't verstaan.
Wanneer 'k mag betreden Mijn pad, op mijn schreden Steeds smeekend : wil Gij Mij, Heere, aanschouwen, Op U doen vertrouwen, Leidt Gij m' aan Uw zij.Kan niets mij ontrooven 't Vertrouwen, 't gelooven, Dat al wat 'k ontmoet, Door Hem wordt gezonden. En klinkt telken stonde : Wat Gij doet is ...

Wat treurt ge, mijne ziel ?
Mijn ziel, wat treurt ge alle dagen ? Wat zijt g' onrustig in uw lot ? Waarom toch dat gedurig klagen, Wat Satan reden geeft te vragen, Vol hoon en schimp en smaad en spot: Waar is nu uw God ?Hef toch uw droevig starend' oogen, Waarin die blik vol bangen strijd, Vertrouwend opwaarts naar d ...

Waar is die tijd ?
Waar, ach! waar zijn de dagen toch gebleven, Waarin ik, Heere, steeds mijn hoogst begeeren vond,Om U den lof, den dank, de eer te geven Voor alles, wat Gij mij gedurig zendt?Waar is de tijd, waarin ik durfde bouwen Op Christus Jezus, als den Borg en Middelaar ? Waar is de tijd, waar ...

Dan
't Leven geven, om Uw daan, Heere, t' eeren op mijn paan.Smachtend wachtend, totdat Gij d' ooren hooren doet: „met Mijstervend (dervend d' eeuw'ge pijn) wenk Ik schenk Ik 't bij Mij zijn".Zijnde 't einde dan voor miji: 't Boven loven, aan Uw zij. ...