
Uit de historie
Hoofdstuk IV. Onbegrijpelijke en droeve terugval der Galaten. Vers 8—11. Maar toen, als gij God niet kendet, diendet gij degenen, die van nature geene goden zijn. Vers 8. Hier rekent Paulus eigenlijk met de Galaten af ; w ...

Uit de historie
Hoofdstuk IV.Onbegrijpelijke en droeve terugval der Galaten Vers 8—11. Het is een groote dwaasheid, dat de papisten en Turken tezamen strijden over de religie en godsdienstige vragen, en dat beide partijen beweren, de ware religie en den juisten vorm van God ...

Uit de historie
Hoofdstuk IV. Onbegrijpelijke en droeve terugval der Galaten Vers 8—11. Vervolg vers 8. In dit vers spreekt Paulus over het niet kennen van God, en tegelijk over het dienen van God. Hoe is deze tegenstrijdigheid op te los ...

Uit de historie
Hoofdstuk IV. Onbegrijpelijke en droeve terugval der Galaten Vers 8—11. Vervolg vers 9. Paulus verwondert er zich over, dat de Galaten, na God recht te hebben gekend, verleid zijn door de valsche apostelen, en dat zij zoo ...

Uit de historie
Hoofdstuk IV. Vervolg vers 9. Het is derhalve uitgesloten, dat zij, die ten opzichte van hun zaligheid bij de Wet raad willen zoeken, werkelijk rust zullen vinden. In den grond van de zaak stapelen zij wettische voorschriften op wettische voorschriften, w ...

Uit de historie
Hoofdstuk IV. Onbegrijpelijke en droeve terugval der Galaten Vers 8-11. Vervolg vers 9.Wanneer Paulus zegt : „welke gij weder van voren aan wilt dienen", dan voegt hij deze woorden aan het voorgaande toe, om te toonen, dat hij ...

Uit de historie
Hoofdstuk IV. Onbegrijpelijke en droeve terugval der Galaten. Vers 8—11. Ik vrees voor u, dat ik eenigszins tevergeefs aan u gearbeid heb. Vers 11. Met deze woorden bewijst Paulus, dat de afval de ...

Uit de historie
Hoofdstuk IV. De innige band tusschen Paulus en de Galaten Vers 12—20. Vervolg vers 12. Gelijk ik meermalen gewoon ben te zeggen, is de afval van het geloof even gevaarlijk als gemakkelijk ; uit de ...

Uit de historie
Hoofdstuk IV. Onbegrijpelijke en droeve terugval der Galaten Vers 8—11. Vervolg vers 12.Broeders, ik bid U : gij hebt mij geen ongelijk gedaan.Kunnen we het bidden noemen, zouden we zeggen, wanne ...

Uit de historie
Hoofdstuk IV. De innige band tusschen Paulus en de Galaten Vers 12—20. Vervolg vers 13 en 14. Het menschelijk verstand ergert zich aan de zwakheid des vleesches bij de Godzaligen. Daarom prijst Paulus de Galaten zoo hoogeli ...