
UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. (XX).Opdat de zegening van Abraham tot de Heidenen komen zou, in Christus Jezus, vers 14. Steeds heeft Paulus de plaats op het oog: „in uw zaad zullen alle volkeren gezegend worden", omdat de aan Abraham belo ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III vervolg vers 17 In het feit, dat de apostel zoo precies van 430 jaren spreekt, ligt een zekere ironie; ook beklemtoont hij daardoor de zaak. Het is als wil hij zeggen : wanneer ge rekenen kunt, gaat dan maar eens op ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III.De belofte is door de Wet niet krachteloos gemaakt. Vers 15—18. (IV)Want indien de erfenis uit de Wet is, zoo is zij niet meer uit de beloftenis; maar God heeft ze Abraham door de beloftenis gena diglijkgegeven. Vers 18 ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. Het doel der Wet. Vers 19—29. (II). Vervolg vers 19. Wanneer gezegd wordt: „als de Wet toch niet rechtvaardigen kan, laten we dan maar geen goede werken meer doen", dan is dat een euvel, dat we niet aanstonds verhelpen kunnen. Toe ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. Zij is om der overtredingen wil daarbij gesteld. Vervolg vers 19. Gelijk de dingen zelf verscheiden zijn, zoo is ook het gebruik der dingen verschillend. Daarom moet men niet alles over één kam scheren, want dan ontstaat er verwarring. ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. (IV) Vervolg vers 19. Het typeerende der Wet is, dat zij, evenals op den berg Sinaï het geval was, door bliksem, donder en bazuingeschal de gemoederen verschrikt; als met een bliksemstraal werpt zij het ondier, dat e ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. Het doel der Wet. Vers 19—29. (V). Vervolg vers 19. Het is dus niet zonder beteekenis, om goed in het oog te houden, wat de strekking en beteekenis der Wet is. Daar het onze bedoeling is, deze dingen getrou ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. Vervolg vers 19. De mensch is zoo dwaas, dat hij in den strijd zijns gemoeds, nadat de Wet haar werk heeft gedaan, niet eens de leer der genade gretig aanvaardt, maar omziet naar nog meer wetten, hoewel toch Gods genade den mensch ten ste ...

UIT DE HISTORIE
Hoofdstuk III. Het doel der Wet. Vers 19—29. (VII) en zij is door de engelen besteld in de hand des middelaars. Slot vers 19. De apostel maakt hier geen uitstapje ; ook brengt hij niet iets ter sprake, dat hij zoomaar in het voorbijgaan aanstipt ...

UIT DE HISTORIE
Luthers verklaring van Paulus' Brief aan de Galaten Hoofdstuk III. Vervolg vers 20. (VIIl) De naam „middelaar"' heeft dus betrekking op twee partijen, waarvan de eene beleedigt, en de andere beleedigd wordt. Wij ...