
MORGENSTOND
Gods voog'len juub'len in den lichten morgen, en heerlijk welven de azuren bogen; de gansche schepping wil haar God verhoogen... Heilsprofetie van d' eeuwig-klare morgen.
En, wat al smart er immer is geleden, de gouden zonnelach glanst overal. Heur stralen dringen door in 't diepste dal Licht ...

ONGELOOF
o Ongeloof, dat dagelijks mij kwelt, hoe koom' ik nog Uw tyrannie te boven ! Hoe dikwijls kwaamt ge mij den vrede rooven, en hebt mij met verschrikkingen ontsteld.
Schoon ik er mij toe zet, 'k kan niet gelooven Een donker, dreigend heir van ongelukken komt d' innerlijke vastheid mij ontrukken ...

O WONDRE VREUGD
o, wondre vreugd, diep in mijn ziel, — schoon onrust 't hart beklemt — een glans van d' eeuwge viel daarbinnen, en ze stemt de snaren al van 't heilig lied, dat door alle heemlen klinkt, waarin 't U eeuwig hulde biedt, schoon nog de strijd me omringt.
O dag van onverdeeld geluk, hoe smacht mi ...

EEUWIG UWE
Heb dank. Heer', dat ik eeuwig Uwe ben, en dat het wielend went'len mijner dagen mij stadig voert naar de eindpaal aller plagen, waar 'k nimmer meer Uw heil'ge wetten schen.
Want — schoon ik uiterlijk Uw wet mag eeren, mij willig buigend voor Uw godd'lijk woord, — diep in mij werkt een bronwe ...

IN UW GEMEENSCHAP
Alleen in Uw gemeenschap ligt het leven, en in U is een eeuw'ge volheid. Heer' ! En, waar Ge U immer aan een ziel wilt geven, blijft er voor niets en niemand plaatse meer.
En, schoon ik dagelijks U blyf wederstreven. Uw wond're liefde lokt my telkens weer in de eenzaamheid, waar ik in vreugde ...

IK HEB LIEF...
(Psalm 116 vers la).
Ik heb Hem lief, Die mij zag ommedwalen in 's levens woestenijen, dor en naakt;
Die van den doolweg mij wou wederhalen, van uur tot uur mij moederteer bewaakt.
Ik heb Hem lief. Die mij Zich openbaarde, toen zondelast mij diep ternederboog, toen 'k troost'loos omzw ...

WEEN NIET ZOO ZEER.
Ween niet zoo zeer , uw liev'ling is ontvloden deez' arme wereld met haar schrijnend leed. Ween niet zóó droef, maar kom tot Hem.gevloden, Die eenmaal banger lijdensnacht doorschreed.
Uw moegeworsteld harte Hem geboden, Die voor gebroken harten balsem, weet. Zijn liefde fluistert : „Zalig zij ...

HOE SCHOON ZAL 'T ZIJN.
Hoe schoon zal 't zijn, als wij — deez' aard ontstegen Gods wijde heem'len zalig binnengaan, aan 't einde van de bange pelgrimswegen, en van het zondig lichaam gansch ontdaan.
Dan zal 'k den Koning zien in Zijne schoonheid, en wordt het vergelegen land aanschouwd, waar Hij Zijn wond're heerli ...

IN MEMORIAM
Wij hebben hem niet weergezien, sinds de heugelijke dag, dat helder door de kamer klonk zijn hartelijke lach.
Z'n tint'lend oog, zijn blije stem, dat vriendelijk gezicht — Wij hebben 't toen voor 't laatst aanschouwd....
God deed die oogen dicht Hij sloot dien vriendelij ken mond, verstar ...

IN DE SPELONK.
PSALM 142.
Hij school in 't somber duister weg. Hij, die het licht zóó minde ; en angstig vlood hij ginds en her, als een gejaagde hinde.
In donkere diepte der spelonk Gods dienstknecht biddend nederzonk.
Geen plaats onder Gods wijde heem'len voor den Gezal ...