
De Puritein van de Hertenpolder
29) — Noe jao. 't is ók.onzin ai d'r zo veurstaot as de meeste minsen. Mer wai van die wei denkt, moi zelf wete. Ik kon 'm van de Jonker huren, zonder da 'k ur een stap veur hoefde te verzetten.Hent Gieson bromt wat en rijdt door. Hij is ervan overtuigd, dat ...

DE GROTE VERBITTERING
Feuilleton DOOR JAC. OVEREEM— Je hebt me toch beloofd, dat je niet meer gaan zou?— Waar moet ik anders naar toe !, ontwijkt Herman het antwoord.—• Is er anders niet ?— Voor mij niet! Ik vind het kinderachtig mij maar zó weg te roepen. ...

De Puritein van de Hertenpolder
9) — Ik het wat los geld in m'n portemenee. Moeder. Ik wou daor een speciaole varkesschuur van lotte bouwe ; wat dunk je daorvan ?— Dat voornemen is goed, Janus, geeft ze dadelijk toe.— Welja, jó, doe er wat mee, zegt Mia, die al wat met z'n plannen o ...

DE GROTE VERBITTERING
— O, dan dolgraag, Poot. Ik zit er erg mee.— Maandag komen ze! 't Wordt tijd nu, zegt boer Poot, en stapt op de fiets.— Dank, dank, stamelt vrouw Bemmel verlegen. Vader vertelt aan Herman het verhaal van de oude vrouw.— O, ik wil 't mens best een dag gaan helpen, zegt hij. ...

DIE POOLSE JONGEN
DOOR JAC. OVEREEMBij Mika lag het besluit vast genoeg, maar hij had wat gedraald de laatste tijd.Het was dan zover.— Ik verkoop mijn konijnen, dan heb ik meteen weer iets geld er bij.Clauda zei nog niets.— Dus je bent vast besloten. Ik zeg niet dat je van mij ni ...

DIE POOLSE JONGEN
DOOR JAC. OVEREEM— En voor Pedra, het-meisje uit Romanes, een dorpje vlak bij mij in de buurt.— Ik zal er mijn best voor doen, daar kunt u vast op rekenen.— Reeds nu dank ik u heel hartelijk, mevrouw. Maar als het zover is, zal ik u erg missen.— Jij zult mij nooit zó m ...

De Puritein van de Herten polder
28) Hij staat op van het lage stoeltje en groet Van Luik, zonder hem de orders .voor de schoenen te hebben meegedeeld. Hij trekt de deur dicht, grijpt de fiets en rijdt de Kerkstraat door.Zo, de stilte in, het wijde land in. Hij denkt er aan, hoe Mia voor he ...

DE PURITEIN VAN DE HERTENPOLDER
Meer weten ze niet ! Het goede noemen ze slecht en het slechte goed.
Janus peinst er over hoe z'n moeder hem wel eens placht te zeggen :
.; — Jongen, denk er aan, wie een vriend der wereld wil zijn, wordt een vijand Gods genaamd. Vergeet 't niet, hoor !
Hoe duidelijk is hem dat nu. Ho ...

DIE POOLSE JONGEN
Het dak was eraf en de muren gedeeltelijk weggevaagd. Een paar kamers waren weer, zo goed en kwaad als het kon, bewoonbaar gemaakt.Het meisje zag door haar tranen Mika niet en liep bijna tegen hem aan.Mika lachte vriendelijk tegen haar.— Wees maar groot en huil niet meer, zei ...

DIE POOLSE JONGEN
DOOR JAC. OVEREEMDeze gedachte baarde Mika grote zorg. En hij wist, dat hij er zeker van zijn kon dat men het hem afhandig zou maken.Die nacht droomde hij weer. Hij was té intens bezig geweest met de puzzle, hoe zijn snijwerk te behouden, dan dat hij rustig zou hebben kunnen slapen. ...