
Allerlei.
Na vele jaren. Het altoos weer indrukwekkende Avondmaal zou bediend worden. De met eensneeuwwit kleed gedekte tafel, vooraan in het kerkgebouw, vertelde den binnenkomenden, dat niet alleen het Evangelie der genade gepredikt zou worden, maar dat ook het brood gebrok ...

Zielenacht.
Het zwarte duister van den nacht Is weder door de wondre pracht' Van 't zonnelicht verdreven.De donk're nacht is weer voorbij, Verdreven door de zon, nu zij Zich weder heeft verheven.Haar purperen, haar gouden gloed, Doet alles, alles wat z' ontmoet, in wond're schoonheid pralen, Wa ...

Daarom.
Waarom, zoo klonk de vraag van 't harte, Waarom toch al dien druk, die smarte ? Waarom is 't leven steeds vermengd Met wat zoo pijnlijk komt verwonden ? Waarom wordt steeds opnieuw gevonden, Dat, wat slechts leed en droefheid brengt ?Waarom ? Waarom wordt alle dagen Opnieuw vernomen al dat ...

Witter dan sneeuw.
't Sneeuwkleed, neergespreid op aard. Dat mij waar het oog ook staart. Alles, alles om mij henen, Doet aanschouwen, onbevlekt, Wijl daar alles is bedekt. All' onreinheid is verdwenen,Doet mij denken aan het woord. Uit des Heeren mond gehoord : Uwe zonden, als scharlaken, Rooder nog dan kar ...

Te laat!
„Nooit, nimmer heb ik ondervonden wat Ik besprak, nooit ben ik oprecht geweest, altoos heb ik anderen bedrogen !" Zoo klonken de bange klachten uit den mond van een jongeman, die op het sterfbed lag uitgestrekt, wiens levensadem weldra afgesneden en wiens lot voor eeuwig beslist zou worden. ...

Allerlei.
BIJ HET RIJZEN DER ZONNE. Bij het aanbreken van den dag stapte ik op de fiets, om, na een dag buiten in de wonderschoone natuur verkeerd te hebben, weer naar de groote stad, vol van drukte en gewoel, terug te keeren. Langzamerhand verdween de duisternis, plaats mak ...

Vier uwe vierdagen, o Juda!
(Nahum 1 : 15b.) „Vier, o Juda, uwe dagen !" Sprak tot Isrel de profeet, „Vier de dagen, dat op 't vragen 's Heeren hulpe was gereed ; Dat Hij u Zijn bijstand bood.Hielp en redde uit den nood."„Vier, o Juda, uwe dagen !" Riep de Godsman eenmaal uit; En kunt ...

PSALM 118 ; 7
Nazang Radiopreek 2 October I938.
De Heer is mij tot hulp en sterkte, Ja, deze wonderlijke kracht Was 't, die ik telkens weer bemerkte Als elk met afkeer aan mij dacht ; Als allen, allen mij verlieten. Als niemand naar mij zocht of vroeg, Als allen, allen mij verstieten En 'k, heel alleen, di ...

1898 - Jubileumlied - 1923
Gansch ons Neêrland is gestoken In een feestdosch, nu de dag Eindelijk is aangebroken. Waar een elk reeds lang naar zag.
Neêrland is in feestdosch heden, Want w' herdenken, blij van zin : Vijf en twintig jaar geleden. Werd Wilmina Koningin.
Vijf en twintig jaar regeerde Z' Over ons, vol w ...

In den nacht.
De stilte van den nacht, is thans Een beeld van mijne ziel, die gansch Berusten kan, die stille, Al wat haar opgelegd wordt, draagt. Niet ontevreden mort of klaagt, Eén is met 's Heeren wille.De stilte van den nacht voor mij Een beeld der ziele, nadat zij Van 's Heeren wijze daden, Die Hij ...