
Verschoppelingen
„Ja, maar ze hadden er geen zin in, om voor hem te werken. Toen hij terugkwam uit het ziekenhuis, waar men zijn arm had afgezet, woonden andere menschen in zijn huis, en niemand wist, waar zijn vrouw en de jongens gebleven waren. En toen is hij met een beestenschip weer terug gekomen."
Paul b ...

Verschoppelingen
Paul keek strak voor zich naar den grond en als hij zijn gelaat weer, een weinig zwaar moedig, ophief, zei hij :
„Ik zou wel timmerman willen worden, maar — wie zou dan voor de schapen zorgen ? '
„Wel, we zouden een anderen herder zoeken."
Ja, dat begreep hij wel.
„Maar — baas ! z ...

Verschoppelingen
„Ja, dat is waar. Maar — zie baas ! — zie ik ben nu al zoo oud. Als je een vak leert, verdien je niets. En ik zou toch moeten eten en ergens thuis zijn, en dat kost geld "
Thuis gekomen, zei de baas :
"Wat je moest doen, Paul ? Je moest dat kerkje aan j ...

Verschoppelingen
Slechts één bouwkundig leerling, een paar jaar ouder dan hij, overtrof Paul in schranderheid, 't Was Gerard Wüsting, een zeer aantrekkelijk jongmensch met een edel voorkomen en hoog beschaafde manieren. Hij sprak Fransch, Duitsch en Engelsch en beschikte meestal over een goed gevulde beurs. Toen ...

Verschoppelingen
„Jongen, ik geloof niet, dat er nog één op de heele wereld is, die zooveel vertrouwen in mij stelt als jij. Ik weet niet, of ik je daarvoor bedanken, of daarover berispen moet. Vest op prinsen geen betrouwen : zoo staat er in een Psalmversje, dat we thuis wel eens zongen ; ik ben nog veel minder ...

Verschoppelingen
„Jij hebt dus wél den Bijbel gelezen en gelooft er niet aan. Ik lees er veel In, en voor mij is 't zeker, dat God daarin tot mij spreekt. Houd je mij voor gelukkig, of ongelukkig ? "
Ze keken elkander vlak in de oogen.
„Ik houd he voor nog al gelukkig."
,,Ben jij gelukkig, Wüsting ! m ...

Verschoppelingen
Stevelaar wist goed, van hoe groot belang het was, dat Paul spoedig in zijn eigen onderhoud kon voorzien, en zorgde dat hij het vak goed leerde. Voor een eigen zoon had hij niet beter kunnen zorgen.
En in den zomer reeds hield Paul een aardig centje van zijn weekgeld over, als hij zijn kostge ...

Verschoppelingen
Ja, dat was het, wat hem bezwaarde, wat hem somber stemde ; de onscheidbaarheid van die twee, die hij ja, die hij — liefhad. Maar die liefde tot beide — hoe echt en hecht ook — was niet gelijk, omdat freule Virginie iets heel anders voor hem was dan Marie. In de nabijheid van Marie bleef hij op d ...

Verschoppelingen
De baas kniikte goedmoedig met het hoofd en na een poosje zwijigen zei hij
„Er is veel van waar, wat je zegt ; maar je moet ook je menschen aanzien. Als ik als ouderling bij sommige menschen kom, denk ik vaak : arme stakkerds, wat moeten jullui je met een beetje tevreden stellen ! — Want jij ...

Verschoppelingen
Daarop drukte hij Hillebrands hand gevoelig en ging voort :
„Moge God mij genadig zijn, dat ik iets goed kan maken, van wat ik slecht deed."
Op weg naar Winnewoud had het drietal veel te vragen en te vertellen. Doch de kuiper hield de leiding : later kon er wel gebabbeld worden ; nu moest ...