
DE RECHTVAARDIGMAKING
In de Schrift, zoo zeiden wij, wordt de rechtvaardiging van den goddelooze en de rechtvaardiging van den geloovige nauw met elkander verbonden.
Deze verbinding rust op den eisch des geloofs, zonder welke de rechtvaardiging van den goddelooze geen bestand heeft. Want deze ...

DE RECHTVAARDIGMAKING
Het geschil tusschen ons en de voorstanders eener z.g. bewuste rechtvaardigmaking (Ik plaats hier het woord zoogenaamd bij, omdat de uitdrukking niet volkomen juist is en wij niet een onbewust geloof prediken, waardoor wij gerechtvaardigd worden) is in hoofdzaak gelegen in de leer van het geloof. ...

DE RECHTVAARDIGMAKING
De klassieke omschrijving van het geloof in onze belijdenisgeschriften vinden wij in de 7de Zondagsafdeelng van den Heidelberger. Het ware geloof wordt daar genoemd niet alleen een vaste kennis, waardoor wij alles voor waarachtig houden, dat God ons in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een v ...

DE RECHTVAARDIGMAKING
Het is van de grootste beteekenis te zien, dat het voorwerp van het levende geloof het Woord of de belofte Gods is. Ook waar sprake is van het geloof in Christus en van het geloof, dat Christus aanneemt of omhelst, mag nooit vergeten worden, dat deze Christus zich in het Woord openbaart en alleen ...

DE RECHTVAARDIGMAKING
Wat wij in ons vorig artikel hebben gezegd over het beginsel en den wasdom des geloofs, welke geen verband houdt met een meerdere of mindere zekerheidsgraad, maar veeleer in verband staat met de verlichting des Geestes en zijn inleiding in den rijkdom der genade Gods, willen wij thans nog met een ...

DE RECHTVAARDIGMAKING
Wanneer wij thans in een slotartikel onze beschouwingen samenvatten, komen wij tot de volgende opmerkingen.
De rechtvaardigmaking is die vrije genadedaad Gods, door welke Hij den zondaar alleen om Christus' wille in de verzoening, die Hij heeft aangebracht en in de gerechtigheid, die Hij heef ...

DE RECHTVAARDIGMAKING
In 1 Cor. 4 vers 3 en 4 lezen we deze beteekenisvolle woorden : Doch mij is voor het minste, dat ik van lieden geoordeeld worde, of van een menschelijk oordeel, ja, ik oordeel ook mij zelf niet. Want ik ben mij van geen ding bewust; doch ik ben daardoor niet gerechtvaardigd, maar die mij oordeelt ...

DE RECHTVAARDIGMAKING
Het getuigt van de zondige vermetelheid des menschen, dat hij zich zelf in den rechterstoel durft te zetten om over zich zelf vonnis te vellen en zelf te oordeelen, of hij aan de goddelijke eischen, hem gesteld, voldoet. En niet minder getuigt het van zijn verblinding, dat hij meent, dat zulk een ...

DE RECHTVAARDIGMAKING
In ons derde artikel wezen wij er op, hoe rechtvaardigen in de Schrift niet anders beteekent dan rechtvaardig spreken, rechtvaardig verklaren. Het is in het bizonder de uitspraak van den rechter, waardoor hij den aangeklaagde rechtvaardig verklaart en hem daarmede tot de wij ...

DE RECHTVAARDIGMAKING
De zonde heeft scheiding gemaakt tusschen God en mensch. Er is door onze overtreding een diepe klove geslagen tusschen beide. Onmiddellijk na het begaan der overtreding heeft God de Heere dat tot openbaring gebracht door de 'uitdrijving van den mensch uit het paradijs. Er is voor den zondaar geen ...