
ZIJN NAMEN
„O wonder Kind, wat zijt Gij arm geboren! Waarachtig God van eeuwigheid! Hoe hebt Gij eens mijn beestenstal verkoren. Boven eeuwige hemelheerlijkheid!"„Wilt Gij met mensenkindren U vermaken En niet met heilige engelen om Uw troon? Met mensen, die U iedre dag verzaken; Die altijd weer U ste ...

Aforisme
PILATUS Ach, dat handen wassen! Dat met water plassen. Waarbij men zich zelf onmachtig verklaart Is Christus nog Koning ...

PAASLIED
O schone dag, waarop de Heer verrijst uit 't stof! Nu straalt de Zon daar over Jozefs dodenhof En over heel de aarde. De Zoon stond op, in eigen en in Vaders kracht. Hij heeft tot in het graf 't verzoeningswerk volbracht, Dat blijft van eeuwige waarde. ...

Aforisme
Het breed-moderamen Zegt wel geen. „amen" Op wat het belijden weerspreekt. Maar 't zoekt nog naar woorden Voor nieuwe akkoorden ...

PINKSTEREN
Wat tal van scheuren in de netten hier op aarde! De boetsters op het strand kunnen het werk niet aan. 't Was niet alleen slijtage, die hun zorgen baarde. Soms trok een scheur in 't nieuwe al een baan.Ach! 't net van de aardse kerk vertoont ook vele scheuren. De vissers op de zee geven elka ...

De Man tussen de mirten
Eens kwam mijn Jezus hier in mirtehof.Uit 's hemels hoogten naar dit dal der tranen;Opdat vandaar weerklinken zou Zijn lof,Wanneer Hij uit de diepte een weg zou banen. Want daar beneden lag Zijn volk terneer.Het dacht alree: „de Heer' heeft ons verlaten." ...

Immanuël
Immanuël is nu ook aangegeven In 't groot register van het menselijk geslacht. Zijn Naam is, mee met d' onze, ingeschreven. Welk zondig schepsel had dit ooit gedacht? ...

De intocht
Juich, o dochter Sions, want uw Koning is gekomen! Rijdend op een ezel; rechtvaardig, arm en zacht. De mensen leiden kleedren; hieuwen takken van de bomen. Zijn intocht w ...

CHRISTUS BESPOT
Ziehier de „hoogste" wereldpret; haar hellediep verlangen: Een Jezus, met de ogen blind, met schaterlach ontvangen. Een Man van Smarten, stil en zacht, Wien men wel durft te vrag ...

„Waartoe dit verlies?”
Mattheüs 26 : 5-13 „Het duurste, wat ik heb, is voor U niet te goed. Gij liet Uw leven. Heef, Gij gaaft Uw hartebloed. Niets is op aard toch ooit daarmee te vergelijken. ...