Filteren
van 7
Wie zal bestaan ?
Wie zal bestaan in Uw gericht Wie siddert niet, wanneer het licht Der heiligheden hem verschrikt ? Ware in Uw borggerechtigheid, o Christus, mij geen heil bereid, geen hoop had immer mij verkwikt.Wie zal bestaan voor Uw gericht — Geen uchtend immer mij verlicht, dat mijne ziel, van zonden ...
De tijdstem
I. Waiineer de aarde zal zijn voorbijgegaan, .< > '.: '•': verterend in der elementen brand, om de vloek Gods, waarmee zij is 'belaan, en Gij een nieuwe schepping brengt tot stand.Dan-zal de wereld, schoner dan voorheen het Paradijs, een oord der vreug ...
De Vader-Zelf........
De Vader-Zelf heeft eeuwig u bemind ! Hoe zit gij dan in zorg en twijfel neer, als waart ge niet des groten Konings kind. Die altoos u zal hoeden trouw en teerAls had geen Heiland eens u vrijgekocht tot dure bloedprijs uit des vijands macht; als had Zijn liefde u niet voorlang gezocht en m ...
Vergankelijkheid
Wat hoge bomen staan er nog, zacht ruisend in de ayondwind. Maar van het oude „Hoge Huis" men nauw'lijks spoor meer vindt.Als kind heb ik het nog gekend in ongeschonden pracht. Nu is 't verdwenen.... De avondwind ruist in het lover zacht.Langs de oprijweg reden voorheen de gasten af ...
„Mijn Heere....”
Mijn Heeie, Heere, wil mijn laatste levensjaren verheerlijken door Uw genadeglans; zoals — wanneer bij 't dalen van de avond — de wijde hemel gloeit van trans tot trans.Want — héél mijn leven zie ik overspannen door d' éne kleurenboog van Uwe trouw. Ook dan als Gij, 'lijk tarwe, mij woudt ...
Gij wolken hoog
Het zonnegoud verblijdt mijn oog en blanke wolken varen hoog, hoog boven d' ijdelheên der aard, waar niets hun vredegang bezwaart.Gij wolken hoog, gij wolken blank, hoort niets van 's werelds wangeklank.... Hoort gij wellicht al 't hemellied, daar — in het wijde luchtgebied ? Hoort ...
Donkere dagen
Wanneer de luchten grauwen, en de regen legen aanhoudend nedeidrupt nederdrupt van tak en blaren, komt drukkend leedgevoel ons soms bezwaren :Zo droef verlaten dan de vale wegen weglijnen in de verf, — en, waar we staren, géén milde zonnelach breekt — ons genegen door 't somber wolkenfloer ...
SOMS...
Soms lig ik roerloos-wakend neer, en wacht, dat d' Oosterkim haar eerste glansen spreidt. Dan ligt de wereld nog in donkerheid, en — sluim'rend — loost z' een zucht, gelijk een klacht.Wat wónd're kleurenspelen, teer en zacht Zo onnaspeurlijk in heur lieflijkheid, o verre glans van hemelhee ...
O Jezus, als ik aan U denk...
o Jezus, als ik aan U denk, o Onvolprezen Godsgeschenk, vindt hart en mond tot Uwe lof voor nu en immer stof.De blauwe heem'len zijn zo wijd, Omgeven d' aarde aller zijd, en noden allen aan Uw schoot, in leven en in dood.Gods hemel naar de aarde buigt ; aan ieder mensenkind betuigt ...
Bede
Erbarming, HEER'! Zwaar troffen ons Uw slagen.....
En wie durft spreken: Onverdiend, o Heer!
Hoe hebben wij, ná d' oorlog, ons gedragen?
Wie onzer leefd' er waarlijk tot Uw eer?
Erbarming, HEER', voor de verscheurde harten
van moeders, vaders, — wenend om ...
van 7
